Met Lokeren en Anderlecht komen twee interessante duels voor het nieuwe Club Brugge. Sports manager Arnar Gretarsson pleit daarbij voor stabiliteit. ‘Ik hoop dat de trainer zo snel mogelijk bijtekent.’

Beter laat dan nooit”, lacht Kirsten Willem, als hij Arnar Gretarsson zijn nieuwe visitekaartjes overhandigt. De IJslander huist op de eerste verdieping van het technisch departement, in een kantoor vlak naast de coach. Zo goed als dagelijks springt die even binnen, voor overleg. Gretarsson: “Ik ga niet in zijn kantoor vragen naar waarom hij dit of dat doet, maar hij communiceert zelf zeer veel over wat hij wil en denkt.”

Iets meer dan een maand is sports manager Gretarsson, die volgende week woensdag 41 wordt, in dienst van Club Brugge. Het is druk geweest, zegt hij. “Als je in een nieuwe omgeving terechtkomt, ontmoet je heel veel nieuwe mensen. Club heeft heel veel werknemers, die moet je allemaal leren kennen. Tegelijk was het voor mij direct een sprong in de diepte, omdat ik vlak voor de transferperiode begon. En dat betekende veel stress, je wil spelers laten tekenen, maar tegelijk had ik de competitie niet gevolgd. Ik moest direct proberen mee te zijn met het Belgische voetbal.”

Had u wel voldoende tijd om de prestaties en noden van de club te analyseren?

Arnar Gretarsson: “Niet op de manier dat ik wilde, maar ik kwam in januari niet om zelf de beslissingen te nemen. We hebben heel veel scouts en analisten die voor ons werken, en daarnaast zijn er nog de coach en zijn assistenten, en was Vincent Mannaert betrokken, al is dat niet zijn belangrijkste taak. Zijn taak is die van general manager, zien dat de club goed wordt gerund en dat iedereen zijn werk uitvoert, binnen zijn budget. Toen ik erin dook, na gesprekken met Vincent en Bart (Verhaeghe, nvdr) over strategie, was dat in de eerste plaats om te luisteren. Uiteraard zal ik mijn eigen beslissingen nemen, maar niet in het begin.”

Wat was uw rol dan bij de nieuwkomers?

Laurens De Bock had ik gelukkig twee keer live gezien, over hem had ik een mening. En ik heb in Lokeren voldoende contacten om me te informeren. Zijn transfer was vrij makkelijk. De scouts waren allemaal overtuigd van het feit dat hij een goeie speler was. Bovendien is hij een Belg en wij willen Belgische spelers tekenen. Hij is jong, maar speelt al bijna drie seizoenen in eerste klasse. Jong, Belg, talent, ervaring. In mijn ogen een ideale kandidaat. De tweede transfer was die van Eidur Gudjohnsen. Mensen vragen me: waarom neem je dat risico, met een speler die je vriend is? Mijn antwoord is daarop: ik heb hem niet gekozen. Het is te zeggen: het was niet mijn beslissing. Hij contacteerde mij. Ik zou nooit zeggen: je moet hem laten tekenen. ”

Omdat het te gevaarlijk is?

Exactly.”

Als hij faalt, maken ze u af.

Of course, dat is logisch. Toen hij me contacteerde, heb ik de bal doorgespeeld aan de coach en het management, de scouts, de directie. Wat denken jullie ervan? Uiteraard gaf ik mijn mening – dat hij een goede voetballer is. Toen hebben zij hun akkoord gegeven. Hij kan van waarde zijn voor het team.”

Wat is die waarde?

“Eidur zal de eerste zijn om toe te geven dat het tegen Gent en Genk nog niet goed was, ook al moest hij in Genk in de ploeg komen toen het tien tegen elf stond en hij op het middenveld speelde. Hij is niet de voetballer die gaat werken en tackelen, eerder een kwaliteitsspeler die kan zorgen voor de laatste pass en voor doelpunten. Met de tijd kan hij de ploeg helpen. Ik ben de coach niet en ga zeker het team niet opstellen, maar ik denk dat hij, als we compleet zijn, het moeilijk zal hebben om een plaats te krijgen. Zijn beste plaats is als aanvaller, of als een van de drie middenvelders. In dat geval heb je wel twee mensen nodig die wat meer lopen. Maar alle ploegen die willen meestrijden voor iets, hebben ook kwaliteit op de bank. Sommige wedstrijden zal hij spelen, andere zal hij op de bank zitten.

“Maar één ding is duidelijk: ik laat liever jonge spelers tekenen, om diverse redenen. Ze eisen minder loon, zijn hongerig naar succes en je kan nog wat aan hen verdienen als je ze later zou doorverkopen. Maar dat laatste is niet het belangrijkste.”

