Met een verziekte kleedkamer is Genk uit het oude en in het nieuwe seizoen gestapt. Het trieste resultaat van een in alle opzichten falend transferbeleid de afgelopen twee jaar. Slaande deuren en rollende koppen, koude oorlogen en strijd om te overleven: Genk is zijn onschuld kwijt.

Het elftal waarmee KRC Genk Cercle Brugge tegemoet trad zaterdag, was al enkele dagen vooraf bekend. Nadat eerst trainer Emilio Ferrera was ontslagen, riep volgens diverse bronnen in de club technisch directeur Gunter Jacob de technische staf samen en vertelde hen hoe de ploeg tegen Cercle zou staan. Van al zijn transfers had er op de openingsspeeldag tegen KV Mechelen niet één op het veld gestaan, op de nieuwe doelman Marco Bizot na. Dat moest dringend anders. Trouwe clubsoldaat Pierre Denier knikte en tegen Cercle verscheen zowel Christian Kabasele als Tornike Okriasjvili aan de aftrap. Ook het jongerenduo SchrijversGerkens moest in de basis, de nieuwkomers Sergej Milinkovic-Savic en Hervé Kagé vielen in. Het leverde Genk een troosteloos eerste punt op.

Ondanks zijn demarche was de lof waarmee Jacob zijn ex-trainer voor de camera’s overlaadde gemeend. Het professionalisme van Ferrera – “een maniak”, aldus Genkse bronnen – stond buiten kijf. Het eerste wat hij na zijn aanstelling deed, was de zeteltjes uit het trainersbureau buitendragen en de grote vergadertafel weer binnenslepen. De zithoek was nog geïnstalleerd door zijn voorganger Mario Been. Die hield het graag gezellig, maar gezelligheid is nooit aan Ferrera besteed geweest. Hard werken des te meer. Het eerst op de club, het laatst weer weg. Urenlang videobeelden bekijken. Een groter verschil met Been was nauwelijks denkbaar. Man van partijtjes spelen en schouderklopjes uitdelen, wiens belangrijkste wapen zijn perceptie in de media was. Maar, helaas: zonder tactisch verhaal. Oplossingen aanreiken om het verval af te stoppen deed de aardige Nederlander niet.

Ferrera wel. En toch had hij al vroeg geen medestanders meer. Niet in de technische staf, niet in de medische staf, niet bij de spelers. Hoeveel vakman hij zich ook toonde, hoeveel goede ideeën hij ook had, niemand raakte door hem geïnspireerd. Het achtervolgt hem al zijn hele carrière, maar ook in Genk bleek het voetbaldier niet over de sociale vaardigheden te beschikken om mensen in zijn verhaal mee te trekken. Een harde werker, maar ook genadeloos hard in de omgang. Banden smeden deed hij niet. Ook niet met zijn assistenten, van wie er voor elke training iemand een uur in de weer was met linten op het oefenveld. Een variant op de assistent als kegelzetter.

Kloppend hart

Zo maniakaal verloor hij zich in details dat hij het grote plaatje niet meer zag. Uren kon hij praten over pakweg een goed getrapte hoekschop, terwijl zijn weifelende spelers nog steeds vaste grond onder hun voeten misten. Op het eind van vorig seizoen hadden ze er al over geklaagd. Altijd maar die tactische trainingen tussen linten die vakken markeerden waar ze niet buiten mochten. Nooit eens wat fun. Toen die boodschap Ferrera bereikte, sloot hij schoorvoetend een compromis: Hans Visser mocht af en toe een training geven. Zelf daagde hij dan wat later op, zette zich aan de kant en keek onverschillig toe.

De lamlendige prestatie tegen KV Mechelen was geen actie van de spelersgroep tegen Ferrera. Daarvoor mist die groep ruggengraat. Eilandjes zijn het, zonder veel motivatie: het trieste resultaat van een in alle opzichten (sportief en karakterieel) falend transferbeleid de afgelopen twee jaar. Zo klein is het kloppend hart van de ploeg geworden dat geen enkele zelfcorrectie vanuit de groep nog mogelijk is. Wie naast de pot pist, wordt niet teruggefloten, maar als een held in de armen gesloten. Last men standingJelle Vossen, Thomas Buffel en Jeroen Simaeys zien het met lede ogen gebeuren. Vossen is helemaal klaar met Genk, zonder de ziekte van zijn vrouw stond ook Buffel allang op vertrekken, en de club is Simaeys liever kwijt dan rijk.

