Op de Memorial Van Damme neemt Kim Gevaert straks afscheid van de atletieksport. Elodie Ouedraogo zal er met pijn in het hart haar vriendin en collega uitzwaaien. ‘Wij, dat was altijd Kim en Elo: zag je haar, dan zag je mij.’

De 32ste editie van de Memorial Van Damme moet komende vrijdag één groot feest worden. Er is de triomfantelijke Tia Hellebaut die haar gouden plak uit Peking komt vieren. Er is de grote confrontatie tussen de spurtkanonnen Usain Bolt, Asafa Powell en Tyson Gay – de clash die er in Peking nooit kwam – op de 100 meter. En er is Kim Gevaert

Op haar dertigste neemt ze in het Koning Boudewijnstadion afscheid van het Belgische publiek. Wie zeker in de tribunes zal zitten om Kim te fêteren, is Elodie Ouedraogo (27). Al tien jaar lang de trainingspartner én hartsvriendin van de succesrijkste sprintkoningin van België. Een paar weken geleden liep het onafscheidelijke duo samen met Olivia Borlée en Hanna Mariën naar olympisch zilver op de 4x100m, het mooiste geschenk dat ze Kim Gevaert konden schenken. Elodie Ouedraogo: “In Peking, vlak voor de finale van de 4×100, beseften we ineens: dit is de laatste keer dat we samen lopen. Dat was toch efkes slikken … om dan te zeggen: kom, we geven er een lap op. Een van mijn mooiste ‘Kim-momenten’.”

Waren jullie niet allemaal gewoon heel opgelucht, want er waren toch wat twijfels omtrent de peesproblemen van Kim?

“Niet echt. Ik trainde elke dag met haar en ik wist wel dat het goed kwam voor die Spelen. Die pezen, dat is een probleem waar Kim al acht jaar mee sukkelt. Naar die Spelen toe ontstond er zodanig veel druk rond haar dat de media die blessure misschien wat gedramatiseerd hebben.”

“Ja, vooral omdat er nog geen medailles behaald werden door de Belgische delegatie. Iedereen focust zodanig op die medailles dat sommige andere knappe prestaties over het hoofd gezien worden. Mensen lijken niet te beseffen dat het echt niet evident is om het podium te halen op de Spelen.”

Vergelijk de wedstrijd eens met die op de Spelen in Athene, waar jullie zesde eindigden?

“Het was heel vreemd dat er op de piste geen tape voorzien was. Normaal krijg je een stuk gekleurde tape om als merkteken op je baan aan te brengen, in Peking waren ze dat blijkbaar vergeten. Gelukkig liepen we na de mannen, dus konden we stukjes tape van bij hen pikken. Het was raar: ik heb het nog nooit op een atletiekmeeting meegemaakt dat je je eigen tape moest meepakken.”

Zag je in de finale meteen dat het goed zat?

“Ik zie normaal gezien alleen Olivia lopen, dan motiveert het wel als je merkt dat ze goed vertrokken is. Dan denk ik: komaan, ik mag niet diegene zijn die het verknoeit. De derde plaats – waar ik loop – is op dat gebied lastig: pas als ik de bocht uitkom, zie je op welke positie we lopen in vergelijking met de rest. Je zag wel dat we allemaal zeer gefocust waren voor de wedstrijd.

“Op de piste wissel je weinig blikken met de concurrentie. Dat gebeurt in de call room, vlak voor je op moet. Daar proberen de atleten elkaar af te bluffen door zo cool mogelijk te doen. Een van de typische trucjes is zo laat mogelijk in de call room binnenkomen, omdat je op die manier de concurrentie dwingt om naar jou te kijken. De Britse meisjes waren duidelijk gebrand op een goede prestatie tegen ons. Bij ons was iedereen kalm, we hadden de derde tijd, we beseften dat we eigenlijk wel een medaille konden halen.”

Je vertelde eens dat jullie vroeger tot vijf minuten voor jullie op moesten nog sketches van In de Gloria stonden na te spelen. Gebeurt dat nog?

“Neenee. De situatie is nu anders. Vroeger waren we al tevreden als we de finale haalden op de 4×100, nu denken we eerder: toch maar niets aan het toeval overlaten.”

Die finale was toch ook al min of meer een internationale afscheidsronde van Kim. Merkte je op de Spelen dat er vanwege de concurrentie respect bestond voor haar carrière?

“Zeker. Haar afscheid was heet nieuws in tal van nieuwsuitzendingen in de meest verscheidene landen. Het stond ook op de website van de IAAF aangekondigd. Dat komt omdat ze er zoveel jaren heeft gestaan, Kim was geen eendagsvlieg die ineens een superjaar had en dan twee mindere. Bovendien een blanke, Europese sprintster die zich tussen al dat geweld staande hield. En zichzelf bleef. Vriendelijk en bescheiden. Dat hebben de andere atleten ongetwijfeld ook gezien. Er zijn op de Spelen heel veel mensen iets komen zeggen tegen haar. Francis Obikwelu, de Amerikaanse sprinters, Russinnen, …”

De sprintnummers op de Spelen werden gedomineerd door de Jamaicanen. Worden daar onder de atleten vraagtekens bij geplaatst?