U vraagt stabiliteit, maar de realiteit van het moderne voetbal is dat die er nog amper is. Club Brugge is met RC Genk nog een van de stabielste topploegen in België (zie kader)…

“Er staan natuurlijk ook heel veel spots op België, vanwege de goeie, jonge spelers die je hier hebt. Het zal nagenoeg onmogelijk zijn om vier à vijf jaar een ploeg samen te houden. Daarin moeten we eerlijk zijn. Bij elke wedstrijd zitten er veertig scouts in de tribune. Niet van de kleine kampioenschappen, van alle grote. Het kan ook weleens belangrijk zijn om af en toe iemand van de hand te doen, maar het mag nooit je politiek zijn. Een club is geen winkel, waar je spelers koopt en verkoopt. De bedoeling moet zijn om een team te vormen dat kan winnen. Het ideale is dat je niet elk jaar een speler verkoopt, maar om de twee à drie jaar.”

Begrafenis

Uw ploeg mist stabiliteit, elke week staat er een andere elf. Toen u nog voor Lokeren voetbalde, haalde die ploeg succes in de periode dat er met een vaste kern werd gewerkt. Praat u daar met de trainer over?

“Ik denk dat we op dezelfde lijn zitten. Soms duurt het even om de juiste opstelling te vinden, andere keren ben je verplicht om te wisselen, vanwege een schorsing of een blessure. We zijn op dat vlak al zeer ongelukkig geweest. Maar als we de kans krijgen, gaan we wel een paar wedstrijden dezelfde ploeg aan de aftrap brengen. Ik ben het met u eens: je moet dezelfde achterlijn kunnen opstellen, of nagenoeg dezelfde, en twee dezelfde mensen daarvoor… Ik denk dat we rust moeten brengen in het elftal.”

Als de trainer met het idee speelt om van Donk een middenvelder te maken, praat hij daar met u over?

Yes, yes. Uiteraard neem je dat samen door. Ik zal hem altijd mijn mening geven, maar hem nooit tot dingen dwingen, ook al denk ik dit of dat. Ik wil hem niet beïnvloeden, het is zijn job, hij moet zijn ideeën kunnen ontwikkelen. Het kan zeer gevaarlijk zijn als ik dit zeg en de general manager dat, en de voorzitter dit… ‘Die is niet goed, die moet daar spelen.’ Onbewust word je dan toch beïnvloed. Elk moet zijn job doen en dan moet je de coach evalueren op wat hij gelooft te moeten doen. Uiteraard praten wij over voetbal, onze filosofie, hoe we willen spelen…”

Maar u bent er ook om hem wat af te schermen?

“Natuurlijk. Zeer belangrijk is, denk ik, dat hier wat rust komt. Ik denk te mogen stellen dat dat hier het voorbije jaar het grootste probleem is geweest. In twee jaar tijd vier coaches, dat is geen recept voor succes. Elke coach komt met zijn spelers, zijn ideeën, wil dingen veranderen… Voor een speler is dat niet makkelijk. Spelers denken dan ook snel: als we een paar wedstrijden verliezen, gaat alles weer veranderen. Je hebt stabiliteit nodig.”

U pleit voor het snel laten bijtekenen van de coach.

“Mijn observatie is dat de spelers op dit moment heel gelukkig zijn met de manier van werken van de coach. Zijn aanpak, zijn duidelijkheid. Hij is zéér correct met de spelers: als hij over iets niet tevreden is, zegt hij dat. Iedereen krijgt dezelfde behandeling, hij heeft een zeer goeie groep. We zijn uiteraard wat ongelukkig met de start na Nieuwjaar, maar dat kan gebeuren. En het zou niet mogen dat elke nederlaag een begrafenis is. En omgekeerd ook niet, elke zege a wedding.”

Maar het verwachtingspatroon van de fans is hoog.

“Het is ook belangrijk om daar goed mee om te gaan. We moeten niet elke keer zeggen: we willen dit, en dit….”

Club moet nu niet zeggen: wij willen de titel.

No. Anderlecht zegt dat ook niet. Dat is normaal voor hen, elk jaar willen ze winnen. En dat moet ook voor Club de normaalste zaak van de wereld zijn. Je moet dat niet altijd herhalen.”

Maar als we de laatste vier jaar bekijken, is het verschil met Anderlecht op dit moment nooit groter geweest, ondanks alle investeringen.

“Ja. Als je de stand bekijkt, klopt dat misschien, maar als je de kwaliteit bekijkt,… Anderlecht heeft natuurlijk het hart van zijn ploeg al een paar jaar samen. Ook daar komen en gaan nieuwe spelers, maar het hart is al een tijdje hetzelfde. Vandaar hun succes. Idem bij Zulte Waregem. Bij Lokeren.”

Oogkleppen

Niet iedereen is overtuigd van de goede bedoelingen van uw club, diverse spelers bleken tijdens de winterstop moeilijk te overtuigen om naar Brugge te komen.