Blijft over: een kwetsbare kleedkamer zonder hiërarchie, veel chaos en weinig betrokkenheid. Ferrera was de laatste om zich er wat van aan te trekken. Voor de dynamiek in een spelersgroep heeft hij geen oog. Ook Jacob en Dirk Degraen niet. De Afrikanisering van de selectie sloeg zo ver door dat elk evenwicht zoek raakte. Voetbal legde het af tegen power, discipline tegen frivoliteit. Binnenskamers maakte men zich grote zorgen en in bestuurskringen werd besloten iets minder gekleurd te gaan. Waarna er in de Balkan werd geshopt, met Kabasele toch weer voor een zwarte atleet werd gekozen en met Kagé voor een moeilijke jongen uit de vriendenkring van de ook al niet teamdenkende Ilombe Mboyo.

Achterban sussen

Vertrekkers met slaande deuren lopen als een rode draad door de voorbije vijf jaar. Vossen wordt de volgende van wie het afscheid niet in schoonheid zal verlopen. Thibaut Courtois was de eerste. Toen Genk na het kampioensjaar de onderhandelingen met Chelsea liet aanslepen, besloot hij het spel hard mee te spelen: hij bleef weg van de fandag en gaf forfait voor het galaduel tegen Lyon. Een dag later was de transfer rond, waarna harde woorden tussen Degraen en de doelman heen en weer vlogen. Nog dezelfde zomer verdween ook Frank Vercauteren. De echte aanleiding is nooit bekendgemaakt, maar diepgaande meningsverschillen met Degraen over de te volgen sportieve koers speelden zeker een rol. Net als bij Courtois trapte de algemeen directeur ook naar zijn gevluchte coach openlijk na. Toen een jaar later Christian Benteke naar de Premier League wilde, lag Genk opnieuw dwars. De aanvaller bleef met een ziektebriefje weg van de training en met de woorden nooit meer voor Genk te zullen spelen maakte hij zijn kleedkamerkastje leeg. Opnieuw was Degraen de gebeten hond.

Twee keer sinds het kampioensjaar verlengde Vossen zijn contract, de laatste keer in augustus 2012. Telkens kreeg hij van Degraen te horen dat hij die vijf jaar uiteraard niet zou uitdoen. Vossen liet zich pramen met de belofte dat de selectie zou worden versterkt op topdrieniveau. Genk maakte die belofte niet waar en Vossen deelde in de klappen: het WK ging aan zijn neus voorbij. Een nieuw sukkelseizoen, zonder Europees voetbal dit keer, is het vooruitzicht. Toch houdt Genk vast aan een transferbedrag van ruim 7 miljoen euro. Onrealistisch hoog, vindt de aanvaller, die steeds meer beseft dat hij als enige overgebleven jeugdspeler is gebruikt om de opstandige achterban te sussen. Van de door Degraen beloofde medewerking aan een vertrek blijft weinig over. Tegen Cercle behoorde hij voor de tweede week op rij niet tot de wedstrijdselectie. Ook Vossen speelt het nu hard.

Vernietigend advies

Degraen leidde Genk met autoritaire hand. Voor het gros van het personeel was hij een schim van wie het met wat geluk een goeiendag kreeg. Een prettig werkklimaat hing er allang niet meer in de Cristal Arena. Ook bij de buitenwereld raakte de Limburgse trots zijn breed gedragen sympathie kwijt. Iets blijvends kwam er niet voor in de plaats. De titel van 2011 was die van Vercauteren en een rist jonge talenten. Van het Genkse opleidingscentrum dus ook, maar uitgerekend dat kwam nadien door de forse inkooppolitiek onder zware druk te staan. De doorstroming stokte en de geesten raakten verdeeld.

Degraen profileerde zich als algemeen directeur vooral op de transfers. Hij verkocht de kroonjuwelen (zie kaderstuk), maar slaagde er samen met Jacob niet in de selectie opnieuw met topkwaliteit aan te vullen. Tussen Been en Jacob woedde een koude oorlog over het aangetrokken spelersmateriaal. Minderwaardig volgens de een, top volgens de ander. Wilde Been Hamdi Harbaoui, gaf Jacob hem AlbianMuzaqi, een ’toptalent’ van PSV over wie Been bij zijn Eindhovense connecties vernietigend advies inwon. Niemand luisterde en Muzaqi kwam. Hij speelde nooit. Weggegooid loon van zowat vier ton, net als de kleine twee miljoen euro transfergeld voor Kim Ojo. Ook de Nigeriaan vult in volstrekte anonimiteit de ruime Genkse kern.

