Waarom kwispelt een hond met zijn staart ? Omdat een hond slimmer is dan zijn staart. Als de staart slimmer was, dan zou de staart met de hond kwispelen. Wie de hond is, en wie de staart, is nog niet helemaal duidelijk, maar dat er de afgelopen week een aardig stukje gekwispeld werd, staat vast. De bom viel vorige week dinsdag, toen Het Laatste Nieuws onder de kop ‘Reconstructie van 30 jaar dopingverleden’ een resem getuigenissen publiceerde die moesten aantonen dat Patrick Lefevere vanaf het moment dat hij renner werd tot op de dag van vandaag doping nam, dealde of stimuleerde. Het verhaal is mooi verpakt, maar blijkt bij een grondige lezing voornamelijk een samenraapsel van straffe verhalen te zijn, in elkaar gedraaid tot een verwarrende tekst. Zo wordt in de inleiding gewag gemaakt van “acht wielermensen uit de buik van het peloton”, terwijl in de tekst slechts zeven getuigen terug te vinden zijn : Luc Capelle, twee verzorgers, twee dokters, één insider en Roland Coolsaet, organisator van de Driedaagse van De Panne. Die laatste doet overigens niet meer dan zijn relaas vertellen van de politie-inval bij het Mapeiteam tijdens de Driedaagse van 1999.

Blijven nog zes ‘getuigen’ over, waarvan er – na veel puzzelwerk – slechts drie met ‘feiten’ komen die ze zelf hebben vastgesteld. Luc Capelle vertelt dat Lefevere als actief renner amfetamines gebruikte, iets wat Lefevere zelf ook toegeeft. Over de intensiteit en de ernst van het gebruik verschillen de heren van mening en is het woord tegen woord. Daarnaast is er nog ‘insider 1’, die vandaag nog steeds een officiële functie heeft in het peloton, maar zelf in zijn getuigenis aangeeft dat hij enkel zicht heeft op het dopingverleden van Patrick Lefevere in de jaren zeventig. Hij stelt dat Lefevere doping dealde bij West-Vlaamse renners én aan zijn bazen bij Marc Zeepcentrale. Ook hier geen bewijzen, het is woord tegen woord.

Tot slot is er nog ‘dokter 2’, de enige getuige die met concrete namen, data en methodes komt, als je tenminste een foutenmarge in acht neemt. Zo spreekt ‘dokter 2’ over een renner die zich in 2001 bij Mapei dopeerde terwijl Lefevere ervan wist : Lefevere zat op dat ogenblik al bij Domo-Farm Frites. Los daarvan : werd er in de jaren negentig doping gebruikt door de renners van GB-MG en Mapei ? Die kans is bijzonder groot en dat is door de betrokkenen ook nooit ontkend. Yvan Van Mol in juni 2005 in dit blad, op de vraag wat er veranderd is sinds 1998 : “Voor 1998 gebruikten veel meer dan vijftien procent van de renners epo. Op een bepaald moment was het de grote meerderheid. Ik heb dat nooit ontkend.” En was het ook georganiseerd binnen de ploegen ? “Binnen sommige ploegen was dat wel duidelijk.”

De precieze rol van Patrick Lefevere en Yvan Van Mol in de epoperiode blijft tot op de dag van vandaag onduidelijk. Net als iedere ploegarts en ploegleider uit de jaren negentig waren ze op de hoogte van het epogebruik, maar of en in welke mate ze eraan meegeholpen hebben, weten alleen zij. Die onduidelijkheid is hun zwakke punt en zal hen keer op keer duur te staan komen. Het verleden zal pas rusten als Patrick Lefevere en Yvan Van Mol man en paard noemen. Beiden moeten, hoe moeilijk dat in de gegeven omstandigheden ook is, hun precieze rol in de epojaren bekendmaken. Alleen door het abces uit het verleden te laten openbarsten, kan de wonde genezen. Pas dan kunnen de stropers goede boswachters worden.

