Peter Mangelschots

In Lier is de operatie redding ingezet. Met enkele puike prestaties is doelman Jan Moons voorlopig de belichaming van de Lierse ambities.

Tijdens de winterstop verkaste Jan Moons van Genk naar Lierse, waar hij samen met enkele andere nieuwkomers moet helpen om de Pallieters in de eerste klasse te houden. Voor Moons betekent het opnieuw voetballen, nadat hij in de mijnstad in het tussenseizoen tot derde doelman was gedegradeerd. “Alles wat er gebeurd is, is min of meer met de mantel der liefde bedekt”, zegt hij. “Genk heeft veel geluk gehad dat Logan Bailly het zo goed deed.”

Hoe ben je de voorbije maanden doorgekomen, zowel fysiek als mentaal ?

Jan Moons : “De eerste maand is moeilijk, want die beslissing kwam als een donderslag bij heldere hemel. De voorzitter had wel aangekaart dat er verjonging zat aan te komen, maar als de trainer die mening oorspronkelijk niet deelt, dan ga je daar wat lichter over. Het is onlogisch dat je opeens derde doelman wordt als je het seizoen ervoor 34 wedstrijden op niveau speelt. Dan is de logica zoek. Ik ging er dus van uit dat het niet zou gebeuren. Als dan blijkt dat het toch zo is, dan heb je het best wel moeilijk om je weer op te laden. Je gaat de voeling met de groep missen en de wedstrijden met de stress die eromheen hangt. Bijwijlen val je echt in een zwart gat. Bij het minste kwaaltje ben je dan geneigd om af te haken. Ik geef toe dat ik mij daar ook af en toe aan bezondigd heb.”

Halve waarheden

Je werd niet alleen teruggezet in de rangorde van de keepers, je werd plots ook afgeschilderd als de rotte appel die de boel verziekte. Zoiets moet dubbel hard aankomen.

“Het was een samenraapsel van indianenverhalen van mensen die ooit in de club gewerkt hebben. Ariël Jacobs bijvoorbeeld heeft daar – zoals ik later vernam – geen fraaie rol in gespeeld. Tussen pot en pint is een aantal dingen gezegd die een eigen leven gingen leiden. Als je over een hele carrière gezien een aantal dingen over iemand bijeenraapt, dan krijg je natuurlijk wel iets bij elkaar. Zo kan je over iedereen een verhaal schrijven. Ik ben iemand die niet snel zal zeggen dat een glas halfleeg is in plaats van halfvol, maar toen ik aan de kant geschoven was, hebben sommige mensen de negatieve dingen erbij gehaald om alles wat in te kleuren. Het spijtige is dat Willy Reynders die verhalen klakkeloos overnam zonder mij daarin te kennen. Dat betreur ik nog het meeste.”

Is er dan niet over gepraat geweest ?

“Toch wel, er is over gepraat geweest. Ze hebben me gevraagd waar die verhalen vandaan kwamen en waarom ze precies toen in de pers kwamen. Nu goed, ik was niet de enige, er zijn ook dingen verschenen over Kevin Vandenbergh waarvan je denkt : er is wel iets van aan, maar het zijn halve waarheden. Ik durf in eer en geweten zeggen dat ik in al die jaren Genk mijn steentje heb bijgedragen. Niet alleen sportief, maar ook extrasportief. En dat wéten ze ook. Maar het is makkelijker om van iemand kwaad te spreken als men die sportief op een zijspoor heeft gezet.”

Als je op jouw leeftijd een heel seizoen niet speelt, dan zit je carrière op het hoogste niveau er allicht op. Heb je daar nooit voor gevreesd ?

“Die gedachte spookt wel eens door je hoofd, maar op training merkte ik dat ik het niveau nog probleemloos aankon. Op zo’n moment is het een voordeel dat je toch nog met de A-kern kan meetrainen. Ik ben niet bij de pakken blijven zitten, ik heb mijn niveau behouden en dan moet je hopen tijdens de winterstop elders onderdak te vinden. Anders loop je het risico dat het voorbij is. Half november meldde Lierse zich, al sleepte het allemaal lang aan, waarschijnlijk vanwege de perikelen van Lierse met de licentiecommissie.”

