Met zijn naam alleen al vul je ongeveer de helft van dit verhaal : Eric Rabesandratana. Waar komt die naam vandaan ? De verdedigende middenvelder van Bergen : “Mijn roots liggen in Madagaskar, al heb ik daar nog nooit één voet gezet. Sinds twee, drie jaar kriebelt de gedachte om er toch eens naartoe te trekken. Ik had nooit veel goede contacten met mijn Malagassische familie en ik heb ook nooit geprobeerd om die te ontwikkelen. Daardoor is er een soort barrière ontstaan. Stilaan echter krijg ik zin om de cultuur daar te ontdekken. Ik zie mezelf binnenkort op bedevaart gaan.”
En ziet Rabesandratana zichzelf voetballen voor Madagaskar ? “Daar heb ik aan gedacht. Twee jaar geleden vroegen ze me voor de nationale selectie van Madagaskar. Maar daar is niks van terechtgekomen omdat ze mijn dossier verloren hadden. Erg serieus kan ik dat niet noemen, maar het is allicht een voorbeeld van de Afrikaanse mentaliteit.”
Geboren werd Rabesandratana in Parijs – al zou hij daar voor geen geld meer willen wonen. Hij speelde geruime tijd bij PSG, droeg daar zelfs de aanvoerdersband. Hoe komt een Parisien bij Bergen terecht ? “Dat zijn nu eenmaal van die kronkels in de carrière van een voetballer. Ik speelde bij AEK Athene, maar werd daar niet meer betaald. Een ware beproeving, het heeft drieënhalf jaar geduurd eer dat financiële geschil geregeld was. Ik wilde terugkeren naar Frankrijk, maar eens je het voetbalcircuit hebt verlaten, lijkt het alsof je daar niet meer bestaat. Precies of ik kon niet meer voetballen. Ik heb dan anderhalf jaar bij Châteauroux gespeeld en vervolgens heb ik een test afgelegd bij Bergen. Et voilà, ik ben hier aan mijn derde seizoen bezig.”
Saai kan hij zijn passage bij Bergen niet noemen. Rabesandratana maakte de episode met Brio mee, de degradatie naar de tweede klasse, de promotie naar de eerste klasse en dit seizoen maakt hij meer dan hem lief is kennis met de bank omdat trainer José Riga veelal de voorkeur geeft aan Hocine Ragued. “Ik aanvaard dat”, aldus Rabesandratana. “Ik ben 34 jaar, het grootste deel van mijn carrière ligt achter en niet vóór mij. Aan de andere kant is mijn leeftijd ook een reden om me gefrustreerd te voelen over dat statuut van invaller. Ik heb geen tijd meer om geduld te hebben. Komt daarbij dat ik een echt competitiebeest ben : wedstrijden spelen, ik mis dat.”
Intussen is Bergen niet slecht bezig, geeft Rabesandratana toe. “Toen ik vernam hoeveel spelers Bergen verlieten en ik al die nieuwkomers op training zag toestromen, had ik er geen goed oog in. Deze club heeft nu eenmaal de reputatie een duiventil te zijn, elk jaar gooien ze de spelersselectie dooreen. Ik herinner me nog dat ze spelers deden tekenen zonder dat ze hen hadden zien voetballen. Alleen : hoe meer nieuwe spelers je hebt, hoe langer het duurt voor je een ploeg hebt. Gelukkig viel de aanpassingsperiode ditmaal kort uit. Op papier beschikken we over een zeer goed team. Bergen zou zich eigenlijk nooit zorgen hoeven te maken over het behoud.”
STéPHANE VANDE VELDE