Over twee jaar moet Lierse een rendabele club zijn, voorspelt de nieuwe voorzitter Leo Theyskens. ‘Ik wil Lierse drijvend krijgen met een goede structuur, zonder er veel geld te blijven insteken. ‘
Een fijne tijd hadden ze bij volleybalclub Het Wipke in Herentals. Vooral toen de Beringse trainer Jos Moons ‘de tweeling’ meebracht : Dirk en Leo Theyskens maakten de opgang mee van provinciale naar eerste nationale (de op één na hoogste reeks). Een training misten de broers, die toen al in het familiebedrijf Arcomet ingeschakeld werden wel eens, een feestje zelden.
Veel reden tot feesten had Theyskens bij SK Lierse nog niet. Zijn komst in december redde de club van het faillissement, maar nog altijd hangt twijfel over de toekomst op het Lisp. De nieuwe aanpak zoals Theyskens die donderdag voorstelde, met ’teamwork’ en ’transparantie’ als sleutelwoorden, moet zijn efficiëntie nog bewijzen. Binnen één, maximaal twee jaar zal blijken of Theyskens’ aanpak werkt. De vragen over zijn aanpak blijven, maar nergens in het gesprek op zijn kantoor in Geel laat Theyskens zich vast rijden. Op alle vragen heeft hij een afgelijnd antwoord.
Zoals :
Wat trok u zo aan in volleybal ?
Leo Theyskens ( verrast) : “Volleybal was een teamsport. Het gevoel om in een team te functioneren vond ik geweldig.”
Voetbal is ook een teamsport.
“Tot de scholieren voetbalde ik bij Vigor Beringen. Via het college in Beringen ontdekte ik volley. Met Beringen speelden we in vierde klasse, toen nam de trainer ons mee naar Herentals. Ik was passeur-aanvaller, met een grote sprongkracht. Met Herentals promoveerden we naar eerste nationale.”
Uw inbreng in het feestgedruis werd er erg geapprecieerd.
“( lacht uitbundig) U bent goed op de hoogte. Het sociale aspect is heel belangrijk, wij deden daar zeker aan mee. Het moest vooral gezellig blijven. Wij speelden gratis. Toen was er in volleybal geen geld te verdienen, wij deden het voor de vriendschap en het spel. Geweldig was het om in de beker de kwartfinale te halen, het grote Red Star Leuven uit te schakelen en dan een pint te gaan drinken in Café de Rector. Ik speelde tot 1990 bij Het Wipke, maar na een knieblessure in 1987 verloor ik een deel van mijn aanvalskracht. De laatste jaren eiste de zaak ons ook meer en meer op. Dat was een heel zware periode, van 1990 tot 1997 waren we dag en nacht met de zaak bezig.”
Ging u naar het voetbal ?
“Drie jaar lang hadden we seats op Anderlecht. Daarna trokken we naar Genk omwille van de band met Edgar Troonbeeckx, die niet alleen een klant maar ook een vriend van de familie is. Ook op Lierse kwam ik wel eens in de glorierijke periode, via ex-voorzitter Bruno Cogghe, de vader van een zakenrelatie van ons, en Vic Pauwels die nog bij RC Mechelen zat.”
Wat vindt u van voetbal ?
“Voetbal is emotie. Zelf probeer ik dat wat af te houden, maar ik stond ook wel eens ’s nachts op voor een WK-wedstrijd op tv. Ik ken niet alle spelers in België, maar daar heb ik een sportieve staf voor. Ik weet niet of een voorzitter de grote voetbalkenner moet zijn die een trainer omver lult, op voorwaarde dat je goed omringd bent. Het voetbalvirus houd ik af. Ik heb iemand die dat van me overneemt : Karel Dierick. Ik ga niet iedere verplaatsing meemaken, ik heb nog andere bezigheden.”
Wat is uw filosofie daarachter ?
