De rubriek Top Foot in dit blad herbergt een schat aan verrassende informatie. De markantste vaststellingen voor u op een rijtje.
De geelste
Stefan Leleu (Antwerp), Jimmy Smet (RWDM) en Peter Delorge (Sint-Truiden) verzamelden gele kaarten als postzegels.
Jimmy Smet : “In drie jaar Beveren kwam ik telkens aan vijf, hooguit zes kaarten. Dit is echt veel, vooral omdat ik pas na acht speeldagen bij RWDM kwam. Een gemiddelde van één kaart per drie wedstrijden. Slechts één kaart voor protest, de rest het gevolg van fouten. Toch vind ik mezelf geen vuile speler. Een paar van die kaarten vond ik onterecht. Ik ga nooit met de bedoeling een fout te maken, maar ik trek mijn voet ook niet terug in een duel. Ach, echt overdreven vind ik het niet, maar mijn persoonlijk record is het wel.”
Peter Delorge : “Veel van die kaarten kreeg ik voor wat volgens mij niet eens een fout was. Laat ons zeggen dat ik er een vijftal terecht vond. Neem nu zo’n Sandy Martens, die valt zonder dat ik hem aanraak. Het waren allemaal kaarten na een duel, daar tilt men bij STVV minder zwaar aan dan aan kaarten voor protest. Vorig jaar stond ik ook al op zeven. Nee, volgend jaar moet het omlaag. Weet je, ik ben helemaal niet zoals ik overkom. Ik ga stevig door in de duels, maar ik ben geen bruut.”
Stefan Leleu : “Begin jij nu ook al ?”
De vuilste
Geen ploeg die meer overtredingen beging en gele kaarten pakte dan Excelsior Moeskroen.
Hugo Broos, de trainer : “Veel heeft te maken met onze eerste ronde. In de eerste vijftien wedstrijden stonden wij gefrustreerd op het veld. Zo pakten we op Lommel twee rode kaarten. Als het niet goed loopt, kom je vaak een stap te kort en dat uit zich in overbodige fouten en kaarten. Sla er de foutenrangschikking na de heenronde maar op na, toen al stond Moeskroen bovenaan. Ik ben daar niet trots op, maar het is maar een kleine smet op een prachtig seizoen. Om het cru te stellen : ik wil er ieder jaar zo veel fouten bij nemen, als we daar Europees voetbal mee halen. Dat de fairste ploeg van Europa beloond wordt met een Europees ticket, vind ik belachelijk. Als ik naar de Champions League kijk, stel ik vast dat je met elf brave jongens niets kan gaan doen in Europa.”
De properste (1)
Club Brugge beging de minste fouten en incasseerde als team ook de minste gele kaarten.
Trond Sollied, de trainer : “Omdat wij het meest de bal hebben en proberen het spel te maken, is het logisch dat de tegenstander meer fouten maakt tegen ons dan omgekeerd. Een ander punt is dat wij ook op training fairplay nastreven. Sommige clubs verzamelen tien of meer rode kaarten per seizoen. Dat is niet meer normaal. Een speler die tien kaarten per seizoen pakt, moet niet zeggen dat het toeval is of dat hij pech heeft. Je kan één of twee keer pech hebben, geen tien keer. Gele en rode kaarten vertellen veel over de discipline van een speler én een team. Je moet je leren te beheersen. Zelf speelde ik heel mijn carrière als centrale verdediger, maar ik kwam nooit aan drie gele kaarten per seizoen. Tackelen, bijvoorbeeld, dat hoef je niet te doen. Tackelen is het ultieme wapen, als je geen andere meer hebt. Timmy Simons kreeg dit jaar als verdedigende middenvelder geen geel. Dat is geen toeval. Simons tackelt weinig. Omdat wij proberen eerst op de bal te zitten, te anticiperen voor de tegenstander. Dan moet je geen fouten maken waarvoor je een kaart riskeert.”
De properste (2)
Na Club Brugge verzamelde degradant Eendracht Aalst de minste gele kaarten. Opmerkelijk voor een staartploeg, toch ?
Jan Verlinden, rechtsachter : “Misschien speelt mee dat Aalst dit seizoen enorm veel onervaren spelers in eerste klasse lanceerde. Door een gebrek aan ervaring gaan die iets minder agressief voetballen. Maar ik vond ons zeker niet te braaf. Wel misten we een leiderstype, iemand die soms een nuttige fout maakt waarmee je een wedstrijd kan doen kantelen. Soms is een smerige fout nodig om je ploegmaats wakker te schudden. Een harde ingreep die de tegenstander letterlijk en figuurlijk pijn doet, en die daardoor veeleer een tactisch manoeuver is. Niemand bij ons die dat kon.”
