Juventus domineert nu al twee jaar de Serie A en plaatste zich voor het eerst in zeven jaar voor de kwartfinales van de Champions League. De Oude Dame uit Turijn beleeft een twee jeugd.

Het is 26 januari 2013. Antonio Conte gesticuleert, draaft rond, fluimt. Allicht beledigt hij ook de scheidsrechter, die op het einde van de match tegen Genoa (1-1) de handsbal van verdediger Andreas Granqvist niet gefloten heeft. Juventus is twee kostbare punten kwijt en hij is kwaad op de hele wereld. Maar de hele wereld ook op hem, sinds de affaire Calciopoli. Op de sociale media wordt met de beschuldigende vinger gewezen naar Conte, die er net vier maanden schorsing op heeft zitten wegens vermeende medeplichtigheid aan matchfixing toen hij nog trainer was bij Bari (het gerechtelijk onderzoek loopt nog). Wat overigens best meeviel, die vier maanden duurden alleen voor de betrokkene zelf een eeuwigheid. “Die schorsing riep opnieuw de oude demonen van Juve wakker”, legt Alessandro Grandesso van de Corriere della Sera uit. “Gelukkig zijn de mensen slim genoeg om te beseffen dat wat Conte ten laste werd gelegd dateert van voor de periode dat hij coach was van Juventus.”

Die schorsing remde de ploeg vooral af, zo werd dat althans in het begin van het seizoen gezien. Want Conte was meer dan een trainer. “Hij heeft altijd de volledige controle over de situatie, zowel tactisch als technisch”, weet Thierry Cros, Franse correspondent in Rome. “Met zijn kennis van het instituut weet hij een evenwicht te vinden tussen de erfenis van het verleden en een moderner aanzien.” Hij wordt verheerlijkt door de tifosi, die hem nog altijd nostro capitano noemen, een overblijfsel van zijn carrière als speler, maar hij schrikt er niet voor terug om diezelfde fans terecht te wijzen als hij dat nodig acht, zoals na de wedstrijd tegen Siena (3-0) waarin ze Sebastian Giovinco uitgefloten hadden. Conte zal voor altijd met Juventus verbonden blijven. Viel zijn eerste officiële match niet samen met de ingebruikname van het nieuwe stadion? Alsof beide voortaan de herwonnen glorie van Juventus zouden belichamen.

De vraag was dus: hoe zouden de uittredende kampioenen hun zegetocht in het kampioenschap kunnen voortzetten en voor een geslaagde rentree in de Champions League zorgen zonder hun inspirator, de architect van hun laatste titel? Zelfs het bestuur twijfelde, maar nooit is er sprake van geweest om Conte helemaal aan de kant te schuiven. En zijn afwezigheid leek de Oude Dame ook nooit parten te hebben gespeeld. “Iedereen vraagt zich nog altijd af wat nu het effect van die schorsing precies is geweest”, zegt Cros. “De resultaten werden er niet door beïnvloed. En de ploeg heeft door het slachtoffergevoel een samenhorigheid en hardnekkigheid verkregen. Ook de banden tussen spelers en supporters werden nauwer aangehaald.”

Juventus is dus voortreffelijk met de moeilijke situatie omgegaan. Ook wel wat hypocriet, want hoewel Conte zich door zijn schorsing niet meer vertoonde op de bank of op persconferenties, was hij het nog altijd die de trainingen leidde en de matchen voorbereidde. En zijn vervangers Massimo Carrera en Angelo Alessio kregen tijdens de wedstrijd de nodige instructies door.