“Ik bekijk voetbal als een zaak. Ik wil me ook niet laten verleiden tot wat in veel ploegen gebeurt : geld pompen in vzw-structuren. Zonder garanties is dat zinloos. Het gat dichtrijden is het gevolg van emotie. Ik wil afstand houden, het gat vermijden. Elke geïnvesteerde euro moet beschermd worden. Daarvoor heb je een structuur nodig.”
Wordt Lierse een NV ?
“Economisch is het een anachronisme om in een vzw met enorme budgetten en zware personeelscontracten te werken. Ik ben me ervan bewust dat we beter een NV zouden zijn, maar op dit moment zijn we nog bezig met andere dingen. Ik sluit niet uit dat we evolueren naar een moderne structuur.”
Hoe vaak hebt u zich al beklaagd dat u aan dit avontuur begon ?
“Ik stapte hier in met een visie, met inbegrip van een zeker bedrijfsrisico. Wat me trof, is het opportunisme en dilettantisme bij bestuurders in een voetbalclub. Er zijn geen normen, er is geen deontologie, men mag schieten en schelden op wie men maar wil.”
U komt als investeerder in een wereld die u vreemd is. Hoe selecteert u wie betrouwbaar is en wie op uw geld aast ?
“Ik heb een heel goede perceptie en een eerste indruk die meestal de juiste is. Daar laat ik me door leiden. De mensen die ik zelf wegstuurde, vormen het grootste gevaar voor de toekomst van deze club. Voorzitter Chris De Nijn deed ik vertrekken omdat hij ten opzichte van mij geen correcte instelling toonde. Gaston Vets stapte op nadat De Nijn met hem praatte. Ik was niet van plan om Gaston weg te sturen.”
Waarom gaf u De Nijn dan de sleutels van uw huis ?
“De zaken zelf in handen nemen, was toen geen optie voor mij. Na twee maanden had ik nog te weinig inzicht in mensen, dossiers, structuren. Wel hield ik de dialoog met hem heel kort, om te zien wat hij deed. Met hem verder samenwerken zag ik niet zitten. Nog één week en ik was zelf vertrokken.”
Vroeg u De Nijn niet om aan te blijven als voorzitter ?
“Ja, toen er niemand anders was nadat de stad Gaston Vets wraakte. Ik suggereerde De Nijn om een centrale rol te spelen, niet voltijds maar als een soort coördinator. Hij wilde de eerste viool spelen, alles alleen doen. Zo’n structuur vond ik onaanvaardbaar.”
U vroeg ook Bob Van Jole om u bij te staan, een man die op twintig kilometer hier vandaan zeer gecontesteerd is. Was uw eerste indruk ook hier bepalend ?
“Ja. Op basis van drie, vier gesprekken en het advies van twee zakenpartners die lang met hem werkten en me duidelijk maakten dat die man op vlak van voetbalkennis, structuur en internationale relaties zeer waardevol is. Dat GBA-verhaal interesseert mij niet. Ik heb in het verleden soms mensen vertrouwen gegeven die zeer grote zaken realiseerden ondanks hun negatief verleden. Ook daar was mijn eerste indruk dikwijls de goede.”
Bedoelt u Danny Arras, die in de clubstructuur opgenomen is, tegen wie een gerechtelijk onderzoek zou lopen ?
” Danny Arras heeft mij in november gecontacteerd. Commercieel is hij zeer sterk, een dealmaker. Ik heb veel bewondering voor het werk dat hij pro deo als consultant verrichtte, samen met zijn vriend en associé Jeroen Fabri, een financieel genie.”
Ook Gaston Peeters hield u aan boord.
” Gaston Peeters zat op de verkeerde plaats. Handjes schudden op de receptie en business-seats verkopen is niets voor hem. Ik was met hem in Zagreb, zag hoe hij onderhandelde en contacten legde met spelers en makelaars. Dat stuurde het beeld dat ik over die man had bij. Wat in Lommel gebeurd is, weet ik niet. Ik ben dat niet gaan navragen.”
