In Gelvandale, een arm Zuid-Afrikaans township op een steenworp van het mondaine en blanke Port Elizabeth, wijzen alle vingers je meteen het ouderlijk huis van Elrio van Heerden. Elk straatvoetballend jongetje droomt er hier van in de voetsporen te treden van de bij Club Brugge nadrukkelijk aan de poort kloppende middenvelder.

Gelvandale ligt op een handvol kilometers van Port Elizabeth, in bevolkingsaantal de vijfde stad in Zuid-Afrika, maar oogt volledig anders. Luxe is er ver weg, Gelvandale is een township en diende tijdens de apartheid – en vandaag nog steeds – als thuishaven voor kleurlingen. De voertaal is er vooral Afrikaans.

Voor wie hier toekomt, is het detecteren van het ouderlijk huis van Club Brugge-speler Elrio van Heerden een koud kunstje. Iedereen weet het zijn, Van Heerden is immers een icoon in deze buurt.

Niettemin distantieert het huis van de familie Van Heerden zich in geen enkel opzicht van wat gebruikelijk is in deze wijk. Het huis heeft welgeteld twee kamers, waarvan er één dienstdoet als een heuse fanshop. Foto’s en medailles schetsen het relaas van Elrio’s carrière. Het is in deze kamer dat de Zuid-Afrikaanse international sliep, net als zijn tante, zijn moeder en zijn grootmoeder. Ondanks het plaatsgebrek is Elrio’s bed, het bovenste van een dubbelbed, onaangeroerd sinds zijn laatste visite. “Dat bed is heilig”, lacht moeder Clara de verbazing weg.

Het antwoord op de vraag of Elrio’s talent van vaders- of van moederszijde komt, is illustratief voor de situatie in het town-ship. “Het komt beslist uit dit huis”, zegt Clara. Zoals in zovele gezinnen hier is er van de vader geen spoor. Elrio’s vader, Joseph, en moeder leven gescheiden. Het blijkt een heikel punt. Joseph woont elders in Port Elizabeth, maar heeft regelmatig contact met Elrio.

Op wandelafstand van het huis in Gelvandale ligt de Rufane Donkin Primary School, waar Elrio schoolliep. Op latere leeftijd verruilde hij die voor de Gelvan-dale Highschool, een technisch college. Kort voor die overstap, tijdens de laatste jaren lagere school, botste hij op Mark Tommy, een figuur die bepalend zou zijn voor zijn verdere carrière. Tommy is op dat ogenblik aan de slag als leraar lager onderwijs en coördineert interschoolse voetbalcompetities tussen de lagere scholen uit de buurt. Hieruit destilleert hij een selectie voor de provinciale jeugdelftallen van de Eastern Cape. Tommy merkt onmiddellijk de capaciteiten van de tienjarige Van Heerden op.

Doorbraak

De jonge Elrio is graatmager en leert voetballen op straat, zoals de meeste jongens uit de buurt. Later sluit hij zich aan bij Gelvandale Football Club. Volgens Tommy bezit Elrio op dat ogenblik één uitzonderlijk talent : niemand neemt hem de bal af.

Mark Tommy : “Hij schermde af als geen ander. Het was het eerste wat me opviel. Bovendien was hij ongelooflijk wendbaar in vergelijking met de tegenstand. Verder gaf hij al snel blijk van een keurig positiespel, iets wat tal van zijn leeftijdsgenoten ontbrak.”

Tommy is overtuigd van Elrio’s kunnen en roept hem in 1997 op voor het provinciaal elftal van de min-zeventienjarigen. Hij mag mee naar een nationaal toernooi in Bloemfontein. Elrio is de jongste in de selectie en wordt niet één keer in de basiself gebruikt. Toch is hij erg belangrijk voor het team.

“Hij las het spel beter dan de rest en presteerde in Bloemfontein degelijk in loodzware omstandigheden, want het toernooi viel in december, in volle zomer. Gevolg was dat hij op het eind van het toernooi beloond werd met een selectie voor de nationale min-zeventienjarigen. Vanaf dat ogenblik was hij gelanceerd.”

