Om te voldoen aan de gestegen verwachtingen en de eigen ambities besliste Zulte Waregem de weg naar het professionalisme in te slaan. Op het kruispunt tussen heden en toekomst is de club zowel structureel als sportief meer dan ooit in beweging.
In de zes seizoenen van zijn nog jonge bestaan excelleerde Zulte Waregem doorheen derde en tweede naar de eerste klasse. Met een doordacht financieel beleid, vooral gebaseerd op het Zultse verleden, en een steeds groter wordende en terugkerende achterban met een Waregemse achtergrond, stond in de sterren geschreven dat er in het Regenboogstadion ooit opnieuw eersteklassevoetbal geserveerd zou worden.
Die snelle sportieve opgang zorgde ervoor dat de club in alle geledingen de zeilen moest bijzetten. Tijdens het kampioensjaar in de tweede klasse telde het nog geen enkel voltijds personeelslid, combineerde Luc Dhaenens zijn taak als sportief manager met die van adjunct-directeur van het Vrij Technisch Instituut in Waregem en stond met Molecule een hoofdsponsor op de shirts die willens nillens zijn stempel op de club(kleuren) drukte.
Bij het debuut in de eerste klasse werd de fusieclub geroemd om zijn sympathieke imago, met overdag werkende spelers, avondtrainingen, en zijn keuze voor overwegend Belgische spelers. Toen die kleine club ook Gent, Standard, Genk en Club Brugge klopte en zijn hand uitstak naar de beker van België, was duidelijk dat Zulte Waregem een aanwinst kon zijn voor het Belgische voetbal.
De juiste man op de juiste plaats
Om zijn basis te verbreden en de structuur uit te bouwen werd Vincent Mannaert aangetrokken als algemeen manager. Hij moet ervoor zorgen dat Zulte Waregem zijn commerciële troeven optimaal uitspeelt. Op die manier kunnen er meer financiële middelen gegenereerd worden die de sportieve uitbouw moeten ondersteunen en garanderen. De taak die op de schouders van Mannaert rust, is niet gering. Met slechts vier voltijdse werkkrachten moet Mannaert de club een bedrijfsimago aanmeten, een aantrekkelijk product voor potentiële partners.
“Mijn eerste taak, de interne werking van de club doorlichten, was vrij vlug achter de rug. Daarna was het zaak om alle bestaande medewerkers een duidelijke functieomschrijving en takenpakket te geven, een prioriteit bij mijn aanstelling. Door mijn sportieve kennis en commerciële en juridische achtergrond is mijn integratie vlot verlopen. Op het sportieve vlak maakte ik al mee werk van de verlenging van enkele spelerscontracten en voerde de onderhandelingen over de premies voor de Europese wedstrijden.
“Een van de struikelblokken voor de uitbouw van de club lijkt het stadion te zijn. De atletiekpiste rond het veld belemmert een verhoogde interactie tussen de gebeurtenissen op het veld en de sfeer op de tribune, en de plaatselijke atletiekvereniging AZW staat ook op haar strepen. Ofwel moet de huidige piste, die toe is aan een nieuwe toplaag, behouden blijven, ofwel moet uitgekeken worden naar een andere bestemming voor de piste. Toch hoopt de club op korte termijn zijn stadion te kunnen aanpassen aan de noden van een subtopper. Een nieuwe accommodatie op een andere locatie is op dit moment niet aan de orde.
“Momenteel voeren we constructieve gesprekken met het stadsbestuur. Ook de atletiekvereniging is daarbij betrokken. De komende maanden zal duidelijk worden welke richting het zal uitgaan. Onze huidige locatie, dicht bij de snelweg en het centrum, voldoet aan de eisen en daarnaast moeten we zien in welke mate er een uitbouw en renovatie van het stadion kan komen. De capaciteit zou moeten evolueren naar twaalf- tot vijftienduizend toeschouwers en het comfort voor zowel de gewone supporter als de commerciële partners moet omhoog. Het moet lukken om een goeie oplossing te vinden voor alle partijen.”