Hoe weet u dat de sommen die u op advies van uw vertrouwensmensen betaalt voor spelers redelijk zijn ?
“Als het over geld en prijzen gaat, gaat dat bij mij meestal heel snel. Als ik bij de gevoerde onderhandelingen de commissies vergelijk in België met het buitenland, kan er hier niet veel blijven hangen. Die commissies zijn zeer klein. Bij ieder contract zat ik er met mijn neus op.”
Opmerkelijk toch dat een topclub als Genk, die ook een concreet voorstel deed, moest passen voor Daniel Cruz.
” Cruz zegde mij dat hij het niet zag zitten om in Genk te spelen, hij wilde zo dicht mogelijk bij Antwerpen blijven. Ik zat erbij toen Ariël Jacobs hem belde. Cruz kon ginder veel meer verdienen, maar was niet geïnteresseerd.”
De salarislast zou in samenspraak met de stad naar 50 procent van het budget zakken. Daarom was het goed dat veel dure spelerscontracten vervielen. Investeert u niet opnieuw te zwaar in dure spelers ?
“Als je alle reële kosten bij het budget van vorig jaar telde, kom je aan een hoger bedrag dan 5,4 miljoen euro. Het budget was te laag ingeschat. Het doel in december was de loonlast te laten dalen. Mijn advies hoe dat kon, legde men naast zich neer. Men was ook te optimistisch naar de inkomsten van het komende seizoen. Daar werd niet veel aan gedaan, evenmin aan het sportief beleid. Als ik niet ingrijp, heeft Lierse nu een ploeg waarmee het regelrecht degradeert. Dan is het gedaan. Dit project is enkel leefbaar in eerste klasse.”
Bij degradatie bent u straks weg ?
“Het is mijn ambitie om met alle macht een degradatie te vermijden. Als je daar extra moet voor investeren op korte termijn, moet dat maar, want degradatie is een extreme vorm van kapitaalvernietiging. Echt kwaad werd ik met de zaak rond Sebastian Hermans omdat daarover geen communicatie was met de trainer. Hermans moest 150.000 euro kosten aan transfergeld, plus het salaris van een topspeler terwijl de trainer hem niet eens als een certitude beschouwde.”
De jeugdwerking van Lierse werd in het verleden alom geprezen. Op Stef Wils na brak er geen eigen product meer door de laatste tijd.
“Omdat de beste producten jaarlijks weggeplukt werden. Dat ligt niet aan de jeugdwerking, die uitstekend werk levert. Roda JC en PSV mogen de ouders op Kessel benaderen, maar het is aan ons om ze een alternatief aan te bieden. Lierse haalde veel buitenlanders, maar we gaven ook aan vijf, zes jeugdspelers een contract. Voor de allereerste keer is een extra budget uitgetrokken om ook die spelers aan ons te binden, want anders waren zij ook weg. Voor de jeugd kan een extra investeringsgroep opgericht worden die zichzelf terugbetaalt. Op voorwaarde dat de Belgische spelers zich openstellen voor hun eigen verkoopbaarheid. Als je morgen een Belgische speler de mogelijkheid voorlegt van een doorverkoop naar een grote club in Kiev, haakt die af. Wat moet ik investeren in zulke spelers ? De gemiddelde mobiliteit van een buitenlandse speler, de bereidheid om mee te denken, is groter dan bij Belgen.”
De komende jaren komen er nog weinig Belgen naar Lierse.
“Buitenlandse spelers zijn een middel om de eigen jeugd mee te financieren. De vernieuwing van het jeugdcomplex in Kessel is voor mij een prioriteit. Dat kan je niet vanuit het gewone budget, daarvoor heb je extra budgetten nodig.”
Moet het budget van Lierse omhoog ?
“Op termijn wel, maar in één jaar lukt dat niet. Komend seizoen willen we het huidige budget van 5,4 miljoen euro behouden en ook rondmaken.”
Waar gaat u extra inkomsten halen ? Vorige week nog was nauwelijks één nieuwe business-seat verhuurd.
“Ik ben al heel blij dat 90 procent van de seathouders hun contract van één naar drie jaar verlengde, dat we de bestaande sponsors behouden, dat sommigen zelfs meer betalen. De grote bedrijven in de regio zijn bereid om mee te doen als ze terechtkomen in een professionele omgeving waar een minimaal respect voor de klant bestaat : goede opvang, service, lekker eten. Dat was absoluut niet het geval. Het was één grote chaos, met een regen aan klachten. Ik sprak met alle grote seathouders. Aan persoonlijke contacten ga ik veel aandacht besteden.”
Paul Put is nu uw man. Zijn ontslagbrief om dringende redenen lag klaar, maar ’s anderendaags bent u van mening veranderd.
“Ik ben niet van mening veranderd, mijn buikgevoel was positief. Voor Paul Put telt maar één ding : zijn spelers beter maken. Die man is op een professionele manier met zijn vak bezig. Voor mijn komst liep de communicatie scheef. Hij ving de extrasportieve klachten van de spelers op, maar kon nergens terecht. Daar gebruik je toch de trainer niet voor ? Na de match tegen Lokeren liep het uit de hand, toen wilde De Nijn Put in gebreke stellen. Heel het verhaal is er één van misgelopen communicatie. Ik leg de fout bij het bestuur, niet bij Put.”
Vanaf januari zat u toch ook in dat bestuur ?
“Tot 29 april voerde ik geen enkel gesprek onder vier ogen met Paul Put. Dat was niet nodig : alles was onder controle, werd me verzekerd. Intern was er al een kleine oorlog tussen trainer en bestuur toen Put tegen Genk een jong elftal opstelde. Is het niet de taak van een bestuur om de trainer te steunen, vooral als die vooraf toestemming vroeg en die ook kreeg ? Toen heb ik Put opgebeld, we hebben twee uur gepraat. Ik ben me gaan informeren bij hulptrainers, bij spelers, bij ploegafgevaardigden : een toptrainer, noemden ze hem allemaal.”
Bij uw komst werd u naar voor geschoven als woordvoerder van een groep investeerders. Uw joodse vennoten trekken zich nu terug. U blijft alleen over.
“De eerste partners benadrukten dat zij geen investeringen in het voetbal zelf wilden doen. Bij mij ligt dat anders. Ik heb met hen een akkoord, ik praat met kandidaat-investeerders om hun plaats in te nemen.”
Spreekt u over verbouwingen aan het stadion of de bouw van een nieuw stadion ?
“Uitwijken naar een andere site is enkel haalbaar in een grote fusiegedachte, niet voor Lierse op zich.”
Overweegt u een fusie ?
“Ook zonder fusie is het noodzakelijk om minstens met de omringende clubs te praten hoe je kan samenwerken. Ik geloof in pooling : het samenbrengen van belangen van kleinere elementen zonder dat die hun identiteit verliezen. Dat gebeurt trouwens al : met Creyf’s Interim werkten wij samen met STVV, Lokeren, GBA, Charleroi en Gent.”
Wanneer moet Lierse een sluitend budget hebben ?
“Over twee jaar moeten alle lijken uit de kast opgeruimd zijn en is het tijd om te denken aan rendement. Ik steek niet zo maar centen in een vzw. De grote uitdaging is een club drijvend krijgen met een goede structuur, zonder dat je daar blijvend geld insteekt.”
Velen probeerden dat al voor u.
“Ik meen dat het wel kan.”
door Geert Foutré
‘Dit project is enkel leefbaar in eerste klasse.’
‘Wat me trof, is het onvoorstelbare opportunisme en dilettantisme bij bestuurders in een voetbalclub.’