Het slachtoffer
Dat de meeste fouten begaan werden op de spelers van Anderlecht, is niet onlogisch. Minder voor de hand liggend is dat na hen die van La Louvière het vaakst foutief werden afgestopt.
Ariël Jacobs, trainer : “Is dat zo ? Ik val uit de lucht. Wel, het strookt alvast niet met het beeld van een ploeg die onderin bikkelt. Ik weet wel dat we tot nieuwjaar geen enkele rode kaart kregen. Naar een verklaring heb ik het raden. Ik heb mijn spelers alleszins nooit opgelegd om fouten uit te lokken of overtredingen te simuleren.”
De aangever
Hoe ouder, hoe onbaatzuchtiger. Of hoe anders te verklaren dat naast Marc Degryse (GBA) met Danny Boffin (Sint-Truiden) nog een 36-jarige het vaakst een ploegmaat aan het scoren zette ?
Danny Boffin : “Het is geen toeval. Bij al mijn clubs is het zo geweest dat ik makkelijker liet scoren dan dat ik zelf scoorde. In mijn zes maanden vorig jaar bij STVV kwam ik uit op acht assists. Dit seizoen zijn bijna alle goals van Mbonabucya ontstaan uit een assist van mij. Dat komt omdat ik Desiré goed aanvoel, net zoals Marc Degryse destijds bij Anderlecht aanvoelde wanneer ik diep ging. Mijn vrije rol op het middenveld heeft er ook iets mee te maken. Als je aan de buitenkant het veld breed moet houden, kan je enkel voor assists zorgen via een voorzet. Je komt minder vaak in de zestien dan ik nu. De helft van mijn assists had ik ook zelf kunnen afmaken, maar ik beleef er evenveel plezier aan als er iemand scoort uit een pass van mij.”
Hoekschoppen
Club Brugge dwong de meeste hoekschoppen af en kreeg er het minst tegen. Door zijn Noorse trainer ?
Trond Sollied, trainer : “Wie zegt dat de impact van hoekschoppen op het resultaat steeds kleiner wordt, moet er toch de statistieken eens op nakijken, bijvoorbeeld die van de WK’s. Doelpunten uit stilstaande fases nemen juist een steeds gróter aandeel in. Toch heb ik nog niet geanalyseerd hoeveel goals precies wij na een hoekschop maakten en hoeveel uit een gewone vrije trap. Maar jouw cijfers geven wel aan hoe een team speelt. Uit het hoge aantal hoekschoppen kan je perfect afleiden dat Club doorgaans op de helft van de tegenstander voetbalt.”
Strafschoppen
Geen ploeg die meer strafschoppen tegen kreeg dan AA Gent. Op één na werden die ook allemaal omgezet.
Jacky Peeters, rechtsachter : “Of we zonder al die penalties Europees voetbal hadden gehaald, kan je niet zeker zeggen, maar we verloren er wel een punt of vijf mee. Tel die bij ons eindtotaal, en je komt wel in de buurt van een Europees ticket. Een aantal van die strafschoppen was het gevolg van onnodige fouten, te veel eigenlijk. Maar goed, als je de onnodige fouten optelt, kom je nog niet aan àl die penalties, hoor.”
De strengste
Afscheidnemend scheidsrechter Eric Romain trok in absolute cijfers én gemiddeld (vier per wedstrijd) de meeste kaarten.
Eric Romain : “Dat soort statistieken geeft een verkeerd beeld. Hoe hoger je ranking als scheidsrechter, des te moeilijker wedstrijden je toegewezen krijgt. In zulke duels worden door de inzet en de stress meer fouten begaan dan pakweg in wedstrijden van Eendracht Aalst. De laatste vier jaar was het telkens van dat. Eigenlijk zou je een coëfficiënt moeten inbouwen die rekening houdt met het belang van de partij die je fluit. Want in Antwerp-GBA, bijvoorbeeld, spelen de spelers op de toppen van hun tenen én op het randje.
“Toen ik begon waren er twee uitersten : Costantin en Van Langenhove. Ik neigde een beetje meer naar Costantin, al vind ik mezelf met de jaren soepeler geworden. Als jonge scheidsrechter ben je minder tolerant. Omdat je de spelers moet laten zien dat je niet met je laat sollen. Als ik nu een speler bij me roep in plaats van hem een kaart te geven, noemt men mij tolerant. Doet een debuterend scheidsrechter dat, dan interpreteren spelers dat als een teken van zwakte. Ik heb wel altijd de reputatie gehad dat ik streng ben. Maar, zeggen de spelers me nu : ook rechtvaardig. Dat doet me plezier.”
door Geert Foutré,