Maandag tegen Bergen viel hij bij de rust in en scoorde hij met de linker; donderdag tegen Gent verscheen hij aan de aftrap, scoorde hij met de rechter en werd hij in de tweede helft gewisseld; en zondag in Gent leverde hij de assist voor de enige Cerclegoal en bleef hij de hele wedstrijd op het veld. Twee en een half jaar nadat hij in Genk in een duel met Torben Joneleit de meniscus, de mediale band en de achterste kruisband van de rechterknie scheurde, maakte Honour Gombami (29) een opgemerkte comeback met meteen drie wedstrijden in één week en ook al direct twee doelpunten en een assist. “Onvoorstelbaar”, zegt hij. “Vooral die goal tegen Bergen was speciaal. Onverklaarbaar. Ik ben blij dat ik de kans kreeg om mij te tonen, want als je zo lang niet meedoet, vergeten de mensen je een beetje. Het geeft mij vertrouwen en het helpt me om niet meer aan mijn zware blessure te blijven denken. Eigenlijk rekende ik er al niet meer op en was ik al gefocust op volgend seizoen. Maar het werd mijn beste week ooit.” ( lacht)
Hij nam zijn vertrouwde plaats op de rechterflank in, zorgde zoals vroeger voor breedte en diepte en aansluiting bij de centrumspits, en verdedigde indien nodig mee tot aan de eigen zestien meter. Maar zijn startsnelheid is nog niet zoals voorheen. “Mijn knie is al lang weer stabiel, maar het probleem was dat ik mijn been niet meer maximaal kon plooien”, vertelt hij. “Daarom onderging ik nog een tweede en een derde ingreep, veel kleinere operaties, onder meer om het littekenweefsel weg te nemen. Dat is nu verholpen, ik kan weer lopen zoals vroeger, maar ik mis natuurlijk wedstrijdritme. Al die tijd speelde ik maar één keer mee met de eerste ploeg: eind vorig seizoen een minuut of twintig op Charleroi. Maar dat deed de trainer om er bij mij de moed in te houden. Voor de rest ging ik een keer of zes, zeven mee met de beloften, maar dat is niet hetzelfde. Om verder te kunnen groeien zijn er meer wedstrijden met de eerste ploeg nodig.”
Dat zal dan wellicht niet meer bij Cercle zijn. Zijn contract loopt er af en hij weet al lang dat het niet verlengd zal worden. In de winterstop werd er hem zelfs een overgang naar tweedeklasser Sint-Niklaas voorgesteld. Maar dat vond hij geen geschikt moment om te veranderen van club. “Het leven gaat verder”, zegt hij, “en misschien komt er wel iets moois. Het enige wat ik kan doen, is het hoofd rechtop houden en tonen dat ik nog altijd heel goed kan voetballen. Misschien wel beter dan ooit, zal nog blijken. Ik ben ouder nu, rijper geworden en mentaal sterker door wat ik meemaakte.” Want zijn lange revalidatie, dat was afzien. “In het begin was het: altijd binnen blijven en altijd dezelfde oefeningen doen. En wanneer je dan eindelijk het veld op mag, wil je alles doen zoals voorheen, maar dat lukt niet. Je denkt dat je bij de bal zal kunnen, maar je komt te kort. Je wil spurten, je geeft alles, maar je been blokkeert. Je voelt je shit. Ik dacht er weleens aan om te stoppen, maar uiteindelijk blijf je er toch in geloven. Geert Leys ( kinesist, nvdr) en Wim Langenbick ( fysiektrainer, nvdr) hielden mij altijd voor dat alles in orde zou komen en mijn naaste vrienden en familie steunden mij enorm in momenten dat het mij te veel werd. De geboorte van Alicia, mijn dochtertje van acht maanden oud, gaf mij een boost om te blijven doorgaan. Ik wil hier blijven, ik moet voor haar zorgen, ik kan haar niet achterlaten. En ik dacht meer dan ooit: als ik hier doorheen raak, kan niets mij ooit nog stoppen.”
Hij kwam in 2007 naar Cercle als centrale middenvelder en maakte na een aanpassingsperiode onder de leiding van Harm van Veldhoven in het eerste seizoen van Glen De Boeck furore op de rechterflank met zijn loopvermogen, versnellingen, infiltraties en scorend vermogen. Van dat niveau is hij nu uiteraard nog een eind verwijderd, beseft de voormalige Zimbabwaanse international. “Alles is nog basic nu. Ik moet meer mijn hoofd gebruiken, eenvoudiger spelen, slimmer zijn om op het juiste moment op de juiste plaats te zijn. Vroeger kon ik veel corrigeren met mijn explosiviteit. Maar het gaat beter en beter. Er wordt weer heel veel mogelijk, voel ik. Ik sta voor de start van een nieuw tijdperk en als ik via de tweede klasse moet terugkeren, dan moet dat maar. Als ik goed genoeg ben, zal ik snel terug in eerste zijn.”
DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE
“Ik dacht er weleens aan om te stoppen.”