‘Mijn vaatje was redelijk leeg’, bekent STVV-eigenaar Bart Lammens. Drie jaar tweede klasse kostte hem vier miljoen euro. Zonder promotie naar de Jupiler Pro League was hij vast met een Armeense, Londense of Duitse overnemer in zee gegaan. ‘Als je jaar na jaar de minst betalende club bent, eindig je vroeg of laat toch op die laatste plaats.’

Zaterdag 11 juli 2015, omstreeks 22 uur. Het is een lichtjes gefrustreerde en geïrriteerde Yannick Ferrera die op deze zomerse avond in de richting van zijn wagen wandelt. Met zijn ploeg STVV heeft hij 1-1 gelijkgespeeld tegen Lokeren, een oefenduel dat plaatsvond op het veld van derdeklasser KVK Tienen. Zijn wagen staat geparkeerd aan de Aldi, op een boogscheut van de bekende suikerfabriek in de Vlaams-Brabantse stad. Niet dat hij zich aan de wedstrijd heeft gestoord, wel aan alles errond. Lees: aan de zwerm makelaars die na afloop rond zijn spelers cirkelde als bijen rond een pot honing.

Op die vijf minuutjes stappen van het stadion naar de parking wordt Ferrera drie keer staande gehouden door een voorbijrijdende auto. Telkens hetzelfde ritueel: raampje naar beneden, twee rijen lachende tanden die zich ontbloten en het cliché der voetbalclichés: ‘Coach, j’ai quelque chose pour vous!’ Hoorndol wordt hij ervan. ‘Alleen al vanavond heb ik zeker twaalf makelaars moeten afschepen. Allemaal hebben ze de beste speler voor ons. Omdat we geen technisch directeur hebben, komen ze automatisch bij mij, Bart(voorzitter Lammens, nvdr) of Philippe(manager Bormans, nvdr) terecht.’

Hij zucht. In zijn blik ligt berusting. Het hoort er allemaal bij, zeker? Clubs die pas gepromoveerd zijn, behoren tot de meest gegeerde honingpotten in de wereld van de makelaars – intermediaries in het nieuwe FIFA-jargon, ’tussenpersonen’. Om STVV straks in de Jupiler Pro League te houden moet er versterking bij. Dat weet Ferrera, maar met hem ook iedereen die in de spelershandel actief is.

Scouts? Afgeschaft

De sympathieke coach mag nochtans tevreden terugblikken op wat hij die avond zag op de grasmat. Tegen een gepokte en gemazelde eersteklasser toonde zijn team samenhang en présence. Zeker voor de rust zette het Lokeren goed vast met een hoge pressing. Scoren deed STVV bovendien uit een ingestudeerd nummertje. Altijd prettig. Nog een lichtpuntje was het experiment met Alfonso Artabe als controlerende middenvelder naast aanvoerder Rob Schoofs. Ferrera vond hem in de Spaanse derde klasse… na een tip van een makelaar. Soms, en zeker bij een club zonder scoutingapparaat, kan een tussenpersoon ook je vriend zijn.

Maar hey, heeft STVV echt geen scouts? Op de clubwebsite staat Harald Meyssen nochtans onder het kopje ‘scouting’ vermeld. Toeval of niet, de oud-speler van onder meer Standard staat in Tienen naar het duel tussen STVV en Lokeren te kijken. Even vragen hoe het zit. Maar Meyssen, pintje in de hand, heeft geen zin in een gesprekje. Twee dagen later zit voorzitter Bart Lammens tegenover ons in het Grand Café van Stayen. ‘Harald was mijn hoofdscout’, vertelt hij bij een Karmeliet en een portie bitterballen. ‘Tot 30 juni was hij in dienst van Fulham. Hij had hun zegen om mij te helpen. Door de machtswissel bij Fulham zit hij nu zonder werk.’

Het gerucht gaat dat hij voor spelersmakelaar Jacques Lichtenstein op pad gaat nu. ‘En een makelaar kan ik onmogelijk aan het werk zetten’, zegt Lammens, die in één adem duidelijk is over Meyssens opvolging: die komt er niet. ‘Yannick is het sportieve organigram aan het opstellen. Het is waanzin om zelf nog scouts op pad te sturen. Ik heb dat afgeschaft. Namen vallen vanzelf binnen, je moet gewoon triëren. Naar de grote makelaarskantoren stuur ik de profielen die wij zoeken. Als ze al niet zelf contact hebben opgenomen met mij…’

Een snelle blik op de STVV-website leert dat Meyssens naam er nog altijd staat te pronken. ‘Hij moet er nog af,’ glimlacht manager Philippe Bormans, ‘maar voorlopig heb ik niemand om dat te doen. Al mijn mensen zitten op hun tandvlees.’

Vader en zoon

De voorbereiding op een nieuw seizoen. Elk jaar weer is het een periode van hernieuwde dromen en ambities. Soms komen die uit, vaak ook niet. JérômePhojo, een Franse tester, ervaart het tweede aan den lijve. In Tienen rennen zijn twee Franse makelaars meteen na de match enthousiast het veld op en klampen Ferrera aan. Die reageert minder enthousiast op de prestatie van hun rechtsachter. Beide mannen laten het niet aan hun hart komen. Zijblijven mikken op de Belgische competitie. ‘Ideaal om carrières opnieuw te lanceren’, klinkt het even vrolijk.

