Walter Godefroot tuimelt de wielerwereld weer binnen, als raadgever bij Astana, de ploeg rond Alexandre Vinokourov. Een taak die voor een rist kopzorgen zal zorgen. Maar hij acht het een leuke uitdaging, want ‘een leven zonder problemen is een doelloos leven’.

Veertien jaar was Walter Godefroot ploegmanager bij Telekom, later T-Mobile. Eind vorig jaar zette hij een punt achter dat tijdperk. “Altijd was het : déjà vu”, zegt hij. “Ik voelde geen motivatie meer.” Schluss. Op zoek naar verkwikking en rust, legde Godefroot zich toe op zijn fietsenwinkel in Sint-Martens-Latem en op de gewone, dagdagelijkse beslommeringen.

Tot hij enkele weken geleden telefoon kreeg van Alexandre Vinokourov. Liberty Seguros, het team van de Kazach, was in mei betrokken gebleken bij een grote dopingzaak, met als spilfiguren onder anderen ploegleider Manolo Saiz en ploegarts Eufemiano Fuentes. Een consortium van vijf Kazachse energiebedrijven nam de geldschietersrol van de Spaanse verzekeringsmaatschappij Liberty Seguros over. Astana werd de nieuwe naam van de ploeg, naar de hoofdstad van Kazachstan. Vinokourov, die nooit aan de dopingaffaire gelinkt werd, ging op zoek naar een andere ploegleider. Zijn vinger bleef bij het overlopen van de lijst met eventuele kandidaten steken bij die van Godefroot, een man met wie hij bij Telekom en T-Mobile goed had samengewerkt. De Oost-Vlaming voelde zich vereerd, maar huiverde bij de gedachte aan de administratieve beslommeringen en de financiële verantwoordelijkheden die bij die job horen. Een functie als raadgever, dat zag hij wel zitten. Beter dan niets, dacht de Kazach.

Met nog meer vraagtekens dan antwoorden blikt Godefroot vooruit op de taak die hem wacht. Euforisch over zijn herintrede in de wielerwereld toont hij zich niet. Te veel meegemaakt om daarover nog opgewonden te doen. Realisme troef. Het zijn enkel de trekjes die af en toe rond zijn mond verschijnen en neigen naar een glimlachje, die verklappen dat hij er weer zin in heeft.

Hoe ziet uw taak er nu concreet uit ?

“Ik tracht de ploeg organisatorisch mee op de rails te krijgen en geef raad op het sportieve vlak. Vinokourov heeft me ook gevraagd in de volgwagen mee te rijden bij wedstrijden, voor de koerstactiek. Dat kan gebeuren, maar is eigenlijk niet de bedoeling.

“Hoe het allemaal concreet zal lopen, weet ik in feite zelf nog niet. Veel is nog onduidelijk. Die ploeg, is dat realistisch ? Kan de overname gebeuren ? Kan er een licentie worden bekomen bij de internationale wielerunie ? Welke renners zijn in de dopingaffaire betrokken en kunnen dus in principe niet meer geselecteerd worden ? Kan de structuur die Saiz had opgebouwd en die model kon staan voor die van een profploeg, worden overgenomen ?

“Eigenlijk moet je het als volgt bekijken : het is een kleine onderneming die moet worden opgestart. Ik denk dat ik voor het technische en het organisatorische vlak de juiste mensen ken en ga trachten goede schakels te zoeken zodat die ploeg een toekomst heeft, op lange termijn kan functioneren als een volwaardig team. Daarnaast houd ik me bezig met het materiaal, het wagenpark, de hele structuur. Dat zijn de dingen die ik het liefste van al doe.

“Ik zie het als een plezante uitdaging, ondanks alle moeilijkheden die er ongetwijfeld op me afkomen. Maar een leven zonder problemen is een doelloos leven. Ik herinner mij hoe in de tijd dat ik begon bij Telekom, Frans Van Looy op een dag aangaf dat hij geen volgauto’s had. Toen zijn we er gaan huren, hebben we daar klevers opgeplakt enzovoort. Ik hou ervan om dergelijke problemen op te lossen. Manusje-van-alles zijn, dat ligt me wel.

