Peter Mangelschots

Het ex-jeugdtalent van Club Brugge en Anderlecht en gewezen Gouden Stud Jamaïque Van Damme bewijst dat onder zijn opvallende haartooi een knap stel hersenen zit. Hij is bezig aan zijn tweede jaar toegepaste psychologie.

J amaïque Van Damme heeft anders wel net een dipje achter de rug. Anderhalve maand geleden al probeerden we hem voor ons bandopnemertje te krijgen. Maar hij werd door zijn club afgeschermd voor de pers. “Ik had last van vermoeidheid. Na het seizoen bij Roeselare was ik rustig beginnen studeren om mijn blok voor te bereiden. Doordat ik opgeroepen werd voor de jonge Rode Duivels, is mijn planning in het water gevallen. Ik kwam terug van de beloften en de examens waren daar. Omdat ik amper voorbereid was, heb ik dag en nacht moeten studeren. Ik ben er in de eerste zit doorgeraakt, maar dat heeft veel energie gekost en dat brak me zuur op na het begin van het seizoen. Er worden hier soms drie competitiewedstrijden per week gespeeld en je moet telkens fris zijn. In België heb je dat ook bij grote ploegen als Anderlecht of Brugge die Europees spelen, maar bij Roeselare had ik het maar één of twee keer meegemaakt.”

Het seizoen begon nochtans goed.

Jamaïque Van Damme : “Ja, ik maakte de winning goal tegen ADO Den Haag en we wonnen ook tegen Ajax, maar dan kende ik een terugval door vermoeidheid en heeft de trainer beslist om mij tegen mezelf te beschermen. Dat heeft gewerkt want het gaat nu weer goed.”

Je staat opnieuw in de ploeg. Heb je het gevoel vertrokken te zijn voor de rest van het seizoen ?

“Mijn bedoeling is alleszins de lijn door te trekken en een goed jaar te draaien. Er is wel veel concurrentie : alle plaatsen zijn dubbel bezet en in de voorlinie hebben we veel spelers met kwaliteiten. Het komt erop aan elke wedstrijd goed te presteren want je weet dat je na een slechte prestatie weer uit de basis kan vallen. Die druk is er wel, maar die maakt je ook beter.”

Hoe is je aanpassing tussen de Nederlanders verlopen ?

“Dat viel wel mee. De mentaliteit van Nederlands-Limburg komt vrij goed overeen met die in België. Dat is nog anders dan in Amsterdam of Rotterdam. Ze zijn vrij direct, maar eerlijk en consequent. Ik heb er geen problemen mee. Bovendien lopen er hier ook veel Belgen rond.”

Klitten de Belgen bij Roda aaneen ?

“Je ziet wel dat ze goed overeenkomen. Dat is normaal, denk ik. Je zit tenslotte in het buitenland. Maar het is niet zo dat we afgescheiden zitten van de groep. We komen allemaal goed overeen.”

Je woont nog in België. Waarom ?

“Ik heb er bewust voor gekozen om in België te blijven wonen. Vanuit Lanaken is het maar 25 minuutjes rijden naar Kerkrade en het bespaart enorm op mijn telefoonrekening.”

Wat is het verschil tussen een Belgische en een Nederlandse kleedkamer ?

“Het gaat er hier losser aan toe dan bij de Belgische clubs, of toch bij Roeselare. Wij hebben een vrij jonge en nieuwe ploeg, de sfeer is positief er wordt veel gelachen. In Roeselare was het allemaal wat serieuzer, maar daar had je natuurlijk ook heel wat oudere spelers. Je ziet wel dat de Belgen over het algemeen wat bescheidener zijn. Het zijn altijd de Nederlanders die dollen in de kleedkamer. Vorig jaar gebeurde dat ook, maar minder. Hier durft het al eens de spuigaten uitlopen.”

Geef eens een voorbeeld.

“Een ploegmaat had mijn autosleutels gepakt en verstopt. Dan heb ik zijn sleutels gejat en zijn auto verzet. De dag erop hebben ze mijn auto zelfs buiten de parking gereden en hier ergens in de wijk gedropt. Ach, het is elke dag wel lachen, er is altijd iets te beleven.”

Op dat ogenblik klopt Ken Leemans, een van de andere Belgen van Roda, op de deur. Of hij hier dat interview over muziek moet doen ? Aangezien wij van niks weten, daagt het snel dat de anderen hem voor de gek gehouden hebben. Met een oer-Vlaamse krachtterm sluit hij de deur weer. Het typeert het sfeertje van jongens-onder-elkaar.

Geen zwakke ploegen

Wordt er ook anders getraind ?