Het heden dan. Ook daar had Het Laatste Nieuws afgelopen dinsdag al een verhaal over : Patrick Lefevere zou Marc Lotz de opdracht hebben gegeven om zich met doping voor te bereiden op de Tour en hem vervolgens verraden hebben bij het gerecht, aldus ‘dokter 1’. Het gerechtelijk dossier verwijst deze beweringen zonder enige twijfel naar het rijk der fabelen en met een heel klein beetje research had deze kwakkel nooit de krant gehaald. Sterker nog, Het Laatste Nieuws had op het ogenblik dat het deze beweringen publiceerde al de getuigenis van de beruchte ‘Quick-Steprenner’ in handen waarin die het verhaal-Lotz ontkrachtte. Toch werd het verhaal zonder enige vorm van voorbehoud of duiding aan het papier toevertrouwd.

Op woensdag publiceerde Het Laatste Nieuws dan de grote klapper : een anonieme Quick-Steprenner getuigde over doping- en drugsgebruik. Bij een eerste lezing leek het hier wél om concrete informatie te gaan die van binnenuit kwam. Na een tweede lezing en wat opzoekwerk blijkt ook dit verhaal heel wat onnauwkeurigheden te bevatten. Een opsomming.

1. Citaat Quick-Steprenner : “De gewone renners zitten in een grote ronde vijf minuten bij Yvan op de kamer. Wat recuperatiemiddelen, beetje suikers, beetje vitamine C. Maar de topcoureurs, die blijven wel veertig minuten binnen, tot twee of drie keer per avond.” Yvan Van Mol volgt sinds 1999 geen grote rondes meer als ploegarts. Zijn laatste langdurige bezoek aan een grote ronde dateert van 2003, toen hij tien dagen in de Vuelta vertoefde. Over zijn aanwezigheid in de Tour de afgelopen jaren zei Van Mol aan Sporza Radio het volgende : “Ik ben in 2005 naar Pau gevlogen om er op de rustdag te praten met Manuel Garate, toen bij Saunier Duval, en Plaza, een manager van een aantal Spaanse renners, in het zicht van een transfer van een van deze renners naar Quick-Step. Uiteindelijk is er voor Garate gekozen. Verder ben ik uiteraard een bezoek gaan brengen wanneer de renners in België waren. Op vijf juli van vorig jaar heb ik ’s morgens met de renners het ontbijt genomen in het Eurotel in Lanaken. In 2004 ben ik Namen geweest waar ik in het hotel met de renners gegeten heb. Dat zijn de enige keren dat ik de laatste jaren in grote rondes aanwezig was.”

2. Citaat Quick-Steprenner : “Er zijn drie dokters in de ploeg, en Cruyt en Alonso weten ook wel wat de hartslag en bloeddruk van elke renner is …” Als de anonieme getuige inderdaad een renner is uit het Quick-Stepteam, waarom kent hij dan de juiste naam van de dokters niet ? ‘Alonso’ is de Spaanse ploegdokter Manuel Rodriguez Alonso. Spanjaarden hebben twee achternamen : die van hun vader en die van hun moeder. De tweede achternaam wordt zelden gebruikt. Net zoals Oscar Freire door niemand wordt aangeduid met zijn tweede achternaam ‘Gomez’, wordt ook Manuel Rodriguez nooit ‘Alonso’ genoemd.

3. Citaat Quick-Steprenner : “… Daarom moet Van Mol die controles afkopen en moest hij een mol in de UCI hebben : om niet betrapt te worden op cocaïne of XTC. Hun dopingproducten worden sowieso niet gevonden. De feestdrugs, díé zijn het grote probleem. Dus nemen de toppers XTC en worden ze getipt over de controles. Ze betalen zoveel duizenden euro en worden beschermd door hun ploegdokter Van Mol weet (sic) wanneer de controleurs langskomen.” Zelfs in het onwaarschijnlijke geval dat Yvan Van Mol de UCI zou kunnen omkopen, dan blijven er nog de out of competition-controles van het wereld-antidopingagentschap WADA en de Vlaamse Gemeenschap, twee organisaties die niets met de UCI te maken hebben.

