Is de komst van een nieuwe spits de oplossing voor Club Brugge? Of is er een ander pijnpunt?

Zo. Daar zijn we dus ook uit. Aan de trainer ligt het niet. Althans, toch niet als we de voetbalcommentator van de grootste krant van Vlaanderen moeten geloven. We citeren uit zijn analyse na de topper tegen Anderlecht: “Er klopt iets niet. (…) Hoe kan een selectie die vier maanden kon trainen onder Michel Preud’homme zó weinig klaarspelen tegen Anderlecht dat, voor alle duidelijkheid, op zijn beurt lang geen onvergetelijk voetbal bracht? Aan Preud’homme kan het niet liggen. Hij is dezelfde trainer die succes oogstte met Standard, AA Gent, FC Twente en Al Shabab. Preud’homme werkt nog altijd even keihard, even minutieus, even gedreven, even professioneel. Laten we hem er dus maar buiten houden. Het is de verantwoordelijkheid van de spelersgroep. Diezelfde jongens die in de thuiswedstrijd tegen Anderlecht wél door de muur wilden gaan enkel en alleen – zo blijkt nu – om op een goed blaadje te staan bij de nieuwe trainer, die toen in de tribune zat. Sindsdien is het een rommeltje.”

Maandenlang had diezelfde commentator de schuld voor alles wat nog maar een beetje fout liep in Brugge wél in de schoenen van de trainer geschoven, de voorganger van Preud’homme, maar langzaam rijpt nu toch een ander beeld: dat het in Brugge niet altijd de schuld is van de sportieve baas. Trainers bepalen de manier van voetballen: ze kunnen een ploeg beter maken of ze kunnen de boel ook verklooien. Maar uiteindelijk is het toch de kwaliteit van de spelers die de doorslag geeft. Laten we het bashen van de trainer in Brugge nu maar eens voor een tijdje voor wat het is. Niet fraai en te catalogeren onder de noemer: afrekeningen.

Preud’homme oogst – terecht – immense lof voor het feit dat hij Standard in 2008 kampioen maakte. Voor de gelegenheid halen we er nog eens de ploeg van toen bij: EspinozaMarcos, Onyewu, Sarr, DanteGoreux, Witsel, Defour, FellainiJovanovic, Mbokani. Daarmee kan je al eens naar de oorlog. Onyewu was toen Amerikaans international, Sarr Senegalees, Dante won met Brazilië de Confederations Cup en is nu titularis bij Bayern, de beste ploeg van 2013. En bij de Rode Duivels dwongen Fellaini, Defour en Witsel de kwalificatie voor Brazilië af. Oké, ze waren toen jong en onervaren, maar ze hadden talent. Om maar te zeggen: het is niet dat Preud’homme met slappe hap zeven punten voor Anderlecht eindigde. Hij was wel, met zijn discipline en duidelijkheid, de juiste man op het juiste moment voor een Standard dat er onder leiding van Dominique D’Onofrio al een paar keer dichtbij zat en zich daarna met Jan Boskamp even mispakte in de opvolging. Preud’homme trok het, een beetje gedwongen door sportieve baas Luciano D’Onofrio, in twee seizoenen mooi recht en trok die lijn daarna in Gent (een keer vicekampioen) en Twente (opnieuw vicekampioen) door. Het Arabische uitje is, hoe intens ook, pensioensparen. Nu is het weer knokken en, na vier maanden, blijkt dat vallen, opstaan en vaak weer vallen.

Afwerker

Moet Club zich na een 1 op 9 zorgen maken en alweer tevredenstellen met een rol van toeschouwer/scheidsrechter in het titeldebat? Helemaal niet. Een: Club verloor zondag op Anderlecht met 2-0. In de herfst van 2011 werd het 6-1 en was het klasseverschil veel groter. Een paar maanden later was Club tot op de voorlaatste speeldag in de running voor de titel.

Twee: het Club van zondag kan véél beter. In de manier van spelen van Michel Preud’homme, met oprukkende backs, is het een wereld van verschil of Thomas Meunier erbij is of niet. Zijn sterke najaar werd al bekroond met een selectie bij de Rode Duivels. Niet dat alles tot Meunier is terug te brengen – hij was er ook bij in het verlies tegen Waasland-Beveren – maar zijn inbreng scheelt.

