Tegen AA Gent maakte de 22-jarige winger voor het eerst de negentig minuten vol. Le nouveau Legear est arrivé.

Na respectievelijk een 2-2-gelijkspel op AA Gent, waar Anderlecht mede dankzij de aansluitingstreffer van Jonathan Legear opnieuw in de wedstrijd kwam, en 2-1-winst tegen Zulte Waregem gaat Anderlecht als leider de winterstop in, met drie punten voorsprong op Club Brugge. De laatste titel van paars-wit dateert alweer van 2007, maar de Brusselaars lijken nu de grootste kandidaat om Standard op te volgen. Dat weet ook Jonathan Legear. “We blijven op titelkoers. Ook ik maak een goede periode door. Ik scoorde tegen Gent mijn tweede doelpunt in twee weken tijd en wat belangrijker is : ik speelde voor het eerst dit seizoen een volledige wedstrijd.”

Legears parcours dit seizoen was er een van vallen en opstaan. Aanvankelijk genoot de Luikenaar het vertrouwen van Ariël Jacobs, al werd hij dan wel keer op keer vervangen in de tweede helft. Tegen Westerlo was het evenwel Legears grootste concurrent, Thomas Chatelle, die zijn kans kreeg als titularis. Na de uitschuiver tegen Club Brugge (4-2) experimenteerde Jacobs met Suárez en Kanu op de flanken. Toen dat geen succes bleek te zijn, verscheen Legear weer ten tonele. Sinds de wedstrijd tegen Kortrijk behoort de blonde flankspeler steevast tot de basiself.

Meer dan een supersub

“Jonathan heeft dit seizoen zijn deel van de blessures al wel gehad”, zegt assistent-coach Besnik Hasi. “Al die kleine blessures en korte afwezigheden verklaren waarom hij nog maar één keer de negentig minuten heeft kunnen volmaken. Maar hij boekt vooruitgang. Zijn doel voor 2010 moet zijn: elke wedstrijd uitspelen. Als hij daarin slaagt, komt hij automatisch dichter bij zijn grote droom, de nationale ploeg. Volgend seizoen moet dan het seizoen van de bevestiging worden.”

De cijfers spreken voor zich: negen keer titularis in negentien wedstrijden. Dat maakt een totaal van 802 speelminuten. Heel wat minder speelminuten dan bijvoorbeeld Silvio Proto en Roland Juhász. Maar als er een opening geforceerd moet worden, is Le-gear de eerste optie van Jacobs. Zes keer was hij al eerste invaller dit seizoen.

“Ik heb hem ooit eens ‘supersub’ genoemd”, vervolgt Hasi. “Hij antwoordde meteen gedecideerd: ‘Neen, ik ben de eerste invaller.’ En gelijk heeft hij. Waar ik echt van opkeek, is dat hij zijn statistieken tot in de puntjes kent. Hij kan je perfect zeggen waar hij wat heeft gedaan in welke minuut. Het contrast met de jongen die ik hier in het seizoen 2004/05 aantrof, is frappant. Toen kwam hij net kijken bij de A-kern en ik had de indruk dat hij zich daar al tevreden mee stelde. Hij wilde zich gewoon amuseren. Op het veld, maar zeker ook daarbuiten. In die periode trok hij vaak op met Fabrice Ehret, die gemotiveerder was voor een potje voetbal op zijn spelconsole dan voor een echte wedstrijd. Jona was toen amper zeventien en dus nog erg beïnvloedbaar. Gelukkig kreeg ik een heel andere jongen te zien toen ik in 2008 terugkeerde als assistent-coach. Hij had nog steeds dat clowneske buiten het terrein, maar eens op het veld was hij een en al ernst en ging hij er vol voor. Hij had de pech dat hij moest opboksen tegen Aruna Din-dane en Christian Wilhelmsson voor een plaatsje op de rechterflank. Na de transfer van de Zweed zag hij zijn kans schoon, maar werd hij meer dan eens teruggeslingerd in zijn evolutie door een blessure. Bij aanvang van dit seizoen heeft de technische staf Jona erop gewezen dat hij ook naast het veld meer discipline aan de dag moest leggen. En dat lijkt hij eindelijk begrepen te hebben.”