Later nam Tommy Elrio mee naar de intussen opgedoekte Soccer School of Excel-lence van Port Elizabeth. Die school werkte samen met het Deense FC Kopenhagen en moest jonge Zuid-Afrikaanse talenten richting Denemarken stuwen. Tommy werkte er als een van de coaches, zijn vrouw hield zich bezig met de accommodatie, want de spelers waren er op internaat.

“Mijn vrouw en ik hebben als een soort surrogate family voor Elrio dienstgedaan, de school probeerde een omgeving te creëren waarin spelers zich veilig voelden, zeker voor jonge voetballers is dat een must. Ik heb heel wat spelertjes gezien die op termijn asociaal werden, dat probeerden we te voorkomen. Een familiale omgeving, buiten de natuurlijke familie, dat was het doel. Omdat we maar negentien spelers hadden, was een complete begeleiding mogelijk. De spelers in de school kwamen van verschillende culturele achtergronden : Zulu, Xhosa, Tswana, noem maar op. Het was dus zaak hen bepaalde universele waarden – respect, tolerantie – over te brengen. Gelukkig was er een belangrijk bindmiddel : voetbal. Elrio zou het zonder de Soccer School ook gemaakt hebben, maar wellicht niet zo snel.

“De progressie die hij er boekte, werd mede beïnvloed door de aanwezigheid van de Deen Roald Paulsen, de voormalige hoofdcoach. Zijn ervaring en omgang met jongeren zijn doorslaggevend geweest. Ook ikzelf ben tijdens die vijf jaar aan de zijde van Paulsen een betere coach geworden. Hij legde het accent vooral op entertainment, op positief voetbal. Onlangs was hij opnieuw in Zuid-Afrika, hij heeft twee ex-spelers van de voetbalschool, Mlungisi Mchunu en Lwazi Sahula, meegenomen naar de Deense tweedeklasser die hij coacht. Ze doen het vrij goed, in de laatste twee wedstrijden hebben ze allebei gescoord.”

Na de voetbalschool volgde de grote stap naar Denemarken. Hoewel Elrio’s moeder beweert dat die stap voor hem evident was, stipt Tommy enkele moeilijkheden aan.

“Natuurlijk heeft Elrio moeilijke momenten gekend in Denemarken, het klimaat en dat hij aanvankelijk niet aan de bak kwam, versterkten dat nog. Maar, hij heeft het gemaakt waar anderen faalden, voornamelijk opnieuw omwille van het familiale aspect. Hij verbleef er aanvankelijk thuis bij Birger Vogelius, de fotograaf van de club. Hij is er vlekkeloos opgevangen. Dat vormde het duwtje in de juiste richting en versoepelde zijn integratie in de Deense maatschappij, hij had louter het voetbal om op te focussen. Elrio was ongeveer achttien toen hij vertrok, voor spelers van die leeftijd is begeleiding onontbeerlijk. Emotioneel hebben ze meer behoeften, tijdens zijn Deense periode belde hij ons ook vaker, gewoon om de voeling met het thuisfront te behouden.”

Ambitie

“Of Elrio ooit de handdoek in de ring zou gooien om een terugkeer naar Zuid-Afrika te overwegen ? (lacht hard) Zo is Elrio niet, hij is een bijtertje. Als het tegenzit, probeert hij gewoon volgende keer zijn kunnen te tonen. ‘ Next time, I will show them’, is zijn redenering. Ik kan me geen enkel moment voor de geest halen waar Elrio het kopje liet hangen, zelfs niet toen hij geweigerd werd voor Ajax Cape Town. Bovendien denk ik dat de stap naar Kopenhagen beter is gebleken voor zijn carrière, niet ? Ondertussen betreuren ze die beslissing in Kaapstad, geloof me (grijnst).

