IN DEZE RUBRIEK DIEPT JACQUES SYS ANEKDOTES OP UIT DE KELDER VAN ZIJN GEHEUGEN. VANDAAG: JULIEN COOLS EN DE GOUDEN SCHOEN.
Ooit werd de Gouden Schoen in de beslotenheid van een Brussels restaurant uitgereikt. De winnaar werd opgebeld en haastte zich dan naar de locatie. Zo ook in januari 1978. Jean-Marie Pfaff was de grote favoriet voor de Gouden Schoen editie 1977, maar niet de doelman, en wel Julien Cools, de marathonloper van Club Brugge, kreeg de trofee. Toen Cools werd opgebeld dacht hij dat het een grap was. Aarzelend haastte hij zich naar Brussel, nog altijd niet zeker of hij dit referendum nu écht had gewonnen.
Het is typisch voor het gebrek aan zelfvertrouwen waarmee Julien Cools lang worstelde. De Kempenaar liep niet zo hoog op met zichzelf. Toen Cools bij FC Beringen zijn eerste wedstrijd als linksachter moest spelen tegen Léon Semmeling, de snelle en dribbelvaardige rechtsbuiten van Standard, vroeg hij zijn trainer Jef Vliers of die hem soms wilde laten afgaan. Vervolgens raakte Semmeling geen bal. Later werd Cools uitgenodigd voor een gesprek met Standard, maar hij durfde niet te gaan.
Julien Cools was in de tweede helft van de jaren zeventig een van de steunpilaren van het gouden en door Ernst Happel gedirigeerde Club Brugge. Hij trok pas op zijn vijfentwintigste naar blauw-zwart, nadat hij drie jaar eerder door Beringen bij het bescheiden Retie was weggehaald. De overgang van Cools gebeurde in twee etappes. In 1972 speelde hij voor Club een testmatch, maar haakte vervolgens zelf af. Eén jaar later klopte Club opnieuw aan, Cools weigerde te testen, onderging wel een medisch onderzoek en kreeg vervolgens tot zijn grote verbijstering een contract onder de neus geschoven met de mededeling dat er tussen beide clubs een akkoord was bereikt. Beringen ontving voor deze transfer 4,5 miljoen frank, zo’n 110.000 euro en zette daarmee een lichtinstallatie. En Cools, die de grond van de Kempen onder de voeten wilde voelen, vroeg zich af wat hij zou gaan uitrichten in een stad waar hij niemand begreep.
Maar het draaide dus anders uit, zij het niet meteen. Want Club Brugge draaide aanvankelijk zo slecht en de supporters waren zo negatief dat er strooibrieven werden rondgedeeld waarin het publiek gevraagd werd de ploeg te steunen. De intrede van Happel zorgde voor de ommekeer. Ook voor Cools, die de nieuwe trainer op het middenveld liet staan. Julien Cools groeide uit tot de Emil Zatopek van het voetbal, hij was een marathonloper die het tempo regelde, vandaar de vergelijking met de illustere Tsjecho-Slowaakse langeafstandloper. Zijn actieradius was enorm, hij liep en bleef lopen en Happel voelde heel goed hoe hij met de gevoelige Cools moest omgaan: als je te veel tegen hem zei, kroop hij een in hoekje. Happel deed dat dan ook niet. Ondanks zijn norse uiterlijk was fijngevoeligheid de Oostenrijker niet vreemd.
Ook nadat hij als international debuteerde en de Gouden Schoen won, bleef Julien Cools een onderdanige voetballer, altijd denkend aan het collectief, steeds voetballend volgens het credo dat Happel hanteerde: één voor allen, allen voor één. Achteraf heeft hij het altijd vreemd gevonden dat hij, drie titels met Club en 35 interlands ten spijt, zo aan zichzelf liep te twijfelen. Hij verbaasde zich telkens over de lofbetuigingen die hij kreeg. Alleen de beheersing om doelkansen te verzilveren ontbrak bij Cools. Hij miste de innerlijke rust om af te werken als hij alleen voor de keeper kwam. Ooit schoot hij in een seizoen vijftien keer tegen de paal.
Julien Cools voetbalde zes seizoenen voor Club Brugge en trok dan, in 1979, naar Beerschot. Het afscheid was zeer emotioneel, bij blauw-zwart had hij altijd de geborgenheid gevoeld die hij nodig had om te presteren. Maar familiale omstandigheden dreven hem naar huis. De zeer aimabele Julien Cools kende naast triomfen ook tragedies. In 1978 werd zijn vijfjarig dochtertje Griet voor zijn huis in de Brugse deelgeneemte Sint-Andries door een auto overreden. Twee jaar eerder lieten Cools’ schoonouders in een auto-ongeluk het leven.
Volgende maand, op 13 februari, wordt Julien Cools 67 jaar. Hij zal woensdagavond ongetwijfeld nog eens terugdenken aan zijn Gouden Schoen.