Toppunt was het monstercontract van vier seizoenen dat Fabien Camus vorige zomer mocht ondertekenen. Twee weken nadat hij nog absoluut weg moest. Been noch Ferrera moest weten van de middenvelder van Mogi Bayat – hij is alweer verhuurd. Onder meer vanwege de verwevenheid van het duo Degraen-Jacob met de controversiële makelaar weerklonk vanuit de bestuurskamer steeds luider de roep naar meer controle. Degraen trok zijn conclusies en stapte op. Op de persconferentie in Hasselt waarop hij zijn vertrek toelichtte, kwam Jacob hem met zijn opmerkelijke aanwezigheid zijn steun betuigen.

Turks incident

Voor spelers en staf is de grootste verrassing stilaan dat de technisch directeur er nog steeds is. Opnieuw worden er grote vraagtekens geplaatst bij zijn spelersbeleid. Kabasele komt uit de tweede klasse, schoot tekort als aanvaller en moet zich nu als verdediger bewijzen. “Als aanvaller was het geen topper, hopelijk wordt hij het als verdediger”, sprak Jacob weinig overtuigend op de ploegvoorstelling. En Balkanjongens Luka Zarandia en Milinkovic-Savic “hebben tijd nodig om zich aan te passen”. Ferrera’s ontslag was nog niet koud of met Kagé en Okriasjvili werden nog twee nieuwkomers voorgesteld. Twee enfants terribles met wie het kleedkamerprobleem alleen maar groter dreigt te worden. Genk noemt zichzelf nu een ‘opleidingsclub’. Meer dan ooit lijkt te worden gegokt op een tweede Kalidou Koulibaly. Aan dat zelfbehoud van de transferverantwoordelijken zijn de sportieve ambities nu ondergeschikt gemaakt.

Sinds het vertrek van Degraen keerde de rust nog niet terug in de Cristal Arena. Als een veenbrand bleef het smeulen en weer opflakkeren. Niemand die weet hoe het nu verder moet. Degraen was een workaholic wiens taken ‘voorlopig’ over meerdere mensen worden verdeeld. Zij kreunen onder de toegenomen workload. Hoe stevig Herbert Houben de teugels nog in handen heeft, is niet duidelijk. De voorzitter worstelt met een echtscheiding en wordt te veel aandacht voor privéinvesteringen in de Balkanregio verweten. Klachten over het gedrag van Jacob naar aanleiding van een incident tijdens de winterstage in Turkije pakte hij onhandig aan, waardoor de clubdokter niet meer on speaking terms is met de technisch directeur.

Schrikbewind

Houben en Jacob, samen met het voor sportieve zaken bevoegde bestuurslid Herman Nijs, staan nu schouder aan schouder in hun overlevingsstrijd. Hun strak gespannen zenuwen verdragen niet de minste zweem van kritiek. Simaeys ondervond het afgelopen weekend na zijn niet-selectie en nog voor Ferrera de bons kreeg, was ook woordvoerder Jordy Hex al op het matje geroepen. De brave jongeman kreeg de verantwoordelijkheid voor de vele negatieve pers van KRC Genk in de schoenen geschoven. Hex beet nog van zich af en plots stond hij op straat. Een schoonmaakoperatie, maar dan vooral voor de eigen deur en zonder de echte problemen aan te pakken.

Om uit de bestuurlijke impasse te geraken, wordt nu naar Jos Vaessen gekeken. Sportief, zo valt te horen, is er behoefte aan een trainer met dictatoriale trekjes. Alleen een schrikbewind zou de verziekte kleedkamer nog aan het voetballen krijgen. Afgaand op de namen die circuleren – Christoph Daum, Huub Stevens, Peter Maes – lijkt toch iemand in de Cristal Arena dat te hebben begrepen.

DOOR JAN HAUSPIE – BEELDEN: BELGAIMAGE

Houben en Jacob staan nu schouder aan schouder in hun overlevingsstrijd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content