Communicatie en organisatie
Met de restyling van de outfits kondigde de club bij het begin van het seizoen ook de komst van een nieuwe hoofdsponsor aan. Groep Huyzentruyt engageerde zich voor drie jaar. Het bedrijf hield van bij het begin van de samenwerking rekening met de structurele en organisatorische kinderziektes die overwonnen moesten worden, maar Yves Verbeke, marketingmanager van de bouwgroep, ziet een positieve evolutie.
“Ons engagement voldoet aan de verwachtingen, vooral op het vlak van visibiliteit van ons merk en de netwerking in onze lounge. Wij kenden natuurlijk het bijkomende geluk dat we lang meedraaiden in Europa. We beseften dat we van een club in volle expansie het eerste jaar niet konden verwachten dat hun werking op punt zou staan. Ik denk dat zij zich ook bereid toonden te leren van onze professionaliteit in het bedrijfsleven. De komst van Vincent Mannaert heeft in dat licht duidelijk voor een versnelde evolutie gezorgd. Voorheen was het niet altijd duidelijk wie ons aanspreekpunt was. De communicatie verliep soms mank en dat leidde wel eens tot ergernissen. De lat lag bij ons hoger op het vlak van organisatie. Nu is er een transparante structuur, met een duidelijke hiërarchie.”
De roep van de linkerkolom
Trainer Francky Dury verlengde zijn overeenkomst met de club tot medio 2012, maar belangrijker is het feit dat de Trainer van het Jaar zich sinds 1 maart volledig kan concentreren op het voetbal. Zijn job als fenomeencoördinator bij de federale politie schuift Dury voor onbepaalde tijd aan de kant om ‘het project Zulte Waregem’ mee vorm te geven.
“Het geeft me de mogelijkheid om tussen nu en 24 juni het nieuwe seizoen in optimale omstandigheden voor te bereiden, zonder daarom het huidige kampioenschap uit het oog te verliezen. We zullen spreken met alle spelers die momenteel nog werken en kijken op welke manier we hen aan de club kunnen binden. Volgend seizoen wil ik in de voormiddag collectief kunnen trainen om dan na de middag individueel of per linie te werken. Alleen op die manier kunnen spelers die meegegroeid zijn met de club nog beter worden.”
Voor Dury is de overschakeling naar het professionalisme een logische volgende stap die de club moet zetten om vanaf volgend seizoen een vaste waarde in de linkerkolom te worden. Penibele situaties in het degradatiemoeras, zoals die er dit seizoen even dreigden aan te komen, wil hij in de toekomst vermijden.
“Ik vind dat mijn groep het dit seizoen al fantastisch heeft gedaan. Een negende of tiende plaats zal een mooi en realistisch resultaat zijn gezien de Europese wedstrijden. We overleefden als enige Belgische ploeg in Europa en toen we het moeilijk hadden in de competitie toonden mijn spelers genoeg veerkracht om opnieuw overeind te krabbelen.”
Volgend jaar zullen de verwachtingen en de ambities er niet kleiner op worden. Om die continuïteit op lange termijn te garanderen, vindt Dury een profregime noodzakelijk. De bedoeling is om zich jaar na jaar tussen plaats zes en tien te nestelen en zich te meten met ploegen als Charleroi, Germinal Beerschot en Westerlo.
“Het project Zulte Waregem is fantastisch. De sportieve cel is misschien het best ontwikkelde onderdeel van de club. Die moet zich verder ontplooien, onder meer door het intensifiëren van de scouting. In augustus maakten we fouten die we in januari opnieuw rechtzetten. We betaalden te veel voor Mrdja, lieten ons op het einde van de transferperiode verleiden tot het aantrekken van Vigil en Gent legde het slim aan boord door Datti te koppelen aan Matthijs. Het vertrek van Roussel was in eerste instantie niet voorzien, maar de club heeft een gouden zaak gedaan door de verkoop van een 29-jarige speler die niet zijn beste rendement haalde. De doorstroming van de jonge spelers moet nog beter. Met Bossut, Vandermarliere, Vandendriessche, Vansteenbrugghe en Buysse hebben we een aantal youngsters en door het feit dat mijn kern in de tweede ronde slechts 21 spelers telt, krijgen zij ook meer kansen, zoals in Newcastle. Onze lokale verankering moeten we behouden, al behoren Noord-Franse spelers daar evenzeer toe. We kunnen het ons niet permitteren om die markt niet te bespelen. Rijsel ligt trouwens dichter bij Waregem dan Hasselt.”