“En ik heb indertijd bij IJsboerke veel geleerd van Staf Janssens. Die zei : ‘ Manneke, als je in een tunnel zit en niets meer ziet, dan moet je blijven staan en eens rustig nadenken.’ Dat wil zeggen : als de wereld vergaat, er paniek is en je geen alternatief ziet, dien je even beroep te doen op je gezond boerenverstand.”

Vanuit Kazachstan wordt nu geld in de ploeg gepompt. Kan u eens zeggen wie die mensen zijn die zich achter dit project scharen ?

“Ik heb me niet geïnformeerd. Ik weet dat de premier van dat land zijn schouders eronder zet en vind dat al een garantie.”

Het verbaast een beetje dat een man met zoveel ervaring in het milieu niet vooraf tot in de puntjes wil weten waar hij aan begint.

“Ik doe dit als hobby, omdat ik het graag wil. Niet om geld te winnen. Ik heb geen financiële eisen gesteld. Ze vroegen me of ik een contract wilde tekenen en wat ik wenste te verdienen. Ik heb gezegd : ‘Dat bekijken we allemaal over drie maanden.’

“Het schrikt me niet af dat ik niet weet welke richting het uitgaat. Ik heb me ge- engageerd om de zaak te hélpen opstarten. Dat is iets heel anders dan zelf een ploeg te moeten maken. Als dit niet doorgaat, heb ik enkel mijn best gedaan. En mij ter beschikking gesteld. Ik was geen vragende partij.”

Vinokourov was een beslissende factor toen u de overweging maakte. Kan u de band eens omschrijven die u met hem hebt ?

“Ik onderhoud met bijna geen enkele renner een vriendschappelijke relatie. Op het einde van het jaar moest ik vaak met die jongens discussiëren over een contractvernieuwing en mocht ik niet sentimenteel zijn. Een baas over wie iedereen zegt dat hij een goede is, gaat failliet.

“Met Vinokourov heb ik een zakelijke band, ik ben nog niet bij hem thuis geweest. Vinokourov en Erik Zabel zijn jongens die ik apprecieer, omdat het echte professionals zijn. Het klikt, dankzij hun sportieve instelling.

“Bij T-Mobile, waar Vinokourov als Kazach aankwam, denk ik dat ik hem veel mogelijkheden gegeven heb en beschermd heb. Ondanks alles was er eigenlijk veel tegenstand tegen hem, nu kan ik dat rustig zeggen. Een Kazach in een Duitse ploeg, publicitair was dat niet zo interessant. Maar ik heb nooit met de nationaliteit van de renner rekening gehouden. Enkel bij de aanwerving deed ik dat en gaf ik, de verhouding tussen de prijs en de kwaliteit in het achterhoofd houdend, voorrang aan Duitse renners, omdat het een Duitse ploeg was. Dat zal nu ook gebeuren met Kazachse jongens. Ik denk dat je er mag van uitgaan dat er zes à acht Kazachen in de selectie zullen zitten. Het zal moeilijk zijn om allemaal mensen van een hoog niveau te vinden, daar moeten we dan maar rekening mee houden.

“Dit is ook een uitdaging voor de wielersport zelf. Je kan geen Kazachse ploeg maken zonder aan jeugdwerking te doen. Als je daar effectief aan werkt, zijn er veel mogelijkheden. Naar het Oosten toe – ik denk aan de voormalige Sovjet-Unie – kan dit project een geweldige impact hebben. En Vinokourov heeft daar nu al iets teweeggebracht. Ik hoop dat de UCI begrijpt dat er in Kazachstan en omstreken nog veel onontgonnen terrein ligt. Het oude materiaal zal in alle geval naar ginder gaan om de jongeren mee te laten werken. Ik zal daarvoor niet als drijvende kracht gelden, maar wel diegene zijn die ideeën naar voren brengt tot wanneer het vlotjes begint te lopen.”