Professionelere attitude

“Mijn auto-ongeval na de testwedstrijd tegen Standard heeft me de ogen geopend”, benadrukt Legear. ” Herman Van Holsbeeck heeft me meteen na dat ongeval geroepen voor een goed gesprek. Hij heeft me duidelijk gemaakt dat ik nog wel eens mag uitgaan, maar niet meer op eender welk moment. Hij had gelijk. Ik heb toen aan den lijve kunnen ondervinden dat je auto in de prak rijden niet bepaald een goede voorbereiding is op de belangrijkste wedstrijd van het seizoen. Vroeger ging ik na elke gewonnen wedstrijd uit en aangezien we vaak wonnen … Maar sinds het begin van het seizoen heb ik mijn leven gebeterd. Tegenwoordig ga ik na de wedstrijd iets eten met vrienden en daarna keer ik braafjes terug naar huis. Ik ga nu enkel nog uit in een weekend waarin we geen wedstrijd hebben. En ik let ook op mijn voeding. Aangezien ik niet snel verdik, heb ik nooit echt op mijn voeding gelet. Ik dronk soms een fles cola per dag. Dat is verleden tijd. Nu drink ik nog één glas cola per dag en voor de rest houd ik het bij plat water. Mario Innaurato, die bij Standard reeds mijn conditietrainer was, heeft me doen inzien dat er wel degelijk een verband was tussen mijn voedingsgewoonten en mijn spierblessures. Elke keer als ik hem zie, hamert hij op een gezonde levenswijze en een evenwichtig voedingspatroon. Ik kende tot hiertoe dan wel nog geen volledig blessurevrij seizoen, ik merk wel dat ik minder last heb van pijntjes na de wedstrijd. Tegen Club Brugge had ik pech. Tot op het moment dat ik geblesseerd het veld moest verlaten, speelde ik misschien wel mijn beste helft van het seizoen.”

Efficiënter in Europa

Opvallend in de door Legear perfect gekende statistieken is dat hij merkelijk productiever is in de Europese wedstrijden dan in de competitiematchen. In de Jupiler Pro League scoorde hij tweemaal en gaf hij één assist in dertien wedstrijden. Daartegenover staat dat hij in vijf Europese wedstrijden vier keer scoorde en twee assists gaf. Moeten we daaruit afleiden dat Jonathan Legear gemotiveerder aan de aftrap van een Europese match verschijnt?

“Met motivatie heeft het niets te maken. In de competitie komt het gevaar vooral van links. Sla er de statistieken van Mbark Boussoufa maar eens op na: zes doelpunten en elf assists. In Europa komt het gevaar daarentegen meer vanop de rechterflank. Ik herinner me op z’n minst twee perfect uitgespeelde counters over de rechterflank: die tegen Dinamo Zagreb toen Romelu Lukaku mij liet scoren, en die tegen Ajax, waar Lucas Biglia en ik Lukaku een doelpunt aanboden. Je hoeft daar evenwel geen grote conclusies aan vast te knopen.”

En wat met de Rode Duivels waar Jona nog steeds niet voor werd opgeroepen? Toegegeven, hij zette zichzelf indertijd buitenspel door te verklaren dat “als René Vandereycken altijd consequent geweest zou zijn, hij dan al wel trainer van Real Madrid zou zijn”, maar Legear blijft dromen van de Rode Duivels. Onder Dick Advocaat hoopt hij zijn kans te krijgen.

“Dat de nationale ploeg net als Anderlecht in een 4-3-3 aantreedt, is voor Jona alleen maar een voordeel”, weet Besnik Hasi. “Maar hij zou net zo goed uit de verf komen in een 4-4-2 of een 3-5-2 want hij heeft bij ons leren meeverdedigen. Net zoals Boussoufa beheerst ook Jonathan het verdedigende aspect van het spel steeds beter. Anderlecht kan het zich permitteren om met drie aanvallende spelers te spelen, omdat de flankspelers zo goed meeverdedigen. Op dat vlak heeft Jona dus al een serieuze voorsprong op zijn concurrenten bij de Rode Duivels, met name Kevin Mirallas en Eden Hazard. Net daarom moet hij ook op dat niveau in zijn kansen geloven.”

door bruno govers – beelden: reporters

“Nu ga ik enkel nog uit in een weekend waarin we geen wedstrijd hebben.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content