“Ik vind van wel. Er wordt veel nadruk gelegd op passing, zoals bijvoorbeeld op welke voet je moet inspelen. Men let veel meer op de details dan in België. Ook op het tactische vlak wordt er anders getraind. Er worden veel analyses gemaakt van de tegenstander en dan trainen we erop hoe we de match gaan aanpakken, hoe opbouwen en hen vastzetten. Ook wat de looplijnen betreft, werken we zeer gedetailleerd. Vorig jaar was dat toch minder. RaymondAtteveld is vooral met die veldtraining bezig. HuubStevens observeert meer en de tactiek geven ze samen.”

Hoe is je relatie met de trainers ?

“Die relatie is goed. Ze weten dat ik een jonge jongen ben zoals er hier nog een paar rondlopen. Ze weten dat we nog niet constant presteren, maar dat we er wel komen. En ze zijn voorzichtig met ons : wie moe is, zoals ik een paar weken geleden, die krijgt wat rust. Als ze zien dat iemand het moeilijk heeft, dan komen ze wel eens met je praten. Als je ergens specifiek op bij wil trainen, dan gaan ze aan de slag met je.”

Zou je andere jonge spelers aanraden om in Nederland te komen spelen ?

“Dat hangt van speler tot speler af. Ikzelf had niet gedacht dat het verschil met België zo groot zou zijn. In België heb je een aantal topclubs en subtoppers en dan een hele resem clubs die mekaar waard zijn. Als je in België speelt tegen een ploeg die onderaan staat, dan weet je dat je een ploeg tegenover je krijgt die toch minder is dan Gent of Genk. Hier spelen de ploegen uit de staart van het klassement ook nog goed voetbal. Alle ploegen spelen met dezelfde drang naar voren, ook al staan ze voor. Vleugelbacks vallen hier echt aan, ze halen de achterlijn en dat is lastig voor de vleugelspitsen die verplicht zijn te volgen. Dat is een psychologisch spelletje : wie loopt achter wie ? Ik heb nog tegenover geen enkele zwakke ploeg gestaan, waartegen we de match op het gemak konden uitspelen. Elke wedstrijd moet je voluit gaan. Tegen ADO, die laatste staan, hebben we maar met 1-0 gewonnen dankzij mijn doelpunt in de tachtigste minuut.”

Had je dit verwacht toen je twee jaar geleden bij de invallers van Anderlecht op de bank zat ?

“Ik had wel altijd de ambitie om in de eerste klasse te spelen, maar dat het zo snel zou gaan, dat had ik niet gedacht. Ik heb wel de juiste keuze gemaakt om weg te gaan bij Anderlecht. Je ziet het te vaak dat een jonge speler opeens 23 jaar is en nog niet gespeeld heeft. Bij Roeselare heb ik mij wel moeten aanpassen, want er is toch een verschil tussen invallers en een eerste ploeg. Daarom zou het beter zijn dat de invallers in de tweede of de derde klasse zouden meespelen. Na onze promotie via de eindronde speelde ik in de eerste klasse aanvankelijk niet, maar toen ik een kans kreeg, heb ik die meteen gegrepen en ben ik in de basis gebleven. Veel mensen schrokken toen omdat ik zogezegd “opeens” zo goed was, maar voor mij was dat geen verrassing.”

Diezelfde mensen zullen er ook wel van geschrokken zijn dat je naar een Nederlandse subtopper als Roda ging. Heb je het gevoel hen iets te willen bewijzen ?

“Neen, ik heb hen niks te bewijzen. Je voetbalt niet voor iemand anders’ mooie ogen. Je weet van jezelf wat je kwaliteiten zijn, waar je goed in bent en waarin niet. Er zijn altijd mensen die voor of tegen je zijn. Het hangt van jezelf af. Er zijn ook spelers met minder kwaliteiten ver geraakt. Als je werkt, dan kan je een bepaald niveau bereiken. Ik zit nu bij Roda en ik wil hier een goed niveau halen. Ik probeer dit te zien als een springplank, al wil dat natuurlijk niet zeggen dat ik volgend jaar al wegga. Ik wil volgend jaar nog een sterk seizoen spelen en dan zien we wel.”

De domkop van Brugge

Waar zou je binnen drie jaar willen staan ?

“Dat weet ik niet, bij een nog grotere club, maar het maakt niet uit waar. Al is het zo dat niet elke club bij je persoon past. Je moet je goed voelen in het systeem en bij de manier van spelen. Dat moet je ook in overweging nemen. Het is niet altijd de ploeg waar je het meeste verdient, waarvoor je moet kiezen. Ik had de keuze tussen verschillende ploegen. Ik koos voor Roda omdat ik dacht dat ik daar het beste zou passen.”

Nochtans lijkt je frivole spelstijl niet echt te passen bij het werkvoetbal van Roda.