Bormans kijkt het in tegenstelling tot Ferrera lichtjes geamuseerd aan. Drie van de vier backs die in actie kwamen tegen Lokeren, waren testers. Dan roep je dit soort situaties onvermijdelijk over je af. ‘Wij zoeken in de eerste plaats naar kwaliteit. Liefst Belgisch. Maar de Belgische voetballer staat tegenwoordig zo hoog aangeschreven dat hij onbetaalbaar wordt. Het Belgisch voetbal lijdt onder het succes van de Rode Duivels. Het klopt dus wel: in vergelijking met de vorige jaren ogen we iets exotischer.’

De supporters deert het voorlopig niet. Fier pronkend met hun geel-blauwe kampioensshirts zijn ze naar het op een boogscheut van Sint-Truiden gelegen Tienen afgezakt. In de tribune ook veel bekend volk. Zoals Edmilson Sr, voormalig smaakmaker bij Seraing en Standard en vader van de gelijknamige linksbuiten van STVV. Hij volgt iedere stap van zijn ontluikende zoon. Naast hem zit zijn broer Edson Erivelton, ook al een ex-profvoetballer. Zoonlief beleeft een moeilijke avond, maar pa is er gerust op. Glimmend van trots: ‘Het voetbal in eerste klasse zou hem beter moeten liggen. Het is altijd mijn droom geweest om hem in eerste te zien voetballen. Dat dit nu gebeurt, maakt me bijzonder blij.’

Stevige omhelzing

De woorden van Edmilson verdampen in het gelach en getier wat verderop in de tribune. Het is de Brusselse kliek van Jordan Lukaku, de voormalige Anderlechter die geniet van een vrije dag bij KV Oostende. Bij STVV weet men niet beter dan dat hij zijn vriend Lamisha Musonda komt opzoeken. De oudere broer van ChelseaboyCharly Musonda is op proef in Sint-Truiden. Een geste van Ferrera, die hem nog kent uit hun tijd bij de jeugd van Anderlecht. Maar Musonda is geblesseerd en veel plezier beleefden beide partijen nog niet aan elkaar. Na eerder bij KV Mechelen en Waasland-Beveren te zijn doorgestuurd lijkt een carrière als profvoetballer steeds onwaarschijnlijker. Een besef dat ook uit zijn doffe blik valt af te lezen.

Volgens Lukaku zelf echter is hij naar Tienen gekomen om zijn maatje Yannis Mbombo te steunen. De van Standard gehuurde Brusselaar mag van Ferrera pas in de tweede helft opdraven. Dat kan kloppen, want bij zijn entree in het Julien Bergéstadion klimt Lukaku eerst enkele rijen over de stoeltjes naar boven om er Bernard Malanda te omhelzen. De vader van de in januari verongelukte Junior Malanda hekelde onlangs nog het makelaarswereldje, maar lijkt er steeds meer zelf deel van te gaan uitmaken. Hij is in Tienen omdat hij STVV-manager Bormans over Mbombo wil spreken. Bormans blijft het met pretoogjes aanzien, Lukaku grijnst en kijkt al uit naar de derde speeldag. Dan moet Oostende naar Stayen. ‘Leuk. Op dat kunstgras zal zeker mooi voetbal te zien zijn.’

Een Joeri Dequevy’tje

Voor mooi en spectaculair voetbal wordt er dezer dagen in Sint-Truiden naar Jean-Luc Dompé gelonkt. ‘Te goed voor België’, weet Bart Lammens zeker. ‘Nu al is er vraag naar hem.’ De jonge Fransman stond met stip in de scoutingverslagen van het imperium rond Roland Duchâtelet. Zelf wist hij ook niet beter dan dat hij voor Standard had getekend en aan STVV werd uitgeleend. Althans: zo tweette hij het de wereld in. Wat dan weer de vermoedens van een verregaand partnership tussen de Luikse club en de Kanaries voedde. Een misverstand, riep men vanop Stayen, waar men maar niet begreep waar Dompé dit vandaan haalde.

Lammens roept het uit vanachter zijn Karmeliet: ‘Ik wel: dat had hij van míj!’ De voorzitter-eigenaar neemt ons mee naar enkele maanden geleden. Dompé stond op de Luikse radar, maar tussen zijn makelaar Roger Henrotay en Duchâtelet, toen nog de baas op Sclessin, boterde het niet. Henrotay tipte STVV over het briljantje, dat hij spelgelegenheid wou geven in eerste klasse. ‘Een Joeri Dequevy’tje: jong, onstuimig en pet achterstevoren’, aldus Lammens. ‘Ik zei hem: als je goed bent hier, kan je daarna naar Standard.’ Net toen Lammens de speler uitlegde dat de eigenaar van Standard ook de eigenaar was van Stayen, stapte Duchâtelet himself het Grand Café binnen. ‘Kijk, daar is ‘em!’

