DE TRAINER HERMAN VERMEULEN
We hebben nooit een uitgebalanceerde veldbezetting gevonden. Dat frustreert me het meest : er is geen houvast, geen herkenbaar patroon. Jong talent moet je koppelen aan doorgewinterde routine, anders wordt de ketting te zwak. Op een bepaald moment speelden we in de laatste twee lijnen met zes jongens, samen goed voor amper 160 matchen in eerste klasse. Dat doe je niet ongestraft. We hebben ook te veel centrale spelers : spelers met lopende contracten die hier al waren toen ik toekwam. Dus ga je schuiven : je zet ze op een positie waarvoor ze het profiel niet hebben, waardoor de cohesie verloren gaat. Zowel aanvallend als verdedigend was er geen complementariteit.
“De clubeigenheid is 4-3-3, met een diepe spits bij wie je de bal kwijt kunt zodat de ploeg kan aansluiten. Tot dat concept zijn wij nooit gekomen : we gingen te laag spelen, zeker na het uitvallen van Nijs, zodat de roep om twee spitsen weerklonk. De vraag is dan of die complementair zijn met elkaar en of je het in hun rug ingevuld krijgt. Ofwel speel je in een ruit met één verdedigende middenvelder : dan moet je mensen met balrecuperatie hebben, maar bij ons staan daar jongens die aanvallend denken en dan kom je zwaar in de problemen. Ofwel speel je 4-4-2 plat, maar dan heb je flankspelers nodig en wij hebben moeilijkheden op heel de rechterflank.
“De verklaring is dat Sint-Truiden vorig jaar het roer had omgegooid, zijn eigenheid kwijt was en opnieuw moest gaan shoppen. We wisten dat we met de beschikbare middelen niet alle plaatsen konden invullen. Dat we het moesten stellen met de next best situation en dit als een overgangsjaar beschouwen. Het nadeel daarvan is dat de club, tegen beter weten in, risico’s neemt : ze gaat ervan uit dat we geen geschorsten en geblesseerden op de slechte momenten zullen krijgen. Maar het kán natuurlijk. Positief is dat ze controle heeft over het financiële plaatje. En dat jongens onverwachte kansen krijgen en onder druk moeten presteren zodat we hun gebreken zien. Dat helpt ons voor volgend seizoen.” l
JEROEN SIMAEYS
In één klap de sprong van derde naar eerste klasse gemaakt en meteen, als 20-jarige, een plaats als vaste waarde afgedwongen in de centrale as waar doorgaans veel ervaring staat. Veel loopvermogen, leiderschap ook, goed kopspel, scorend vermogen zelfs. Past in het klassieke Truiense spelersprofiel.
TAMáS HAJNAL
Prima voetballer, met Landry Mulemo de enig overgebleven transfer van Marc Wilmots, iemand met creatieve aanvallende impulsen, maar verdedigt niet mee. Zelfs in een zwalpend elftal weinig speeltijd gekregen, vaak dan nog op de flank. Mist het volume van de complete, moderne middenvelder. Publieksmartelaar.
statistiEKEN
GEBRUIKTE SPELERS : Baratto (4), Belic (12), Boeckx (7), Buvens (16), de Condé (10), Debroux (16), Delorge K. (1), Delorge P. (17), Hajnal (12), Hayen (17), Mbonabucya (15), Mulemo (9), Niemi (14), Nijs (7), Prud’homme (5), Ramond (16), Rutten (3), Santalab (9), Simaeys (17), Stolica (17), Vanhoyweghen (9), Wisniowski (14).
DOELPUNTENMAKERS : Hajnal (2), Mbonabucya (4), Simaeys (4), Stolica (7).
GELE KAARTEN : 35
RODE KAARTEN : 4
STRAFSCHOPPEN : 0 voor (0), 0 tegen (0).
HOEKSCHOPPEN : 86 voor, 119 tegen.
OVERTREDINGEN : 322 begaan, 272 tegen.
JAN HAUSPIE
‘WE WISTEN DAT WE MET DE BESCHIKBARE MIDDELEN NIET ALLE PLAATSEN KONDEN INVULLEN.’