Ook de inbreng van Tom De Sutter scheelt. Zondag terug na zes weken knieleed en nog niet bepalend, maar voor zijn blessure goed op dreef en vier keer scorend in vier matchen, waaronder de dubbele confrontatie met Lokeren. Blijft hij – en dat is wel de essentie – gespaard van verdere blessures, dan kan de in Brussel uitgejouwde ex-speler van Anderlecht zijn ploeg naar een hoger niveau tillen.

Of Lior Refaelov dat kan, betwijfelen we. Zondag ook net terug uit blessure, maar toch mogen starten en zeer bleekjes. Onder Preud’homme nog maar aan zijn vijfde basisplaats. Qua assists niet slecht onder de huidige baas – drie – maar nog steeds op jacht naar zijn eerste goal. En dat terwijl hij er vorig jaar toch tien binnen trapte.

Afwerken doet ook Maxime Lestienne minder. Hij kende, na het mislopen van een transfer in augustus, een moeilijke start, en daarna een betere periode, met vijf goals in vier matchen. Daarna was het weer minder, Preud’homme ging in een eerste fase de organisatie benadrukken en Lestienne maakte zijn meters ver van doel. Er was centraal ook geen aangever meer. In december kwam er even een opflakkering (3 goals in 5 matchen) en toen was het weer voorbij.

Club scoort moeizaam, met 37 goals is het slechts vijfde in die stand. Ligt dat alleen aan de spelers? Neen. De trainer en de manier van voetballen zijn daarin mee bepalend. De manier van spelen kan immers in het voordeel van de kwaliteiten van een individu zijn. Juan Carlos Garrido hanteerde met Club een countermodel, gericht op het snel laten uitbreken van Carlos Bacca en Lestienne. RyanDonk en VíctorVázquez moesten voor de aanvoer zorgen.

Preud’homme doet het anders, want hij heeft een ander type centrumspits. Meer gericht op de combinatie, de voldragen actie. En dan is de vaststelling waar je niet omheen kan: in dat systeem scoren de spitsen minder. Refaelov was onder Garrido in 31 matchen goed voor zeven goals en acht assists, zijn teller staat nu op nul. Lestienne maakte onder Garrido in 36 wedstrijden 15 goals en zorgde voor 18 assists. Nu zit hij in 15 matchen onder Preud’homme aan 4 goals en 3 assists. Eidur Gudjohnsen scoort onder beide trainers matig: 3 goals en 2 assists in 24 matchen onder de vorige trainer, nu 1 goal en 1 assist onder de huidige. Idem voor Mémé Tchité: vorig seizoen goed voor 5 goals in 26 matchen, nu amper inzetbaar en geen goal in vier wedstrijden.

De Sutter, KehindeFatai en Waldemar Sobota zijn nieuw dit seizoen, die laatste twee zelfs in België. Vergelijken is voor hen moeilijker. De Sutter scoorde dit seizoen al 8 keer in 20 matchen (competitie, beker én Europees), vorig seizoen was dat 16 keer in 42. Hij haalt zijn gemiddelde. Fatai scoorde de voorbije jaren in Roemenië 7, 10 en 14 keer en trof in augustus nog drie keer raak, maar wat is de waarde van Astra Giurgiu, vergeleken bij die van Club Brugge, waar hij 1 keer scoorde en amper speelde. Sobota zit aan drie goals in België, en dat is zijn Pools gemiddelde. Eén seizoen raakte hij bij Slask Wroclaw aan vijf, de andere seizoenen was dat twee.

We zijn voor u even gaan grasduinen in het sportieve verleden van de ploegen die Preud’homme onder zijn hoede had. Het Standard in het seizoen 2001/02, het Standard van 2006-2008, het AA Gent van 2008 tot 2010 en het Twente van 2010/11. Wel, nooit waren de ploegen die Preud’homme leidde de best scorende van het land. Zelfs niet in de kampioensjaren van Standard. Geen enkele keer ook vinden we een spits die onder Preud’homme speelde terug als topschutter van de competitie (al scheelde het met Diemeurci Mbokani destijds maar één goal). Bij Twente raakte zelfs geen van zijn spitsen in de top tien van de topschutters. Preud’homme doet het anders: collectief, georganiseerd. Dat is even waardevol, maar het rendement van de spitsen de schuld geven van de mindere prestaties van Club is zich begeven op glad ijs.