“We moeten op zoek naar spelers die absoluut zin hebben in Brugge, niet naar voetballers die dit zien als een tussenstapje naar wat anders. Want als je die binnenhaalt, denken die altijd aan een transfer. En dan gaan ze nooit presteren. Presteren kan je maar als je blij bent waar je bent. En dan ben je misschien nog sneller weg dan je zelf verwacht, want een winnende ploeg zal altijd op belangstelling van buitenaf kunnen rekenen.”

Wil u vanwege die stabiliteit snel het trainersdossier afhandelen?

“Ja. Ik denk dat het zeer belangrijk is, ook voor de spelers. We hebben nu een filosofie, hoe we willen spelen. Op balbezit, met veel combinaties. Deze coach past daar perfect in, elke training is gebaseerd op die manier van voetballen.”

Dat hij maar weinig ervaring heeft met een eerste elftal, stoort u niet?

“Het is niet nodig dat de coach een enorme achtergrond heeft met een eerste ploeg. De beste coaches zijn ergens moeten beginnen. Met de tijd komt wel je informatie. Hij is zeer jong gestopt als voetballer, en intussen heeft hij wel twintig jaar informatie verzameld. Was bij alle topclubs, volgde Barcelona, Real Madrid, Chelsea,… Hij heeft ook ervaring in het werken met jonge voetballers, dat is een bonus.”

Maar als hij nu bijtekent voor pakweg twee jaar en straks als vijfde eindigt en naast Europees voetbal grijpt, hebt u dan geen probleem?

“Je hebt geen garanties, maar zoals ik de zaak nu zie, met de groep die wij hebben, is er voldoende kwaliteit om niet als vijfde te eindigen.”

Waarom een IJslander in de positie als de uwe, was de opmerking bij uw aanstelling. U kreeg die ook in Athene.

“Ik was altijd voor een ‘voetballende’ aanpak, heb ervaring in Griekenland, speelde hier zes jaar, woonde één jaar in Schotland, speelde in IJsland. Ik heb totaal verschillende ervaringen meegemaakt. Dat probeer je te mixen. Als je in één land hebt geleefd en gewerkt, ben je soms als een paard met oogkleppen op. Dan denk je dat jouw weg de correcte is.”

Heeft niet elke ploeg zijn ‘huisstijl’? Marc Degryse kreeg hier de wind van voren toen hij Club Brugge anders wilde laten voetballen. Bent u daar niet bang voor?

“Veel mensen hebben me dat gezegd. We hebben de Clubmentaliteit nodig. The soul of (schakelt van Engels naar Nederlands over) blauw-zwart. (klapt in de handen) In duel gaan, de spirit, de mentaliteit. Oké. Voor mij zou je zoiets niet eens tegen een speler moeten zeggen. Dat moet er altijd zijn. Je moet altijd op het veld alles geven, run and fight. Wij willen dat plus meer kwaliteit in het voetbal. Die mentaliteit mag niet het doel zijn. Je mag nog zo’n fantastische voetballer zijn, als je niet loopt en vecht, zal je nooit tonen hoe goed je bent. Dan kom je altijd te laat. Bekijk eens Barcelona in balverlies. De voorste vier, vijf spelers, dat zijn konijnen die hard lopen. Als zij dat kunnen, kunnen wij dat ook. Een voetballer moet altijd willen winnen, niet blij zijn met tik tik tik en je team op training zien verliezen met 4-0. Als je dan nog lacht, is er wat fout. Maar als je de ploegen overal ter wereld bekijkt, waar zit het verschil?”

Kwaliteit aan de bal.

“Yes. En in de afwerking, in de laatste pass. Met de juiste snelheid, in de ruimte, in de voet, maar niet zo hard dat hij niet meer in een tijd kan afspelen. De beste spelers moeten de anderen beter maken en niet altijd aan zichzelf denken. De beste spelers zie je vaak niet veel, ze krijgen een bal, tikken die door en hop, ze zijn al uit beeld. Dribbels zijn op het eerste gezicht fantastisch, maar spelers die een bal lang bijhouden, maken het niet op het hoogste niveau. Dat lijkt mooi, maar ondertussen is iedereen terug en georganiseerd. De beste spelers zijn zij die in een à twee tijden voetballen en anderen beter maken. Van zulke spelers moeten we een team maken. Ik zeg dat altijd: als je speelt voor het team, zal dat team van jou een fantastische speler maken. Maar als je het team op je schouders wilt nemen… Dat zal niet werken.”

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE/ CHRISTOPHE KETELS

“De beste spelers zie je vaak niet veel, ze krijgen een bal, tikken die door en hop, ze zijn al uit beeld.”

“Alle ploegen die willen meestrijden voor iets, hebben ook kwaliteit op de bank.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content