Uw mening zal gevraagd worden als jongens gezocht worden om Vinokourov te omringen. Wie wil u er graag bij ?

“Ik weet niet wie nu vrij is. Ten tweede is nog niet duidelijk welke richting we uitgaan. Wordt het een rondeploeg of gaat er ook belang gehecht worden aan de klassiekers ? En ten derde ben ik altijd van het principe geweest dat een kopman inspraak moet hebben bij de selectie van de renners.”

Een leven zonder problemen is een doelloos leven, zei u daarnet. Betekent dat dat u zich de afgelopen maanden verveeld hebt ?

“In het geheel niet. Ik heb goed ontspannen, van alles geprofiteerd. Als ik twee uur fietsen uit kartonnen dozen moest halen of materiaal diende weg te voeren naar een klant, deed ik dat met veel plezier. Het was anders en deed me deugd.”

Dat u deze stap nu zet, geeft dat aan dat u verliefder bent op de sport dan u zelf dacht ?

“Ik heb nooit gezegd dat ik de wielersport beu was. In de omstandigheden waarin ik bij T-Mobile moest werken, was het genoeg geweest. Maar ik heb hier thuis alle dagen naar de Ronde Van Frankrijk gekeken. Drie weken lang, klokvast voor de buis. Dan ben je er wel een beetje gek van.”

Zijn er zaken die u zijn opgevallen in de afgelopen Tour ?

“Als je in je zetel zit, verbaas je je er toch over hoe saai die vlakke etappes kunnen zijn. Het is heel anders als je erin meedraait, dan verloopt het sneller.

“Iets anders dat verwondering wekte, was de commentaar die op T-Mobile gegeven werd. Verleden jaar zijn in die ploeg ook fouten gemaakt. Toen waren dat beslissingen van de renners zelf, niet van de teamleiding. Nu ben ik ervan overtuigd dat de tactische vergissingen die aan T-Mobile worden toegeschreven, opnieuw te wijten zijn aan dingen die de renners achter de rug van de ploegleider deden. Als MatthiasKessler en Patrik Sinkewitz in de Pyreneeën op de voorlaatste col beginnen aan te vallen, vol doorrijden, zichzelf opblazen, zich dan opzij zetten en de kopman alleen afleveren, vraag ik me af hoe dom je daarvoor moet zijn. Dat zijn geen instructies uit de wagen.

“Hoe T-Mobile vervolgens verguisd werd en als stupide aanzien werd, dat is iets dat mij echt verbaasd heeft. Ik vind het onterecht, heb weinig fouten gezien. Verleden jaar was de pers fair, werden geen verwijten in die richting gemaakt. Misschien gebeurde dat toen niet vanwege respect tegenover mij.”

Wordt de mate waarin een ploegleider vat heeft op een renner, overschat ?

“Het hangt af van de persoonlijkheden van de twee en de samenwerking tussen beiden. En als renners niet luisteren zijn er twee mogelijkheden : ofwel tolereer je dat, ofwel pik je het niet en roep je hen ’s avonds op het appèl.”

Iets wat nu bij T-Mobile onvoldoende is gebeurd ?

“De vraag is hoeveel invloed de ploegleiding daar nog heeft op sommige renners. Dat is, denk ik, een beetje het probleem bij T-Mobile in het algemeen. Ik had het er al moeilijk mee, maar bij mij durfden ze niet.”

Was u aangeslagen toen u hoorde dat de Tourwinnaar, Floyd Landis, in de Ronde een positieve plas heeft afgeleverd ?

“Ik ben niet snel meer aangeslagen door dat soort dingen. Verbaasd was ik wel, vooral toen ik hoorde dat het om testosteron ging, een van de makkelijkst opspoorbare zaken. Het gaat mijn verstand te boven.