Hoe kijk je nu tegen de prestaties van Bailly aan ?

“Logan heeft absoluut talent, dat wisten ze in Genk al drie jaar. Het ging erom : kan hij het mentaal aan, hoe weerbaar is hij en hoe gaat hij om met succes en met druk ? Dat waren een paar parameters waarvan men niet zeker was. Er is zelfs sprake van geweest om hem te laten gaan en Sinan Bolat te houden. Laten we zeggen dat de keuze voor Logan een beredeneerde gok was.

“Drie, vier jaar geleden kwam hij als zeventienjarige in de kern en toen had ik nog nooit iemand gezien die op die leeftijd al zover stond. Hij had gewoon alles om er te komen. Het jaar daarop speelde hij met Heusden-Zolder in eerste en kende hij ups en downs. Toen hij terugkwam, haalde hij, mede door blessures, niet direct zijn beste niveau. Het heeft dus wel een paar jaar geduurd voor het talent eruit kwam, al zal het ook wel mijn verdienste geweest zijn dat ik hem al die jaren achter mij kon houden.”

Maar je had op zijn minst een eerlijke concurrentiestrijd verwacht ?

“Ja, dat is zo. Ik ben vroeger met Mampaey en Menzo en in Genk met Brockhauser de strijd aangegaan. Logan hebben ze het wat gemakkelijker gemaakt. Ik weet ook niet wat daar precies achter zat. Sportief zie ik daar de logica niet van in. Dan is er maar één verklaring mogelijk en dat is dat in mijn contract stond dat ik een bepaald aantal matchen moest spelen om een extra jaar te verzilveren. Door mij derde keeper te maken, zorgden ze ervoor dat ik dat niet kon verwezenlijken.”

Kans op behoud

Dan ga je naar Lierse. Was je niet bang om van de strafbank naar de slachtbank te gaan ? Welke sportieve garanties konden ze je geven ?

“Ik heb Lierse zien spelen en ik heb op Genk ook andere ploegen aan het werk gezien. Daaruit kon ik opmaken dat Lierse niet de slechtste ploeg in eerste is. Het tikkeltje geluk heeft vaak wat ontbroken, maar er is nog een kans op behoud. Zolang die kans er is, moet je erin geloven. Men heeft vrij snel ook Tailson, Chris Janssens en Gert Claessens aangetrokken en op de valreep kwamen daar nog Sven Kums en Kenny Thompson bij.”

In een ploeg die onderaan staat, kan een doelman zich in de kijker spelen.

“Je kan je evengoed verbranden, het mes snijdt aan twee kanten. Ik ben niet naar hier gekomen om mezelf in de kijker te spelen en zo een transfer te versieren. Het is een combinatie van opnieuw willen voetballen, want ik ben nog absoluut goed genoeg voor de eerste klasse, en daarnaast Lierse iets bijbrengen en voor de ommekeer zorgen.”

Wat doet het meeste deugd ?

“De wedstrijden zelf, opnieuw plezier hebben in het spelletje en een doel om naartoe te werken. Als je het vijfde wiel aan de wagen bent, dan mis je de gedrevenheid om op korte termijn hard te werken. Je traint dan met het oog op een transfer. Wanneer je zoveel jaren meedraait, dan mis je het echt om elke week die spanning naar de wedstrijd op te bouwen.”

Wil je je carrière afsluiten in eerste, of wil je straks ergens gaan uitbollen ? Misschien bij Heist, je eerste club ?

“Vierde klasse is ineens wel een hele stap terug ( lacht). Ik heb altijd de intentie gehad om te stoppen op het hoogste niveau. Maar stel dat ik nog bij Genk gebleven was en nadien de kans had gekregen om nog even in tweede aan de slag te gaan ? Dan toch misschien, al zou ik het wel moeilijk vinden. Misschien ga ik later voor mijn plezier wel bij de veteranen van Heist spelen.”

PETER MANGELSCHOTS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content