Ook na de slechte interlands op de Afrikacup in Egypte heb ik hem niet eens horen klagen. Niet aan het adres van zijn ploegmaats, niet aan het adres van de coach. Hij levert louter zelfkritiek. Wat niet wil zeggen dat hij geen mening heeft natuurlijk, hij houdt het alleen positief. Dat is er zo ingeprent op de voetbalschool, veel heeft ook te maken met zijn achtergrond. Als je de buurt ziet waaruit hij komt, weet je waarom hij het wil maken, niet voor hemzelf, voor zijn familie. Met het geld dat hij in Denemarken verdiende, wilde hij een nieuw huis bouwen voor zijn moeder, maar aangezien ze niet wil verhuizen, restaureren ze nu het bestaande pand. De wereld waaruit Elrio komt, is er een van drugs, alcoholisme, criminaliteit en werkloosheid. Hier biedt het voetbal een gouden uitweg. Dat beïnvloedt zijn mentaliteit.

“Het duidt meteen waarom hij zich voor een jongere steeds uitzonderlijk snel aanpast, misschien komt het ook omdat hij zichzelf duidelijke doelen stelt. Hij heeft ambitie, maar kent zijn potentieel, hij overschat zichzelf niet, slaat geen stappen in zijn ontwikkeling over. Ik herinner me dat hij ooit een toernooi in Frankrijk moest gaan spelen met het tweede elftal van FC Kopenhagen, na afloop was hij zo blij als een kind. ‘Ik ben klaar voor het grote werk coach,’ vertelde hij me, ’technisch en tactisch sta ik verder dan ooit. Volgend seizoen sta ik in de basis, no doubt.’ Het typeert hem. Hij zou het in eender welke branche gemaakt hebben, ook op school presteerde hij uitmuntend.”

Eenvoud

“Elrio is nog steeds de eenvoudige knaap die ik als jongen van tien voor het eerst ontmoette, nuchter, down-to-earth. Wat hem onderscheidt van andere Afrikaanse spelers is humility, bescheidenheid. Zijn recente successen overseas, zijn selectie voor Bafana Bafana, de nationale elf, het heeft hem geen zier veranderd. Een voorbeeldje ; toen hij vorig jaar terugkeerde van Denemarken ging ik naar Elrio’s huis om wat bij te praten, zijn moeder vertelde dat hij ergens up in the street was, net zoals hij vroeger ook steeds ergens in de straat rondhing. Uiteindelijk zag ik hem op de rand van de stoep zitten met de jongens waarmee hij opgroeide. Geweldig ! Je zal hem bijvoorbeeld ook nooit door het town-ship zien rijden met een dure auto.’

“Bovendien noemt hij me nog steeds coach (trots), een teken van waardering. Dat is de speler en het soort persoon dat hij is. Dat is ook waarom niemand hem zijn successen misgunt. Speelt Elrio een wedstrijd voor Bafana Bafana, dan leeft de hele buurt mee, iedereen loopt nerveus. Hij is het plaatselijke rolmodel. De meeste jongeren willen gewoon voor Elrio’s team gaan spelen. Hijzelf blijft er ijzig kalm onder, hij houdt niet van belangstelling. Op het veld roert hij zich echter, daar is hij een leidersfiguur, maar toch, voor een Afrikaan beheerst hij zijn temperament wonderwel. Ook onder druk blijft hij kalm. Neem nu de Afrika-cupwedstrijd tegen Tunesië. Elrio wordt met de zijlijn in zijn rug ingesloten door twee tegenstanders, maar manoeuvreert er toch uit.

“Door de ervaring die hij opdoet in Europa, wordt hij steeds belangrijker voor de nationale ploeg. Hij is trouwens al belangrijk, ik ben niet bevooroordeeld als ik zeg dat Elrio in zijn elf internationale wedstrijden vanuit technisch oogpunt telkens bij de betere was. Het is spijtig dat Stuart Baxter vertrok bij Bafana, hij heeft Elrio een kans in het eerste elftal gegeven. De coach tijdens de Afrikacup, Ted Dimutri, wilde vooral jongeren uit eigen land een kans geven, een tactiek die faliekant is gebleken. Bij de organisatie van het WK in eigen land moet Elrio een van de dragende figuren worden, net als de centrumverdediger Siboniso Gaxa, een ander product uit de Soccer School. Ik kijk ernaar uit.”

BERT BOONEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content