Eendagsvlieg

© getty

In zijn achtste seizoen als prof won Oliver Zaugg met de Ronde van Lombardije zijn eerste en uiteindelijk enige wedstrijd. Per hoge uitzondering had hij die dag het kopmanschap gevraagd.

Oliver Zaugg was in de eerste plaats een toegewijde helper. De Zwitser, geboren in het Züricher Oberland, werkte als schoorsteenveger vooraleer hij in 2004 prof werd. Het was alsof hij zijn eigen ambities meteen opborg. Hoewel Zaugg in 1999 tweede werd in het nationaal kampioenschap bij de junioren en als belofte fraaie resultaten boekte, stelde hij zich meteen ten dienste van de kopmannen. Als helper werd Zaugg erg gewaardeerd. In veertien profjaren reed de klimmer voor zeven ploegen. Het waren stuk voor stuk topteams.

Een van die ploegen was Leopard-Trek. Zaugg stond daar in 2011 onder contract om de gebroeders Fränk en Andy Schleck in de Ronde van Frankrijk te helpen. De Tour had hij nog nooit gereden. Vooraf startte Zaugg in de Giro, maar na het dodelijk ongeval van zijn ploegmaat Wouter Weylandt zette hij die niet verder. Uiteindelijk geraakte hij niet in de selectie en zou hij nooit aan de Ronde van Frankrijk deelnemen, net zoals hij ook altijd aan de voorjaarsklassiekers verzaakte. Hij reed dat jaar wel de Ronde van Spanje, maar moest door maagproblemen opgeven.

Na een dolle rit hield Zaugg acht seconden over.

En dan kwam die zonnige dag in de herfst van 2011. Zaugg had goed gepresteerd in enkele Italiaanse koersen, als voorbereiding op de Ronde van Lombardije. De anders zo bescheiden Zwitser vroeg nu aan de ploegleiding of hij kopman mocht zijn. Hij voelde zich zo goed dat hij zich winstkansen toemat. Zo’n kordate taal had nog niemand van Oliver gehoord, dus werd hij die dag beschermd. Al was hij niet de enige troefkaart, de Deen Jacob Fuglsang was cokopman. Zaugg was aan zijn achtste profjaar bezig, een periode van 2844 dagen zonder overwinning, zoals het later zou worden berekend. Hij had de finale van de Ronde van Lombardije de dag voordien verkend. Meer bepaald de venijnige slotklim naar Villa Vergano.

Jacob Fulgsang verschoot zijn krachten door in een vroege aanval met Vincenzo Nibali mee te gaan. Dus lag de weg vrij voor Zaugg, een voor hem zeer ongewone situatie. Op tien kilometer van de streep maakte Zaugg deel uit van een kopgroep van twintig renners. En dan deed de Zwitser dat wat in zijn hoofd zat opgeslagen: aanvallen op het steilste stuk van de Villa Vergano. Hij sloeg meteen een kloof en constateerde vervolgens dat zijn oortje niet werkte, de batterijen hadden het begeven. Zo kon hij niet anders dan in de laatste kilometers alles geven, zonder te weten wat de tijdsverschillen waren, in de hoop dat hij niet zou worden bijgehaald. Na een dolle rit hield Zaugg uiteindelijk acht seconden over, Daniel Martin werd tweede, Joaquim Rodríguez derde.

Zaugg werd in 2011 tot Zwitsers Wielrenner van het Jaar uitgeroepen. Vóór Fabian Cancellara. Heel even was hij een vedette. Maar het zou bij die ene zege blijven. Nadien kroop Zaugg weer in de huid van helper. In de Ronde van Lombardije van 2012 werd hij achtste. Eén keer zou hij nog dicht bij de overwinning komen. Dat was in de Ronde van Spanje van 2014, toen hij in de veertiende rit op een korte slotklim aanviel en op weg leek naar de zege, tot de Canadees Ryder Hesjedal hem op 200 meter van de finish voorbijvloog. Zo bleef Oliver Zaugg een eendagsvlieg. Hij beëindigde in 2016 zijn carrière. Niet toevallig was de Ronde van Lombardije zijn laatste wedstrijd. Nog voor zijn overwinning noemde hij de Koers van de Vallende Bladeren de mooiste wedstrijd van het jaar. Nu begeleidt Zaugg mountainbikers en leert hen technische tips die Peter Sagan hem in zijn periode bij Tinkoff-Saxo bijbracht.

Oliver Zaugg

GEBOREN 9 mei 1981 in Lachen (SUI)

PROF van 2004 tot 2016

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content