Veel Italianen

Zelfs zonder zijn gids zette Juventus dus zijn opmars verder. De ploeg is favoriet om zichzelf op te volgen en lijkt nog rijper dan het elftal dat vorig jaar tot kampioen werd gekroond na een seizoen zonder één enkele nederlaag (iets waar geen enkele ploeg in Italië ooit in geslaagd was in een competitie met 20). Het parcours in de Champions League, waar Juventus eerst een poule overleefde met Sjachtar Donetsk en Chelsea (dat werd uitgeschakeld) en vervolgens Celtic oprolde in de achtste finales, toont dat dit team een solide basis heeft. In Italië wordt dit Juventus zelfs vergeleken met de grootste elftallen uit zijn geschiedenis. Marcello Lippi (1994-1999 en 2001-2004) zei onlangs dat hij de ziel van zijn Juventus terugvond in deze ploeg en de huidige statistieken overtreffen bijna die uit de tijd van Giovanni Trapattoni (1976-1986 en 1991-1994) en Fabio Capelli (2004-2006). Bovendien herkennen de tifosi zich meer in deze ploeg omdat er veel Italianen in spelen. Vaak staan er zeven in de basiself, tegen Celtic waren het er zelfs negen. Claudio Marchisio is een jeugdproduct van Juve, net als zijn doublure Paolo De Ceglie.

De ploeg is gemodelleerd naar haar trainer. Onbuigzaamheid en inzet zijn de sleutelwoorden – Marchisio, Arturo Vidal en Stefan Lichtsteiner zijn echte krijgers. De driemansverdediging (Giorgio Chiellini, Andrea Barzagli en Leonardo Bonucci) staat als een huis. Bovendien beleeft Gianluigi Buffon sinds de komst van Conte een tweede jeugd. Met 18 tegendoelpunten heeft Juventus de beste defensie uit de Serie A, voor het tweede jaar op een rij al.

Transferpolitiek

De facelift van Juventus is ook te danken aan het genie dat de transfers behartigt: sportief directeur Giuseppe Marotta. Hij haalde Conte binnen en heeft een fijne neus voor spelers, ook al is zijn budget beperkt. Vorig jaar deed Juve een gouden zaak met de transfer van Andrea Pirlo, die bij Milan was afgedankt. Ook al was zijn seizoenbegin niet rimpelloos, wellicht door de vermoeidheid van het EK, Pirlo blijft flitsen van buitengewone klasse tonen. Met 5 goals en 9 assists is hij de echte draaischijf van deze ploeg geworden. Andere voltreffers, in de zomer van 2011, waren Vidal en Lichtsteiner, vaste waarden ondertussen.

Dit seizoen zette Juventus nog een kraak, door gratis Paul Pogba van Manchester United aan te trekken. De 19-jarige Fransman schitterde in de rol van explosieve verdedigende middenvelder en maakte al vijf goals. Andere goeie deals: Kwadwo Asamoah (ex-Udinese), die de linkerflank moet afdweilen, en in mindere mate Mauricio Isla (ook Ex-Udinese), die wel Lichtsteiner nog niet uit de ploeg heeft kunnen spelen maar toch een meerwaarde blijft.

Geen nummer 9

Er zijn evenwel grenzen aan die doordachte en zuinige transferpolitiek. Zo beschikt Juventus nog altijd niet over een topspits. In de 3-5-2 van Conte wisselt het aanvalsduo voortdurend. Een ideale combinatie heeft hij nog niet gevonden, wie er speelt hangt af van de situatie en het vormpeil van de aanvallers. Zo speelde Alessandro Matri in januari de pannen van het dak (6 goals), maar onlangs moest die plaats ruimen voor Mirko Vucinic en Sebastian Giovinco. Topschutter Fabio Quagliarella (7 goals) worstelt met zichzelf en blijft voorlopig op de bank. Conte probeert het beste uit zijn aanvallers te halen, maar zowel Vucinic (6 goals) als Giovinco (7 goals) zijn eerder spitsen die in steun spelen, geen echte nummer 9. En noch Matri noch Quagliarella is van het formaat van een David Trezeguet. Juve zocht vorige zomer wel een oplossing door Robin van Persie een contract aan te bieden, maar moest het afleggen tegen de Engelse clubs. De naam van Didier Drogba circuleerde deze winter, maar uiteindelijk kwam Nicolas Anelka, hoewel die een beetje op zijn retour is. Ondertussen zorgen de middenvelders wel voor de goals en daar is Conte allang blij mee. ?

DOOR STEPHANE VANDE VELDE

Het elftal van Juventus is gemodelleerd naar trainer Antonio Conte.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content