Mbaye Leye heet unaniem dé seizoensrevelatie bij Zulte Waregem. De Senegalese spits blaakt van zelfvertrouwen. ‘Bij Zulte blijven zou een teleurstelling zijn.’

M baye Leye (25) is een man met een doel. Toen de Senegalees op zijn achttiende Dakar verliet om in Frankrijk een diploma literatuurwetenschappen te behalen, was hij vastberaden om zich intellectueel te verfijnen. Onder lichte druk van zijn ouders wilde hij zo snel mogelijk afstuderen en terugkeren naar Dakar om er een lucratieve job te zoeken. Leye verbleef in Frankrijk bij zijn oudste zus, studeerde hard en behaalde probleemloos de gewenste academische graad. Om zijn integratie te vergemakkelijken ging hij voetballen bij Cesson Sévigné, een amateurploegje uit de banlieues van Rennes. Leyes talent bleef niet onopgemerkt en het voetbal gaf zijn leven een onverwachte wending. Profvoetballer worden werd het nieuwe doel. Via omzwervingen bij FC Lorient en Amiens belandde hij uiteindelijk bij Zulte Waregem. Aan de Gaverbeek ontpopte de spits zich dit seizoen tot een van de smaakmakers van onze competitie.

Boter bij de vis

Je keuze voor Zulte Waregem is een uitstekende carrièrezet gebleken.

Mbaye Leye: “Klopt. Speltechnisch ben ik sterker geworden, ik heb afgelopen seizoen hard gewerkt aan mijn explosiviteit. Snelheid op de eerste meters is een cruciaal facet binnen het moderne voetbal. Daarnaast is ook mijn snelheid van denken en handelen verhoogd.

“Het voornaamste is dat ik speelgelegenheid heb gekregen. Zulte Waregem heeft me mijn spelvreugde doen hervinden. Bij Amiens speelde ik zelden, dat gaf me een slecht gevoel. Wie niet speelt, maakt geen progressie. Ik vind niet dat een profvoetballer ooit vrede kan nemen met een stek op de bank. Ik wil altijd op het veld staan. Als ik straks naar een topclub vertrek, wil ik ook daar eerste keus zijn.”

Is een speler die zegt dat hij altijd moet spelen niet arrogant?

“( resoluut) Neen. Ik heb de kwaliteiten om in de basis van een topploeg te staan, in België of in het buitenland. Dat is geen arrogantie, maar zelfvertrouwen. Trouwens, ik geloof dat daar de essentie ligt van topsporter zijn: weten waartoe je in staat bent. Ik wil vooruit in het leven, mijn carrière zit in een beslissende fase. Ik ben Zulte Waregem erg dankbaar, maar mijn ambitie strekt verder. Weet je wat me frustreert? Ik hoor mensen wekelijks zeggen: ‘Tiens, die Leye is toch geen slechte voetballer.’ Waarom geven ze niet gewoon toe dat ik goed ben? Als ik mijn prestaties van afgelopen seizoen had geleverd in het shirt van Standard had ik heel wat meer media-aandacht gekregen. Er zijn nog altijd mensen die niet weten wie ik ben. Die frustratie wil ik kwijt.”

Met andere woorden: als je ook volgend seizoen nog voor Zulte Waregem speelt, ben je een teleurgesteld man.

“Als ik blijf, zal ik me opnieuw 200 procent geven voor de club. ( denkt) Maar laten we eerlijk zijn: ik zou ontgoocheld zijn. Als 25-jarige moet ik hogerop, het is tijd. Ik wil een palmares bijeen voetballen. Trouwens, zelfs voor ik naar Zulte kwam, was ik rijp voor de top. Ik had me elders op een gelijkaardige manier ontplooid. Er is momenteel interesse van zowel Belgische, Duitse, Franse als Turkse clubs. Voorlopig is er echter nog niets concreets. In het voetbal speelt de wet van vraag en aanbod, we zullen zien of er ergens behoefte is aan een type Leye. En ik ga niet hypocriet doen: naast het sportieve aspect is ook het financiële luik doorslaggevend. Als ik bij Zulte Waregem blijf, zal het niet onder dezelfde voorwaarden zijn. Er moet boter bij de vis.”

