Nicolas Bughin

© Koen Bauters

In deze donkere dagen kruiden vier scheidsrechters uit vier verschillende afdelingen dit kerstnummer met hun liefde voor de arbitrage. Deel drie: Nicolas, de man in pak.

Zondag, 16u45. In hartje Henegouwen is de topper van 2e provinciale A, tussen Estinnes en Hornu, net op 0-0 geëindigd. ‘Ik woon maar vijf kilometer hiervandaan’, zegt scheidsrechter Nicolas Bughin (35). ‘De trainer van Estinnes is ooit nog mijn trainer geweest. In de ploeg spelen vrienden van mij. Dat maakt het niet makkelijk om hier te fluiten, zeker niet als er dan ook nog eens een discutabele fase is, zoals daarnet. De spelers van Estinnes claimden een penalty, maar voor mij was het er geen.’ Zowat een halfuur na dat akkefietje baant Bughin zich op zijn dooie eentje een weg door de overvolle kantine. De mensen bejegenen hem gelukkig vriendelijk.

Sinds operatie Propere Handen voel ik me vaker beter ontvangen.’ – Nicolas Bughin

‘Het is simpeler om ergens te fluiten waar je niemand kent’, zegt Bughin. ‘Op dagen als vandaag probeer ik problemen te vermijden door bijvoorbeeld niet toe te staan dat de thuistrainer me tutoyeert. Meestal draag ik ook een kostuum met das; dat creëert meteen een bepaalde sfeer. Dan zeggen de mensen: ‘Dag, meneer de scheidsrechter.’ Je zag ook dat mijn wagen vlak bij de kantine geparkeerd stond. Deze middag liet ik iemand speciaal voor mij de koord weghalen die de parking afsloot. Ik had me ook op straat kunnen parkeren, maar door te vragen dat ze voor jou de parking openen, laat je voelen dat jij de scheidsrechter bent en dat je gerespecteerd wil worden. Sinds er scheidsrechters in opspraak kwamen bij operatie Propere Handen, voel ik me vaker beter ontvangen. Alsof de clubs zich er nu sterker van bewust zijn dat ze enkel hun matchen kunnen spelen als er een eerlijke scheidsrechter is.’

Vroeger was Bughin sportjournalist bij La Nouvelle Gazette. ‘Ook op het hoogste niveau kennen de spelers, trainers, supporters en journalisten veel regels niet’, zegt hij. ‘Stel: een verdediger neemt op zijn eigen helft een indirecte vrije trap. Hij speelt de bal terug naar zijn doelman, maar die staat te slapen; de bal rolt in zijn doel. Wat beslis je? Bij een indirecte vrije trap moet de bal een tweede keer geraakt zijn vooraleer hij terug in het spel is, dus moet je in dit geval een hoekschop geven.’

Bughin probeert ‘met feeling’ te fluiten, zegt hij. ‘Als een speler bij een uitzonderingssituatie iets fout doet en niemand heeft dat in de gaten, dan geef ik niet meteen een indirecte vrije trap, want dat veroorzaakt onnodige problemen. Dan leg ik de zaak vlug even uit. Doet diezelfde speler het daarna opnieuw, dan fluit ik wél. Als een match in een prima sfeer verloopt en iemand trapt in zijn frustratie een bal lichtjes weg wanneer er al gefloten is, geef ik hem daarvoor ook niet meteen zijn tweede geel. Maar staat er op zo’n moment een observator voor mij langs de lijn, dan krijg ik wel een slechte beoordeling.’

Bughin rijdt terug naar zijn vrouw en kindjes, die al zullen slapen. Zij hebben hem weer een halve zondag moeten missen. ‘De 29 euro die ik vandaag verdiend heb, stop ik in een apart spaarpotje. Daarmee koop ik tijdens de vakantie een extraatje voor de kinderen. Arbitreren vraagt veel van iemand, ook op familiaal vlak. Zonder passie hou je het niet vol.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content