4. Citaat Quick-Steprenner : “En dan heb je de echte toppers, zij voor wie het systeem in het leven geroepen is. Zij nemen de grote dingen. In Quick-Step is dat doorgaans : epo in lage dosissen, IGF (Insuline Growth Factor, voorloper van het huidige groeihormoon, nvdr) en groeihormoon.” Afgelopen zaterdag publiceerde De Morgen de gemiddelde hematocrietwaarden van de Quick-Stepploeg, gebaseerd op 321 bloedtests, afgenomen tussen 1 januari 2003 en 31 december 2006. De tests werden afgenomen door acht verschillende UCI-controleurs uit vijf verschillende landen en duiden op een gemiddelde waarde tussen 43,3 en 44,4 in de jaren 2003, 2004, 2005 en 2006. Deze waarden liggen rond of onder het gemiddelde voor alle Pro Tourploegen en een woordvoerder van de UCI is dan ook formeel : “Hier zit echt niks verdachts aan. Deze waarden zijn zo consequent en logisch dat ze niet gemanipuleerd kunnen zijn. En bloed liegt niet.” Reactie van Yvan Van Mol : “Waarom zou ik mijn renners epo toedienen als hun hematocriet er niet van omhoog gaat ? Wat voor zin zou dat hebben ?”

Ironisch genoeg leverde Johan Museeuw de afgelopen week het ultieme bewijs dat er binnen Quick-Step geen georganiseerd dopingsysteem bestond. Althans niet in 2003, want waarom moest de absolute kopman van de ploeg anders zijn heil zoeken bij een veearts ?

Niet alleen feitelijk, maar ook psychologisch klopt de getuigenis van de anonieme renner niet. Stel : je bent een renner uit de Quick-Stepformatie, je ziet overal om je heen spuitende en slikkende ploegmaats en je wil dat verhaal kwijt. In vertrouwen en anoniem, want je wil wél je job behouden. Waarom bel je dan een journalist die jouw sport niet volgt in plaats van de wielerredacteuren van die krant die je al jaren kent ? Waarom geef je dan zoveel details bloot over jezelf dat iedereen uit het wielermilieu binnen de vijf minuten een naam op je hoofd kan plakken ?

Terecht rijst er de laatste dagen bijzonder veel twijfel bij de betrouwbaarheid van deze getuige. Sommigen weten met zekerheid dat het géén renner is die tot de huidige ploeg behoort. Sommigen vermoeden dat de getuigenis een samenraapsel is van verschillende bronnen, nog anderen suggereren zelfs dat het hele verhaal verzonnen is. Feit is dat de getuigenis van de renner tot nog toe door niemand, ook niet anoniem, bevestigd wordt, hoewel journalist Maarten Michielssens daar afgelopen woensdag op Sporza Radio nog bijzonder optimistisch over was : “Wij krijgen heel veel telefoontjes binnen vandaag, heel veel informatie, bevestiging langs alle kanten. Veel mensen willen ons helpen, we zullen die zaken screenen en zien wat er verder nog uit komt.” Bij het ter perse gaan van dit magazine op maandagmiddag was er nog geen verder nieuws van die “bevestigingen langs alle kanten”.

Ondertussen is wél duidelijk geworden dat de artikelenreeks in Het Laatste Nieuws meer is dan een journalistieke twist tussen een krant en Patrick Lefevere en daar komen we weer bij het verhaal van de hond en zijn staart. De hond is in dit geval Jean-Marie Dedecker, die, toen Patrick Lefevere hem in de heisa rond de drie Belgische toprenners en hun Italiaans dopingtoerisme een verkiezingsnederlaag toewenste, besloot om Lefevere eens te laten voelen wie er de slimste, de sterkste en de grootste was.

In een poging om zo hard mogelijk met zijn staart te kwispelen, leurde Dedecker bij verschillende media met de informatie die hij als ‘vertrouwensman’ van een aantal mensen uit het sportmilieu verzameld had. Dat werkelijk alle middelen daarbij geoorloofd waren, bewijst het lekken van de intussen beruchte mail van Woestijnvisbaas Wouter Vandenhaute, met daarin de biecht van Johan Museeuw, aan drie verschillende journalisten. De afgeprinte mail die zondag in De Zevende Dag getoond werd – met hoofding van Jean-Marie Dedecker en zijn mailadres in het vakje van de bestemmeling – is de illustratie van het morele failliet van de mens Jean-Marie Dedecker.