“In het begin heb ik het daar moeilijk mee gehad. Ik moest werken, werken, werken, en dat gaat dan ten koste van je energie om een actie op te zetten. Dat is wel jammer. Ik probeer nu een evenwicht te vinden. Dat was aanvankelijk het moeilijkste, maar met ons systeem kan het niet anders. Misschien spelen we wel een hele goede terugronde en moeten we dan minder werken omdat we beter voetballen. Dan kan ik mijn kwaliteiten misschien beter tonen. Maar goed, tenslotte gaat het om het ploegbelang.”

De twijfels en vooroordelen die er waren over Jamaïque Vandamme, komt dat door je uiterlijk ?

“Enkele weken geleden, toen we tegen NEC speelden, kwam ik nog mijn oude jeugdtrainer van Anderlecht tegen : Eddy Van Daele, die nu scout is. Toen ik van Club Brugge naar Anderlecht ging, vertelden ze hem bij Brugge : “Neem hem maar, ’t is toch een domkop”. Er zijn altijd mensen die tegen je zijn, maar dat is gewoon jaloezie. Eddy zei me dat hij wist dat ik het zou maken. Het probleem in België is dat je kritiek krijgt als je wat anders bent of er anders uitziet dan de anderen. Hier is dat meer aanvaard.”

Nu je in Nederland speelt, sta je bij ons minder in the picture. In België ben je voor velen nog de Gouden Stud, de knapste profvoetballer, die voor Humo poseerde met alleen een sok rond zijn geslachtsdeel.

“Dat blijft me echt achtervolgen. Hier in Nederland komen ze er in elk interview op terug. De foto heeft al in het Algemeen Dagblad gestaan. Hier bij Roda werden alle nieuwe spelers aan het begin van het seizoen gepresenteerd met een mooie foto. Je kan al raden welke ze van mij gekozen hebben. Dan moet ik het verhaal opnieuw doen, maar ik heb er een goed gevoel over.”

Prof op de schoolbanken

Je doet nóg wat anders naast het voetbal : je studeert psychologie.

“Ik kan het nu minder intensief doen. Vorig jaar ging ik naar alle lessen aan de hogeschool in Oostende. Ik ga proberen dit jaar voor een paar vakken erdoor te geraken en er een paar in de tweede zit te doen. Het zou niet erg zijn om een paar jaar langer te doen over mijn laatste twee jaar, als ik maar mijn diploma haal.”

Het zou een mooie revanche zijn op de mensen die je ooit ‘dom’ noemden.

“Dat is waar, maar als je je voor alles moet revancheren, dan heb je een vermoeiend leven.”

Waarom heb je voor psychologie gekozen ?

“In het secundair deed ik eerst sportwetenschappen, maar op Anderlecht ben ik van richting veranderd naar humane wetenschappen. Het vak psychologie trok me aan en ik haalde er goede resultaten voor. Toen ik bij Roeselare kwam, had ik overdag niets te doen omdat we meestal ’s avonds trainden. Mijn ouders hebben me gestimuleerd om dan maar te gaan studeren. Het wordt nu steeds boeiender, je kan zoveel doen met psychologie. Je kan leerlingenbegeleider worden, je kan in een gevangenis gaan werken, zelfs sportpsycholoog worden. Ik denk dat ik die richting zal uitgaan.”

Krijg je bepaalde privileges op school ?

“Bij Roeselare waren voetbal en studie gemakkelijk te combineren. Nu moet ik meer op mezelf doen of met de hulp van studiegenoten. De school begrijpt mijn situatie en houdt er een losse hand in. Sporters die studeren, hebben het immers niet zo gemakkelijk met de tijdsindeling. Ik merk in mijn klas wel dat er een aantal mensen jaloers zijn. Die denken dat ik alles zomaar voorgeschoteld krijg. Dat klopt niet he ! Ik moet er ook hard voor studeren, ze laten mij er ook niet zomaar door.”

En omgekeerd : hoe kijken je ploeggenoten ertegenaan ?

“Ik ben hier de enige die studeert, dus ze keken er wel even raar van op.”

Ben je van plan je diploma ook te gebruiken ?

“Als het nodig is, ja. Ik héb het dan ten minste. In het voetbal kan het snel gedaan zijn door een of andere blessure.”

Je bent in veel zaken een buitenbeentje : op je shirt staat niet Vandamme maar Ja- maïque.

“Daar heb ik zelf voor gekozen. Er zijn wel een paar Vandammes, maar er is maar één Jamaïque. Ze zeggen wel eens dat het iets Braziliaans heeft. Ik vond het gewoon mooi en bij Roda vonden ze het goed.”

PETER MANGELSCHOTS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content