Spelintelligentie

Je startte pas op je achttiende met voetballen. Had je verder gestaan indien je eerder was begonnen?

“Dat denk ik niet. Ik heb in Senegal nooit in clubverband gespeeld, omdat mijn ouders wilden dat ik alles op mijn studies zette, maar ik heb de basistechniek gewoon op straat geleerd. Het is dus niet zo dat ik op mijn achttiende zonder enige technische bagage begon te voetballen. Anderzijds heb ik op het tactische vlak ongelooflijk veel heb bijgeleerd toen ik mijn Franse amateurclub verruilde voor Lorient. Trainers Hervé Guégan en Christian Gourcuff hebben me de essentie van het spelletje doen inzien. Gourcuff wordt in Frankrijk alom geprezen om zijn tactische brein: van hem leerde ik het belang van positiespel en looplijnen.”

KV Mechelenspeler Aloys Nong vindt het een voordeel dat hij in Kameroen nooit in teamverband speelde. Hij meent dat Afrikaanse spelers in hun thuislanden misvormd worden op het tactische vlak, akkoord?

“Niet echt, hoewel het wel klopt dat de basis van Afrikaans voetbal vrijheid is. Efficiëntie staat niet voorop en veel Afrikanen zijn verliefd op de bal. Ils font trop. Er zit een kern van waarheid in wat Nong zegt, want een speler die niet in Afrika voetbalde, zal wellicht sneller voor de evidente pass kiezen en eentijdsvoetbal spelen. Anderzijds geloof ik dat spelers met een gezonde dosis spelintelligentie zich altijd probleemloos kunnen aanpassen aan de Europese spelstijl. Een talentvolle speler is in staat zich aan te passen aan elke ploeg, aan elke trainer en aan elke voetbalmentaliteit.”

Voor het seizoen gaf je aan met Zulte Waregem in de subtop te willen spelen, had je de kwaliteit van de ploeg overschat?

“Neen, maar het is natuurlijk wel zo dat ik de ploeg vooral kende door de bekerwinst van 2006 en de prestaties die ze in 2007 in de UEFA Cup hadden geleverd, misschien heeft dat me een beetje op het verkeerde been gezet. De zestiende finales spelen is toch niet niks.

“Mijn keuze om naar België te komen was alleszins niet impulsief. Mijn ex-ploegmaat Benjamin Nicaise kwam op dat ogenblik al uit voor Bergen, hij was positief over het niveau van de competitie, dat heeft me overtuigd. Ik blijf trouwens van mening dat de Belgische competitie onderschat wordt. Ploegen zoals Standard of Gent hebben me verbaasd. Bovendien lopen er met jongens zoals Boussoufa, Ruiz of Fadiga enkele absolute smaakmakers rond.”

Open geest

Hoewel je je ontpopt hebt tot een leidersfiguur in het elftal van Zulte, geef je naast het veld een gereserveerde indruk. Word je een ander persoon op de grasmat?

“Ja, een goeie speler is competitief ingesteld. Dat heb ik in me, zelfs op training zal ik altijd het voortouw nemen en voluit gaan. De voorbereiding op de wedstrijd begint voor mij op maandag. Ik ben mentaal sterk en kan de ploegmaats met mijn gedrevenheid op sleeptouw nemen.”

Twijfel je ooit aan jezelf?

“Zelden. Die zelfverzekerdheid zit er ingebakken, met twijfel kom je nergens. Toen ik op mijn achttiende Senegal verliet, wist ik wat me te doen stond: ik ging mezelf bewijzen in Europa. Pas op, als je als jonge gast je thuisland verlaat, ben je sowieso erg onzeker. De temperatuur, de mentaliteit van de mensen, het feit dat je je moedertaal niet kan spreken (Leyes moedertaal is het Wolof, de meest gesproken inheemse taal van Senegal, nvdr), het zijn allemaal stressfactoren die je moet overbruggen. Voor mij was het een groot voordeel dat ik vlot Frans praatte voor ik naar Europa kwam, voor jonge Senegalezen is dat vaak niet het geval. Nu ja, wie iets wil bereiken, moet opofferingen maken.”