“Jamaica heeft natuurlijk een sprintverleden – denk aan Merlene Ottey en Don Quarrie – dus ze hebben die traditie. Voor elke zege die Usain Bolt of Veronica Campbell nu boeken, staan er in het thuisland wellicht al 30 of 40 nieuwe talentjes te springen om net zoals zij te worden. Ik mag daar verder geen uitspraken over doen, ik zou het ook niet leuk vinden als ik olympisch kampioen word en anderen daar meteen vraagtekens bij zetten. Anderzijds zou het hypocriet zijn om te ontkennen dat er onder de atleten gepraat wordt over die prestaties van Bolt. Hij leek in de reeksen van de 200m wel te joggen, terwijl de rest alles uit de kast haalde.”

Opvolging verzekerd

Een van de grote krachten van de 4×100 ploeg is de stokwissel tussen Kim en jou. Jullie trainen al zolang samen dat die blindelings verloopt. Die troef valt nu wel weg.

“De kracht was vooral dat we twee jaar lang met hetzelfde team konden lopen. Onze wissels waren altijd goed. Je leert mekaar vertrouwen, zelfs als het op training niet perfect loopt. We zullen zeker tijd nodig hebben om Kim te vervangen, maar ik geloof nog steeds in dit team. Er staat opvolging klaar. We trainen met meer dan vier mensen, hé, al langer dan vandaag.”

Wie zit er volgens jou in de wachtkamer van de Belgische atletiek?

“Er is voldoende talent. Het doel moet het EK 2010 zijn. Of ik daarbij ben, weet ik nog niet. Het wordt afwachten wat mijn evolutie op de 400m horden zal opleveren. Ik zal Rudi ( Diels, nvdr) moeten overtuigen dat ik een plaats in de aflossingsploeg waard ben.

“Ik kijk wel uit naar de progressie van Olivia, Hanna, Frauke Penen, Anne Zagre – vijfde op de 100m horden op het WK junioren -, Elisabeth Davin, Eline Berings, … Ze hebben potentieel, maar dat wil nog niet zeggen dat het eruit komt. De tijd zal het uitwijzen.”

Kim was op vele manieren een voortrekster. Ze opende voor de vrouwelijke atleten de poorten naar de internationale kampioenschappen. Een aparte wereld.

“Geen evidente wereld, in ieder geval. Je reist alleen en je komt op hotelkamers te liggen met concurrentes. Niet iedereen kan daarmee om. Met wat tegenslag deel je de kamer met mensen waar je totaal niet mee overeenkomt, dan zijn dat twee of drie lastige dagen. Op haar twintigste ging Kim al naar die internationale wedstrijden, ik zou dat op die leeftijd niet gekund hebben.”

Heb je Kim de voorbije tien jaar veel zien veranderen?

“Absoluut. Van verlegen meisje naar een fantastische, assertieve en mooie vrouw. Kim staat er nu, ze weet wat ze wil en wijkt niet af van haar doelen. Ze kwam voor het eerst in de profwereld piepen in de periode dat er kleppers als Merlene Ottey en Irina Privalova rondliepen, het is een hele prestatie om daarin overeind te blijven.”

Jij bent ook veranderd. Rudi Diels, die zowel jou als Kim traint, vertelde dat er twee Elodies bestaan: die voor ze Kim leerde kennen, alles won en dacht dat het vanzelf zou gaan, en dan de Elodie nadat ze Kim leerde kennen en besefte dat ze ervoor moest werken.

“Klopt. Je ziet het zo vaak: jonge talenten die alles winnen en denken dat ze er al zijn. Tot je op grote kampioenschappen komt en merkt dat iedereen sneller loopt dan jij. Ik heb het geluk gehad profatlete te kunnen worden en veel met Kim te kunnen trainen.”

Klikte het met Kim van in het begin?

“Ja, vreemd genoeg, want we zijn verschillende karakters, misschien daarom dat we elkaar aanvullen. Ik ben de impulsieve, terwijl Kim diegene is die goed nadenkt voor ze iets zegt of aanpakt. Ik leerde van haar wat langer na te denken, zij leerde van mij wellicht wat assertiever te zijn en makkelijker foert te zeggen. Daarbuiten hebben we wel dezelfde humor en vinden we dezelfde mensen leuk.”

Je zou graag hebben dat ze vanaf nu als je manager optreedt?

“Ik zeg dat wel, ja, maar ik denk dat Kim nu ook wel andere prioriteiten heeft. Ze wil een groot gezin. Als manager moet je toch ook weer reizen, enzovoort … Ze zal de komende maanden vooral thuis willen zijn. Op adem komen en enkel de dingen doen die ze graag doet.”

Is Kim nu binnen?

