‘De individuele ontwikkeling was opmerkelijk’
VDK Gent promoveert rechtstreeks naar de hoogste klasse. Dat is het resultaat van de confrontaties tussen de kampioenen van eerste nationale A en B. Verliezer Eisden en Guibertin, dat in de play-downs van de liga voorlaatste eindigde, maken vanaf komend weekend in een best of three uit wie volgend seizoen in de hoogste klasse mag aantreden.
Trainer Emile Rousseaux van Guibertin ging grasduinen in de archieven en vond : “Er zijn geen clubs die, zoals wij, in de liga voorlaatste eindigden na de reguliere competitie en toch 16 punten verzamelden.”
En dus verdienen jullie het behoud ?
Emile Rousseaux : “Sportief gezien wel. Maar ook op het bestuurlijke niveau is er een competitie tussen de ploegen. Op dat niveau scoren we te zwak, ondanks alle geleverde inspanningen.
“In die zin is het bijna een goede zaak dat we het behoud niet behaalden zonder deze barragewedstrijden. Als we een ploeg als Puurs, met een budget dat drie keer zo groot is als het onze, achter ons hadden kunnen houden, zou dat een slecht signaal geweest zijn. Dan hadden de bestuursmensen gezegd : ‘Waarom moeten wij geld zoeken ?'”
Hebben jullie meer in huis dan Eisden ?
“Ik zag de laatste wedstrijd tussen Gent en Eisden. In dergelijke matchen spelen de mentale en emotionele aspecten in die mate een belangrijke rol dat je niet weet of je intrinsieke volleybalkwaliteiten wel tot uiting zullen komen.
“Ik denk dat Eisden meer intrinsieke volleybalkwaliteiten heeft dan wij. Maar wij hebben een heel jaar ervaring op het hoogste niveau. Met een vrij goede sfeer het hele seizoen door, ondanks onze voorlaatste plaats. Omdat we vrij veel wonnen, zijn we nog positief ingesteld, terwijl andere jaren de laatste drie ploegen vaak geen dash meer hadden op het einde van het seizoen. Dikwijls hadden ze zo vaak op hun neus gekregen dat ze bijna met een degout zaten.”
Kunnen we erin blijven, heel leuk. Degraderen we, geen ramp. Dat lijkt jullie visie.
“Inderdaad. Sportief gezien is degradatie altijd een ontgoocheling. Maar ik denk dat de begeleiding, het bestuur en de spelers vrij realistisch inschatten dat je met ezels niet even snel kan lopen als met renpaarden. Pas op, ik bedoel ‘ezels’ niet pejoratief. Dat zijn sterke dieren, die bijvoorbeeld een kar kunnen trekken. En ik zeg niet dat mijn ezels op termijn geen renpaarden kunnen worden. De individuele ontwikkeling van verscheidene jongens dit jaar was opmerkelijk. Het zou super zijn als we dat konden omzetten in het behoud. Maar we moeten dat met veel nederigheid en bescheidenheid aanpakken.”