Eén doel nastreven
Stefan Leleu werd drie jaar terug bij Antwerp als een versleten voetballer aangezien, maar kon bij Zulte Waregem de criticasters lik op stuk geven. Van bij zijn komst, toen nog in de tweede klasse, bombardeerde Dury Leleu tot aanvoerder. Hij noemt zijn verlengstuk “de beste kapitein waar hij ooit mee werkte”. Het wederzijds respect is groot, maar toch botst het soms tussen twee mannen met een mening, én met een haat-liefdeverhouding. Dury verwacht van zijn aanvoerder dat hij de spelersgroep in de hand houdt. Het familiale imago van de club en de onderlinge vriendschap tussen de spelers is ongetwijfeld een sterkte, maar volgens Dury ging dat soms te ver, onder meer na de wedstrijd tegen Espanyol.
“Op een rondetafelgesprek over professionalisme was hem verteld dat het niet van beroepsernst getuigde dat zijn spelers om drie uur ’s nachts nog rondliepen in Barcelona. En als Dury het gevoel heeft dat hij in zijn autoriteit is aangetast, wordt hij kregelig. Het klopt dat een aantal spelers op stap geweest is en misschien hadden we dat beter niet gedaan. Maar ik vind dat elke speler oud en wijs genoeg is om te weten wat hij moet doen en laten. Toen ik hem dat nadien vertelde, viel het niet in goede aarde. Het is nu niet zo dat de trainer en ik het vaak oneens zijn, in principe heb ik als speler ook niet het recht om in discussie te gaan. Enkel als wij tegengestelde meningen hebben, gebeurt het wel dat ik daar tegenin ga. Maar wij horen niet altijd dezelfde mening te hebben om toch hetzelfde doel na te streven.”
Leleu staat bekend als sfeermaker. Ook dat evolueert, naarmate de belangen groter en de benadering professioneler worden.
“Toen we in tweede kampioen speelden, hadden we inderdaad een echte vriendengroep, hoewel bijna iedereen een job had. Met de toename van het aantal profs is dat een beetje veranderd, maar ik zie het hier niet gauw gebeuren dat de spelers nog amper tegen elkaar spreken.”
Voor Leleu eindigt zijn verblijf bij Zulte Waregem na dit seizoen. Op zijn 37ste en als agentschapdirecteur van Landbouwkrediet verkiest de Oost-Vlaming een trapje lager te voetballen, als er een interessante aanbieding komt. Volgens hem heeft de club een merkbare evolutie gemaakt de afgelopen jaren.
“Volgend seizoen vallen de Europese wedstrijden weg en de vraag is of het nodig is om over te schakelen naar een profstatuut, maar het is een feit dat je beter op tijd op de trein springt, dan achteraf te moeten proberen je karretje aan te haken. Je merkt aan alles dat de club vooruit wil. Zij maken een constant leerproces door en zaken als kledij, spelershome, fitnessruimte en trainingsaccommodatie zullen de komende jaren wel op punt gezet worden. Ook ikzelf heb de afgelopen jaren nog bijgeleerd. Vroeger volstond het om de zwakke schakel van de tegenpartij aan de bal te laten, maar voor Dury is de manier van inlopen ook belangrijk. Zijn organisatietalent is zeer groot, hij houdt de groep scherp en is veeleisend, maar dat is een voorwaarde om niet te stagneren. Na het superjaar van vorig seizoen moet hij er nu nog korter op zitten om ervoor te zorgen dat we niet in slaap vallen.” S
door arne houtekier