Thuisgekomen maakte Dompé zijn misverstand wereldkundig. ‘Terwijl wij hadden gezegd: als je goed bent, heb je een voetje voor bij de eigenaar van Standard. Je hebt hem toch zelf gezien? Het resultaat van zijn tweet was dat iedereen zei: zie je wel dat Roland daar nog altijd de baas is? Ik lachte me een breuk.’ Edoch, ondertussen is Roland niet meer de baas op Sclessin. Geen nood, zegt Lammens: ‘Er is al interesse van Marseille. Dan is Standard voor zo’n jongen direct tweede keus. Hij weet nu dat hij overal naartoe kan. Als hij vijftien doelpunten maakt, wat hij zeker zal doen, is hij zo weg.’

De rode loper

Roland Duchâtelet: de naam is gevallen. Nog voor diens vertrek bij Standard verklaarde Lammens dat zijn gecontesteerde vriend niet op het oude nest zou terugkeren. Wat impliceerde: hij had het hem dus wel gevraagd. ‘Twee keer zelfs’, bekent de Kanariebaas. ‘Na de revolte in zijn bureau twee jaar geleden kondigde hij aan dat hij Standard zou verkopen.’s Anderendaags heb ik hem onmiddellijk aangeboden om naar Sint-Truiden terug te keren. Neen, zei hij, dat zal nooit gebeuren. Een jaar geleden ging hier opnieuw het gerucht dat Standard verkocht was. Mijn eigen personeel vroeg me om Roland nog eens aan te spreken. Ik zei hen dat ik zijn antwoord kende, maar het toch zou doen. Opnieuw was zijn antwoord: nooit meer. In de mindset van Roland is een terugkeer naar STVV niet aan de orde. De dag dat hij van idee verandert, ben ik de eerste om de rode loper uit te rollen en met hem rond de tafel te zitten. Maar ik zal het hem nooit meer vragen. Ik denk ook dat die dag nooit komt.’

Na drie jaar tweede klasse stond het water STVV aan de lippen. De promotie was levensnoodzakelijk voor de ondernemer Lammens. ‘Mijn vaatje was redelijk leeg. De laatste drie jaar was het pompen, pompen, pompen. Zonder promotie was ik verplicht geweest financiële versterking te zoeken. Tot nu toe heb ik het zelf kunnen beredderen. Door overal op te besparen en door mijn verlies te nemen: vier miljoen euro. De kostprijs van drie jaar twee klasse. Dat geld is van mijn privérekening naar de rekening van STVV gegaan. En voor je het vraagt: hoe dat op mijn privérekening komt, gaat niemand wat aan. De licentiecommissie was honderd procent zeker dat ze ons te pakken had. Ik kan alleen maar zeggen: we hebben onze licentie gekregen.’

Ziel in de woestijn

Nieuw is dat sinds de Truiense promotie de potentiële overnemers Lammens als gebraden kippen in de mond vliegen. Maar bijten doet hij niet. ‘Sinds het verbod op third party ownership zoeken figuren overal in de wereld clubs als platform voor spelershandel. Ik ben benaderd door drie partijen: uit Armenië, Londen en Duitsland. Alles is afgesprongen. Hun belang was niet het uitbouwen van een stabiele eersteklasser in Sint-Truiden. Dan stopt het voor mij. Voetbal zonder geldschieters is ondenkbaar, maar STVV verkopen aan de eerste de beste Rus die een TPO-platform zoekt: zo zakelijk ben ik ook weer niet.’

Met een uitverkoop van de Truiense ziel heeft dit weinig te maken. Zegt Alain Coninx, woordvoerder en STVV-bestuurslid dat erbij is komen zitten: ‘Tweede klasse is de woestijn. Zeg mij: wat is de ziel van een club in de woestijn?’

Lammens rakelt de crisis op waarin STVV verkeerde toen hij de club kocht. ‘We hebben hier wedstrijden gespeeld voor minder dan 4000 toeschouwers. Dat was afzien. Als je dan ’s maandags samenzit en je hebt nog verloren ook, verzeker ik je dat het erg stil is. De nederlaag tegen Moeskroen die ons de promotie kostte in het tweede seizoen tweede klasse was het keerpunt. Toen is onze ziel herboren. Tienduizend mensen waren getuige van die ontgoocheling, maar ze namen het ons niet kwalijk en stonden hier het seizoen erna gewoon opnieuw. Vandaag kloppen we alle records qua ticket- en abonnementenverkoop. Je ziel komt met de resultaten. Met een uiterst laag budget – we kunnen er maar een miljoentje bij doen – proberen we nu een ploeg samen te stellen die zich kan handhaven in eerste klasse. Maar op de langere termijn geloof ik in het adagium: you play as you pay. Als je jaar na jaar de minst betalende club bent, eindig je vroeg of laat toch op die laatste plaats.’

DOOR JAN HAUSPIE & MATTHIAS STOCKMANS

“Iedereen zei: zie je wel dat Roland daar nog altijd de baas is? Ik lachte me een breuk.” Bart Lammens

“Tweede klasse is de woestijn. Zeg mij: wat is de ziel van een club in de woestijn?” Alain Coninx

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content