Door je komst naar België moest je je op korte termijn opnieuw aanpassen aan een ander land, was dat lastig?

“Cruciaal voor mijn ontwikkeling was de mentaliteit die heerst binnen de ploeg van Zulte. Ik vind het fantastisch dat iedereen een inspanning levert om me in het Frans aan te spreken, het heeft mijn aanpassing versneld. Ik integreer me over het algemeen vrij moeiteloos, dat heeft te maken met een open geest. Toen ik naar Frankrijk kwam, wilde ik zo veel mogelijk nieuwe mensen leren kennen. Ik heb niet de fout gemaakt om slechts met landgenoten op te trekken, veel allochtonen doen dat wel en vervreemden zo van alle anderen.”

Professionaliteit

Wat is de sleutel tot een vlotte integratie?

“Je neemt stukken van de gastcultuur over, terwijl je ook je eigen achtergrond in het achterhoofd houdt. Ik pas me steeds aan tot op een bepaalde hoogte, maar ik zal nooit proberen Europeaan te zijn. Heel wat Afrikanen die naar Europa komen europeaniseren, ze worden individualistisch en vergeten hun Afrikaanse aard. Dat wil ik niet: als ik in Senegal kom, heradem ik. De Europese levensstijl is zo anders: wij leven op het gemak én vooral samen. Fraternité, solidariteit tussen mensen, dat blijft voor mij iets wat je vooral in Afrikaanse landen aantreft.”

Mis je dat?

“Het gebeurt dat ik een goeie match speel en bedroefd ben omdat niemand van mijn familie me zag spelen. In een dipje vraag je je dan wel eens af voor wie je het eigenlijk allemaal doet. ( stil) Versta me niet verkeerd, ik voel me goed in België. Vlamingen zijn perfectionistische mensen, weten wat ze willen en zijn erg serieus over hun werk. Van mijn ouders kreeg ik gelijkaardige waarden mee: ik lach graag, maar niet in een professionele context. Voor mij bestaat er een strikte scheiding tussen werk en amusement.”

Dat professionalisme typeert je, zelfs voor de begrafenis van je vader zakte je niet af naar Senegal, omdat je wilde presteren voor je club. Stuitte dat op onbegrip bij sommige familieleden?

“Neen. Ik had het even moeilijk als de rest van mijn familie. De uitwedstrijd op Westerlo, die snel na het nieuws van mijn vaders dood volgde, was zwaar. Ik had het moeilijk om geconcentreerd te blijven. Ach, het is opnieuw de opvoeding die speelt, mijn moeder had aan de telefoon benadrukt dat het mijn plicht was om loyaal te zijn ten opzichte van mijn team. Het is een kwestie van je verantwoordelijkheid nemen. In samenspraak met mijn broers en zussen heb ik beslist om in België te blijven en te voetballen, op Westerlo heb ik gespeeld voor mijn vader. Sommigen vonden het vreemd dat ik gespeeld heb, misschien gaan Afrikanen wat soepeler met de dood om. Sterven is nu eenmaal eigen aan het leven. Mijn vader was ziek en zijn ziekte woog psychologisch op de hele familie. Hij werd uit zijn lijden verlost.”

Je bent moslim, put je kracht uit je religie?

“Ik lees de koran en ik bid enkele keren per dag, dat sterkt me. Enfin, het is niet zo dat ik anderen mijn geloof wil opdringen: mijn vrouw is Française en niet-moslim, dat geeft geen enkel conflict. Nogmaals, zoals veel Senegalezen heb ik een open geest, ik respecteer andere overtuigingen. Geloof is voor mij een uiterst persoonlijke materie. Ik hou niet van strakke geloofsprincipes, ik vind bijvoorbeeld dat euthanasie in sommige situaties – als de patiënt felle pijnen moet doorstaan – gerechtvaardigd kan zijn, ook al is dat in strijd met religieuze richtlijnen. Mensen hebben recht op hun waardig-heid.” S

door bert boonen- beeld: christophe vandereecken

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content