“Maar de prestaties die Floyd Landis in de Tour leverde, zijn geen resultaat van anabolica, wel van het talent van de renner. De medicatie verricht geen wonderen. Die zal de renners een klein percentage beter doen presteren of recupereren, maar is niet van die aard dat het kampioenen maakt. Dát maakt het zo ontgoochelend. Ik ben ervan overtuigd dat hij zonder dat spul dezelfde prestaties had kunnen leveren.”

Wat ging er in u om toen u vóór de Tourstart hoorde dat Ivan Basso en Jan Ullrich betrokken bleken bij de zaak-Fuentes ?

“Ook verbazing. In Spanje werd al langer gesproken over een cyclisme à deux vitesses. Jongens die er heel snel rondreden, konden dat over de grens plots niet meer. De enige vraag die intern gesteld werd, was wanneer de boel zou ontploffen.

“Maar dat er ook buitenlandse renners bij betrokken bleken, kwam als een volledige verrassing.”

Was u ook teleurgesteld ?

“Och… Ik had geen vriendschapsband met Jan. ( denkt lang na) Het was bijna een onverschilligheid.”

Tom Boonen zei na de zwaarste Pyreneeënetappe dat hij erachter staat dat de strijd tegen doping gevoerd wordt. “Maar ze mogen dan ook wel eens iets aan die bergritten doen,” aldus de wereldkampioen, “het is niet meer menselijk.”

“Als Boonen in de woestijn van Qatar vanaf de start een waaier maakt, vinden de klimmers die dat niet kunnen en er achteraan aanbengelen, dat ook onverantwoord. Ik denk dat er veel vermoeidheid en ontgoocheling in die uitspraak schuilde. Wie niet bergop wil rijden, moet niet naar de Tour trekken, maar op de piste gaan rijden. Daar is alles plat.

“In oktober ontvangt iedereen het programma, weet alleman waar hij over moet. Deze Ronde van Frankrijk was niet lastiger dan andere jaren. En dat de concurrentie te rap rijdt, ja, dat is wielersport.”

Sommigen zeggen dat er te veel gevraagd wordt van de renners, wat dopinggebruik in de hand zou werken.

“Daar ben ik niet mee akkoord. Wij konden dat indertijd nog zeggen, maar nu heeft elke renner het recht zijn eigen schema te maken, met gemiddeld zeventig à tachtig wedstrijden per jaar. En bekijk dan eens hoeveel ze er intensief rijden. De Ronde van Qatar, moet je dat meerekenen ? Na de klassiekers is er een maand rust. Dat was vroeger toch ondenkbaar ? Ze hebben een goed inkomen, perfecte verzorging, de bus wacht hen op om hen naar het hotel te brengen. Oké, er zijn de vele verplaatsingen. Maar dat is de job die ze kiezen. Het is algemeen geweten dat er andere sporten bestaan die eenvoudiger zijn.

“Ik ben er wel voorstander van om de Ronde van Frankrijk drie weken te laten duren en de Giro en de Vuelta elk maar twee. Zo worden twee grote rittenwedstrijden op één jaar makkelijker combineerbaar.”

Bent u, nu u weer in de wielerwereld stapt, niet bang om ook eens belazerd te worden door dopingzondaars ?

“Schrik heb ik niet, maar dat wil niet zeggen dat je geen slaag kunt krijgen. Ik heb daarbij stilgestaan en kwam tot de vaststelling dat we met de Kazachse ploeg ook op dat vlak nog met een open vraag zitten : bij wie kunnen we terecht voor de medische begeleiding ?”

U vervult uw taak als raadgever in eerste instantie tot het einde van het jaar. Van wat hangt het af of u doorgaat ?

“Ik ga ervan uit dat ik voortdoe. Bij zoiets wijst het zichzelf uit hoe lang je er bij moet blijven. Op het moment dat ik zie dat ik het kan loslaten, doe ik het. Daarna zal ik vanuit mijn zetel genieten hoe alles goed draait.

“Maar dat is allemaal voorbarig, ik ben nu nog niet té enthousiast. De mogelijkheid dat de ploeg niet van de grond komt, bestaat ook nog. Daar hou ik rekening mee. Ik wacht gewoon af.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content