Middenveld

De vraag is dan ook: lost een nieuwe spits (de Chileen Nicolás Castillo leek vorig weekend goed op weg) wel het probleem van Club op?

De vergelijking met Carlos Bacca ligt voor de hand, beiden Zuid-Amerikaan, beiden in de winter gekomen. Maar ze loopt serieus mank. Bacca was al 25 toen hij naar Brugge kwam, en had met Junior Barranquilla in drie seizoenen Liga Postobon 51 goals gemaakt in 97 matchen. En zelfs hij had het een paar maanden moeilijk met de aanpassing. Vergelijken we dan met Castillo. Op 14 februari wordt hij 21 en hij heeft er pas anderhalf jaar in de Chileense eerste klasse op zitten. Daarin scoorde hij 4, 4 en 3 keer (ze spelen er telkens 17 matchen en dan play-offs). Een talent, ongetwijfeld, anders sta je niet in Italiaanse of Duitse belangstelling, maar met veel minder ervaring. Van hem verwachten dat hij dé oplossing is, is gevaarlijk.

Waar hij wel toe in staat kan zijn, is Brugge helpen om, na Standard en zondag ook Anderlecht, over te schakelen naar een 4-4-2. Want dat is waar Preud’homme naartoe wil. In Lierse deed hij het al na de rust, met Gudjohnsen-Lestienne, en zondag na de rust op Anderlecht met eerst Fatai-Lestienne en daarna De Sutter-Lestienne.

Met die vaststelling: tactisch gezien stelde Lestienne in die rol – in theorie iets dichter bij de diepe spits – twee keer teleur. Hij zit duidelijk in een mindere fase, maar miste ook het inzicht, de rust en de beheersing om de kansen die hij in Lier kreeg, af te maken. Die kansen kreeg hij niet in Brussel. Castillo, 1m77, kan dat misschien wel brengen. Als hij, zoals Bacca, ook nog eens op de counter de snelheid kan brengen die Preud’homme bij Standard met Mpenza, Tchité of Mbokani in huis had en waarvoor in augustus Fatai werd gehaald, dan heeft Club Brugge twee opties.

En dan kan Preud’homme, vier maanden na zijn intrede, beginnen aan een nieuw probleem: het zoeken naar een balans op zijn middenveld. En zit hij met een heikel dossier: dat van aanvoerder Timmy Simons. Zondag na 76 minuten naar de kant gehaald, en eerlijk gezegd: dat was een halfuur te laat. Vadis Odjidja heeft het loopvermogen, de kracht én met een strenge hand, ook de discipline om die nummer 6 over te nemen. Voor een rol hoger zijn zijn statistieken (nooit meer dan 5 goals in één seizoen) niet goed genoeg. Idem voor Vázquez. Koning der assists in Brugge, maar weinig scorend als dat eerste niet lukt. Met de assistentie van pakweg JesperJørgensen, de kwaliteiten in de passing van Vázquez, gekoppeld aan de snelheid van Lestienne op de flank, ziet het middenveld er dan al heel wat dynamischer uit dan zondag.

Voor Simons lijkt een rol op het middenveld, als niemand anders sneuvelt, voorbij. Dubbelop, te weinig rendement, tenzij als bewaker van de tweede spits. Als verdediger met andere woorden, een alternatief voor de prille twintigers BjörnEngels en BrandonMechele. Altijd fit, altijd beschikbaar, de bewaker van de orde in de kleedkamer, maar als middenvelder? Mmm. Meer dan een bijkomende spits is dát de echte uitdaging (en misschien wel de oplossing) voor Preud’homme. Vorig seizoen dropte Garrido Donk op het middenveld, maar die is weg. Aan Odjidja om zijn maatje van weleer op te volgen. Lukt dat, dan kan de boel alsnog keren. ?

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Geen enkele keer werd een spits onder Preud’homme topschutter.

Odjidja heeft de kracht en het loopvermogen om de nummer zes over te nemen van Simons.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content