“Dat weet ik niet. Wij praten niet over contracten of geld. Ik hoef dat ook niet te weten, maar ik vermoed dat Kim niet slecht geboerd heeft.”

Traantjes op de Memorial

Wat staat er dit jaar nu nog op het programma voor jou?

“Dat weet ik nog niet, gewoon trainen en me bezighouden. Misschien een wedstrijd ergens. Het is immers nog wat te vroeg om het seizoen al af te ronden.”

Is het moeilijk je weer op te laden nu je weet dat het in de toekomst zonder je goede vriendin zal zijn?

“Nee, momenteel leef ik nog op die wolk van Peking. Maar onvermijdelijk denk je er wel eens aan, de trainingen zullen anders zijn. Ik heb tien jaar lang samen met Kim getraind, dat wis je niet zomaar uit. Vroeger was het altijd Kim en Elo, hé. Zag je Kim, dan zag je mij steeds in de buurt. Ik verlies mijn maatje. Er waren veel dagen dat we elkaar meer zagen dan onze partners. Maar ik begrijp haar, het is genoeg geweest. Ik hoop dat ik later met eenzelfde goed gevoel als Kim afscheid kan nemen van de sport. Dat is de droom van elke topsporter.”

Gaat ze de atletiek missen?

“Ik denk het wel. Tegelijkertijd merk ik dat ze enorm veel zin heeft in deel twee van haar leven.”

Kim stopt op een toppunt. Had ze niet nog beter gekund?

( twijfelt) “Fysiek zat ze niet aan het einde van haar Latijn, wel mentaal, denk ik. Ze was klaar voor andere dingen. De grootste vrees van iedere topsporter is het jaar te veel, dat je in de helft van het seizoen in alle stilte de aftocht moet blazen. Op training merkte je weinig aan Kim, maar je zag dat ze – door de wetenschap dat het haar laatste jaar werd – heel gemotiveerd was om niets aan het toeval over te laten. Ze deed extra buikspieroefeningen, terwijl wij dachten: moet dat nu allemaal?”

Jijzelf beweerde ook geregeld dat je in 2008 zou stoppen.

“Ik ben in een heel andere generatie groot geworden, die van Nancy Callaerts, Lien Huygebaert, Katleen De Caluwé, Audrey Rochtus en Kim. Ik ben de enige die overblijft, dat zet je aan het denken … Ik merk bij al die meisjes dat ze heel gelukkig zijn met hun nieuwe leven. De stages die we samen deden, missen ze wel, maar je krijgt er een ander geluk voor in de plaats. Maar dan besef je plots weer dat dit een job is waar velen van dromen en dat je dat niet zomaar op je 27ste al vaarwel moet zeggen.”

Wat mogen we van jou verwachten op de 400m horden de komende jaren?

“Dat weet ik niet. Dat is net het leuke: ik doe die discipline nog maar twee jaar, ik weet nog niet waar mijn limieten liggen. Dat was op de 200m wel het geval. Ik wist dat ik nooit de top kon halen. Kim en de Française Muriel Hurtis waren zowat de enige twee Europese die zich in al dat sprintgeweld staande konden houden. Tja, dan weet je het wel. Ik had geen zin om keihard te trainen om slechts halve finales te lopen. Misschien blijkt dat in de 400m horden ook het geval, maar dat weet ik nu nog niet.”

Doet Kim voor de fun nooit eens mee aan een hordetraining?

“Vroeger durfde ze in deze periode wel eens horden of polsstokspringen mee te doen om zich gemotiveerd te houden. Maar als je wat ouder wordt, zie je in dat het redelijk onnozel zou zijn om op die manier je ligamenten te scheuren. Wij kennen Kim enkel als sprintster, maar héél vroeger deed ze eigenlijk aan hoogspringen. Ze was daar zelfs meer dan behoorlijk in. Tia was Kims grote voorbeeld. Soms zegt ze dat ze het jammer vindt dat ze vroeger niet wat meer verschillende disciplines kon uitoefenen.”

Sprinten jullie op training wel eens tegen elkaar?

“Soms, maar ik heb haar nooit kunnen kloppen. Ik kon haar wel eens uit concentratie brengen met een valse start.” ( lacht)

Het Koning Boudewijnstadion is een goede piste voor sprinters, mogen we een knallend afscheid van Kim verwachten?

“Het is een snelle baan, door die mondo-ondergrond. Tartan is trager. De Memorial is voor veel atleten een ideale gelegenheid om revanche te nemen. Ik denk spontaan aan de clash tussen Bolt, Powell en Gay op de 100m, of de strijd Hellebaut- Vlasic in het hoogspringen. Er zijn altijd mensen die een falen op de Spelen willen rechtzetten. Ik ga zeker zelf kijken.”

Heeft ze nog iets aan jou gezegd over dat afscheid?

“Dat gesprek hebben we nog niet gehad, het seizoen is nog niet gedaan, hé. Iedereen wil nu nog even sterk blijven en wellicht vloeien er op de Memorial wel heel wat traantjes.” S

door matthias stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content