Anderlecht haalde Nicolas Frutos (1m93) met in het achterhoofd Jan Koller (2m03). En ? ‘Jan was bedrijviger, maar Frutos is doelgerichter.’ Zoek de vijf verschillen.

Nog geen kwartier is Anderlecht-Brussels bezig of Nicolas Frutos heeft er al eentje binnengetrapt : met rechts op een voorzet die Serhat Akin laat lopen, en hard in één tijd op halve manshoogte. Ook in het tweede doelpunt – een pass van Olivier Deschacht waaruit Pär Zetterberg na zijn doorkaatsen scoort – heeft de Argentijn een voet. Zijn twee pogingen op doel (drie schoten gaan ver naast) leveren één doelpunt op en daarmee komt Frutos in totaal aan vier doelpunten in vijf wedstrijden. Nicolas Frutos is aanwézig bij Anderlecht.

Wat zeggen de andere cijfers van Anderlecht-Brussels (2-0) daarover ? Passes krijgt Frutos vier keer op de eigen helft. Dat hij in die zone opduikt, toont aan dat hij het verdedigende werk niet verwaarloost. Eén keer kopt hij daardoor ter hoogte van de eerste paal een hoekschop van Brussels weg. Op de eigen helft geeft hij zelf ook drie passes, maar de meeste balwisselingen doen zich, uiteraard, voor op de helft van de tegenstander : 36 krijgt hij er, veertien geeft hij er goed, niet alleen centraal voorin, maar ook vanop links en rechts. De meeste (acht) passes krijgt hij van BartGoor en, opvallend, ook zeven van Deschacht (lange ballen en inworpen), maar ook Proto (vier), Akin (vier), Zetterberg (vier) en Wilhelmsson (vier) spelen Frutos vaak de bal toe. Geven doet hij de bal het meest aan Akin (drie keer).

Zeven keer neemt Frutos de bal aan met links, tweeëntwintig keer met rechts, vier keer met het hoofd, drie keer met de borst. Ballen geven doet hij acht keer met links, vijftien keer met rechts, vier keer met het hoofd en één keer met de borst. Daarbij valt vooral het verschil tussen de eerste en de tweede helft op : de verhouding is dan 20/16 voor de passes die hij krijgt en 17/11 voor de passes die hij geeft. Die tendens zet zich ook door in het aantal duels dat Frutos aangaat : veertien in de eerste helft, negen in de tweede. Van die drieentwintig duels verliest hij er overigens achttien. Daarbij krijgt hij twee overtredingen mee en geen enkele tegen. Ofschoon hij vaak heel vrij werd gelaten door de tegenstander is tegen Brussels wel opmerkelijk het grote aantal keren dat Frutos zich, de rug tegen een tegenstander leunend, bij kopduels onderuit laat zakken en op de grond gaat, met balverlies tot gevolg. Maar ook dat de meeste van zijn passes in één tijd doorgespeelde ballen blijken.

Aldus ontstaat het beeld van een lastige, beweeglijke, maar fysiek nog wat wankele targetman die het aanvalsspel vooruit kan laten gaan én zelf scoort. Tekenen zich hier gelijkenissen af met Jan Koller ?

Chris Van Geem over Koller in S/VM 31 januari 2001 : “Voor zo’n grote speler laat hij zich soms iets te gemakkelijk vallen, vind ik. Al is het geen ‘grove’ speler. Iedereen heeft zijn kwaliteiten en Koller probeert het altijd simpel te houden, altijd in één tijd te spelen.”

Hoewel minder kolos dan Koller en spelend in een ploeg die door de individuele kwaliteiten en de 4-3-3 waarin ze speelt niet te vergelijken valt met de 4-4-2 van Jan Koller en ThomasRadzinski en het collectieve blok dat zij achter zich wisten, toch op zoek naar de Nicolas Koller in Jan Frutos. Of omgekeerd.

* * *

Frank Dauwen over Koller in S/VM 31 januari 2001 : “Hij is misschien maar drie centimeter groter dan ik, maar met zijn honderd kilo is hij toch zeer stevig. Daar kan je al eens tegenaan gaan leunen.”

Olivier Besengez (Exc. Moeskroen) over Frutos : “Je zag dat hij ook vaak overtredingen tegen krijgt omdat hij veel zelf duwt en hangt. Dat zijn geen grote fouten, maar dat is misschien een ander nadeel. Hij gaat er, denk ik, nog veel doen vallen ( lachje). Wij wisten dat we bijna zeker geen kopduels zouden winnen tegen hem – hij meet bijna twee meter, waardoor negen op de tien ballen voor hem zijn. Dus in plaats van buiten de zestien mee in duel te gaan, gingen wij voor de tweede bal. