Het is deze week tien maanden geleden dat Zvonko Milojevic het slachtoffer werd van een zwaar auto-ongeval. De gewezen keeper van Rode Ster Belgrado, Anderlecht en Lokeren is nog altijd verlamd aan beide benen.

Er is veel veranderd in mijn leven. Bijna alles is veranderd.”Van het ongeval weet ik niets meer. Ik weet alleen nog dat ik met mijn wagen vanuit Brussel naar Belgrado ben vertrokken en dat naast mij de papa van Goran Lovre ( Servische voetballer van Groningen FC die nog voor Anderlecht speelde, nvdr) zat. In de buurt van Aken is er een bestelwagen tegen mij gereden, is mij verteld. Of de herinnering aan het accident nog ooit terugkeert, weet ik niet.

“Het was alleszins een heel zware botsing, maar vraag mij niet hoe het juist is gebeurd en wie er in de fout ging. Daar trek ik mij niets van aan. Ik word al zenuwachtig als ik er nog maar aan denk en dat is niet goed voor mijn herstel. De dokter beweert dat stress mijn genezingsproces bemoeilijkt. Als vader Lovre erover begint, zeg ik meteen: ‘Stop, ik wil het niet horen!’ Het verleden interesseert mij niet. Wat maakt het nog uit? Ik zit in een rolstoel. Daarmee weet ik voldoende.

“Financiën? Verzekering? Rechtszaak? Hou alstublieft op. Daar hou ik mij niet mee bezig en ik wil er ook niet over praten. Ik weet alleen dat mijn vriend Dejan Stankovic ( Servische speler van Inter, nvdr) al mijn operaties betaalde en dat hij mij zegt: ‘Ik zal alles doen omdat je weer zou kunnen lopen.’ Dat heeft mij enorm geraakt.

“Ik ben 37. Ik hoop dat ik nog ooit kan werken, misschien als manager of als scout voor een club. Maar eerst moet ik weer gezond worden en op mijn benen kunnen staan, want anders kan het niet.

“Vader Lovre heeft niets, neen. Gelukkig. Beter één man in een rolstoel dan twee. De bestelwagen reed aan de kant van de chauffeur op mijn wagen in. Alles is op mij terechtgekomen.

“Van de dokter vernam ik dat ik twaalf dagen in coma heb gelegen en bijna klinisch dood was. Volgens hem maakte ik maar vijf procent kans om ooit nog te ontwaken. Mijn naasten kregen toen van hem te horen dat ik misschien wel nog twee of drie jaar zou slapen of zelfs nooit meer wakker zou worden. Nu lacht hij daarmee. Hij zegt dat ik niet geschikt ben om op te pronostikeren wegens te onvoorspelbaar. De verwachtingen waren ook dat ik niet meer zou kunnen praten.

“Als je de foto van mijn Audi A6 bekijkt, kan je niet geloven dat daar nog twee mensen levend zijn uitgekomen. Het schijnt dat de brandweer drie uur nodig had om mij te bevrijden.

“Het is onlogisch dat ik nog leef. Dat is dus heel positief nieuws. Ik leef omdat ik een sportman ben geweest. Ik rookte nooit, ik verzorgde en trainde mijn lichaam altijd goed. God deed de rest. Ik geloof ook dat God mij zal helpen om op een dag weer te kunnen stappen.

“Van het moment dat ik ontwaakte, herinner ik mij niets meer. Ik ben wakker geworden in totale amnesie. Mijn geheugen was weg. Ik wist niks. Ik wist niet wie ik was, wie mijn ouders waren, hoe mijn broer heette.

“Het ongeval is gebeurd op 15 november en na een maand ben ik van Aken overgebracht naar Leuven, maar ook daar weet ik helemaal niets meer van.

“Eigenlijk ben ik pas na drie maanden ten volle beginnen te begrijpen wat er gebeurd was en hoe ik er echt voorstond. Dan besef je: ik moet nu verder in een rolstoel en ik moet dit accepteren, want een andere keuze is er momenteel niet.”

Eeuwige optimist

“Hoeveel operaties ik achter de rug heb, weet ik niet. Het schijnt dat de grote rugoperatie meer dan vijf uur duurde. De klap trof vooral mijn zesde en zevende ruggenwervel. Mijn ruggenmerg werd erdoor beschadigd en daardoor ben ik verlamd van net onder mijn borstbeen.

“Ook mijn hoofd werd zwaar getroffen door de schok. Aanvankelijk kon ik niet praten. Mijn stembanden waren verlamd.

“Lange tijd had ik een buisje in mijn keel. Als ik iets wou zeggen, moest ik op een knopje drukken. Zo kreeg ik voldoende lucht in mijn longen.

“Ik kreeg logopedie. Nu gaat het al wat beter, maar zoals je merkt, praat ik nog altijd zeer moeizaam. Ik word er ook heel moe van.

“Alles komt terug, maar het vergt veel tijd. Ik mag mij niet nerveus maken, de professoren benadrukken dat ik geduld moet oefenen. Ze benadrukken ook dat ik mij geen vragen moet stellen. Dat is beter voor de motivatie, zeggen ze.

“Emotioneel maakte ik een zware periode door. De klap is enorm als je van vandaag op morgen verlamd bent. Ik heb het er nog altijd heel moeilijk mee, maar ik moet verder. Als ik naar voetbal op televisie zit te kijken, denk ik: waarom moest nu precies mij dat overkomen? Waarom moest die bestelwagen nu net tegen míjn wagen rijden? Ook het verwerkingsproces heeft zijn tijd nodig. Tijdens de Olympische Spelen kreeg ik het vaak kwaad. Sport is mooi en het mooiste is het zelf actief te kunnen beleven.

“Kijk, hier hebben ze operatief een pomp ingestoken ( wijst op een grote dikte aan de rechterkant van zijn buik, nvdr). Daar zit een reservoir in met een geneesmiddel dat naar mijn rug loopt en mijn ruggenmerg verdooft om de spasmen te verminderen. Die krampachtige samentrekkingen van de spieren zijn het gevolg van het zenuwletsel dat ik opliep. Met die pomp hoef ik geen twintig pilletjes per dag meer te nemen.

“Hoe diep ik soms ook heb gezeten, niet één keer voelde ik mij alleen op de wereld. Altijd was er iemand bij mij. Mijn broer slaapt hier aan de overkant. Als hij er niet was, was mijn vader of mijn vrouw er en ook op Dejan ( Veljkovic, spelersmakelaar, nvdr) kon ik altijd rekenen.

“Niemand heeft ooit gedacht dat dit mij kon overkomen en iedereen heeft het moeilijk om het te aanvaarden, maar de steun die ik kreeg, is enorm.

“De Poolse bestuurder van die bestelwagen heb ik niet meer gezien, gehoord of gelezen. Ik vind het raar. Ambetant. Het zegt toch iets, vind ik, maar ik zal daar geen verklaringen over afleggen. Ik ken die man helemaal niet, ik zou niet weten hoe hij er uitziet. Ik heb er begrip voor en tegelijk ook niet.

“Of ik hem wil zien, weet ik niet. De situatie moet zich eerst voordoen. Pas als hij hier aan de deur zou staan, zou ik weten hoe ik mij erbij zou voelen.

“Het kan iedereen overkomen.

“Ik was vroeger een optimist, ik ben dat nog altijd en ik wil het graag blijven. Het is moeilijk om het niet meer te doen, maar teruggaan naar de tijd van voor het ongeval helpt niet. Integendeel. Het is in mijn situatie niet goed in het verleden te leven. Ik moet focussen op wat er mij nu te doen staat. Al mijn aandacht en energie moeten naar mijn revalidatie gaan.”

Dankjewel België

“Mijn dagelijks programma hangt daar aan de muur. Ergotherapie, kinesitherapie, sport. Ik doe alle oefeningen die ik momenteel kán doen. Fietsen met elektrostimulatie is goed, en rijden met de handbike.

“Ik voel tintelingen van mijn knie tot aan mijn enkel. ( heft zijn T-shirt op en vertrekt een buikspier) Sinds drie dagen krijg ik beweging in mijn buik. Dat wijst toch op evolutie. Het geeft hoop. Het ongeval gebeurde in een flits, maar het herstel gaat heel traag. Zes maanden geleden zei ik dat ik in de zomer weer zou kunnen stappen, maar … ik zei er niet bij in welk jaar, hè ( lacht).

“Het is beter altijd positief te blijven. Dat helpt. Dat voelt ook goed aan. Waarom zou ik iets uitsluiten? Ook de wetenschap staat soms voor raadsels. En de wetenschap evolueert ook almaar. Als ik naar Rusland of Amerika moet, dan ga ik. Weer kunnen stappen is mijn obsessie. Daar zal ik alles voor doen. In gedachten kan ik rechtstaan en wandelen, ik zie het gebeuren. Binnen een paar jaar is het misschien realiteit. Misschien.

“Ik ga nu verder revalideren in een ziekenhuis in Belgrado. De dokter zei mij dat het psychologisch heel belangrijk is dat ik kan praten in mijn moedertaal. Het is natuurlijker, het kost veel minder energie. Ook dat is back to basics. Ik ben helemaal opnieuw moeten beginnen.

“Mijn appartement in Brussel houd ik, want ik kom zeker terug naar België. Wanneer dat zal gebeuren, weet ik niet. Servië is mijn vaderland, maar ook België zit in mijn hart. Ik ben hier al elf jaar en wil er blijven. Dankjewel aan de vele mensen die mij de voorbije maanden steunden, dankjewel Lokeren en Anderlecht voor de hulp.

“Ik ben blij met mijn carrière, maar ben er niet meer mee bezig. Het is verleden tijd. Alles wat gebeurd is, is voorbij. Het komt nooit meer terug. Ik onthoud vooral de overwinning in de intercontinentale beker met Rode Ster Belgrado in Tokio in 1991, de zege met Anderlecht tegen Real Madrid in de Champions League en de wedstrijden met Lokeren tegen Club Brugge, Standard en Anderlecht waarin ik de man van de match was.

“Ik zit met een miljoen onbeantwoorde vragen, maar ik moet vooruit. Het leven is een strijd. Vroeger leverde ik strijd met de tegenstander, nu moet ik tegen mezelf vechten. Dit is mijn zwaarste match ooit. Hij duurt nu al tien maanden en ik weet niet hoelang hij nog zal duren.

“Het moeilijkste is achter de rug, maar de vraag waarom dit is gebeurd, zal waarschijnlijk nog vaak terugkeren. Misschien is mijn lot zo. Up and down. Op en neer ( maakt met zijn rechterhand grote pieken en diepe dalen). In het doel staan, op de bank zitten, in het doel staan, in een rolstoel zitten, … weer op mijn benen staan ( kijkt glazig).”

door christian vandenabeele – beelden: jelle vermeersch

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content