Trouwens, nog over de zaak-Museeuw : Patrick Lefevere heeft wel degelijk een fout gemaakt. Hij heeft Museeuw misschien niet verboden om te bekennen, maar hij moedigde hem ook niet aan om open kaart te spelen, en dat is wel wat hij in de geest van de ethische code had moeten doen. Deze fout staat evenwel compleet los van de beschuldigingen die vorige week in Het Laatste Nieuws te lezen waren.

Dedecker bood de Museeuwmail ook aan bij De Morgen-journalist Hans Vandeweghe, die er evenwel niets nieuws in vernam. Toen Vandeweghe naar aanleiding van de zaak- Fuentes schreef dat Lefevere hypocriet was, kreeg hij prompt de drie namen van de renners die een dopingkuur in Italië gevolgd zouden hebben. Eerder had Dedecker deze drie namen niet aan het bondsparket van de KBWB willen geven, zogezegd omdat hij geen “beschuldigende informatie” wou prijsgeven “als ik niet de garantie krijg dat ze binnenshuis blijft.” Omdat de primaire bron van deze informatie niet met Vandeweghe wilde praten, besliste de journalist om ook dit verhaal niet te brengen.

In november kreeg Het Laatste Nieuws dan de videoboodschap van Luc Capelle van Dedecker, zoals Maarten Michielssens zondag aangaf in De Zevende Dag. Eerder had Dedecker de getuigenis al aangeboden bij Telefacts, maar daar werd ze niet uitgezonden wegens te licht. Vrijdagavond deelde Jean-Marie Dedecker in Ter Zake mee dat hij aanwezig was bij drie getuigenissen die in Het Laatste Nieuws zijn verschenen, waaronder die van de anonieme Quick-Steprenner. Twee dagen later was in Panorama te zien hoe Dedecker met Maarten Michielssens naar Milaan trok, volgens insiders om de getuigenis van een Italiaanse arts te gaan optekenen. Ook ‘dokter 2′, de enige die in het ’30 jaar doping’-verhaal met concrete feiten komt, is dus vermoedelijk naar voren geschoven door Dedecker. Conclusie ? Jean-Marie Dedecker hielp Het Laatste Nieuws aan zijn drie voornaamste bronnen : Luc Capelle, ‘dokter 2’ en de anonieme Quick-Steprenner.

Dit bewijst niet dat de opgevoerde getuigen niet betrouwbaar zijn. Het bewijst wél dat Het Laatste Nieuws de afgelopen week heeft meegedraaid in een haatcampagne van een politicus tegen een wielermanager. Met te weinig checks en double checks, zo bewijzen de vele onnauwkeurigheden in de tekst. Met twijfelachtige journalistieke methodes ook, zo toont het geval- Renno Roelandt aan. Toen die zag hoe hij door Het Laatste Nieuws geciteerd werd over de kwestie Lefevere, had hij een Belgabericht van veertig lijnen nodig om de zaak recht te zetten. Maar wat stond ’s anderendaags te lezen in Het Laatste Nieuws ? “Renno Roelandt herhaalde gisteren zijn standpunt over Lefevere.”

Schuldig of niet, voor Patrick Lefevere, Yvan Van Mol en bij uitbreiding de hele Quick-Stepploeg is de schade intussen niet meer te overzien. Volgens een enquête in Het Nieuwsblad gelooft tachtig procent van de lezers dat Lefevere niet zuiver op de graat is. Quick-Step verkoopt normaal 45 koerstruitjes per dag. Vorige week viel dat aantal terug tot één. Yvan Van Mol zag vrijdag zes van zijn zeven patiënten hun afspraak afbellen. De effecten voor de sponsors van de ploeg zullen pas op middellange termijn duidelijk worden en hun weerslag hebben op het al dan niet verlengen van het sponsorcontract.

Hopelijk brengen de processen die Patrick Lefevere en Yvan Van Mol aanspannen tegen Het Laatste Nieuws, zijn hoofdredactie en journalist Maarten Michielssens snel duidelijkheid. Als daar zou blijken dat Het Laatste Nieuws de regels van de deugdelijke journalistiek overtreden heeft, dan is ook hier sprake van een moreel failliet.

loes geuens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content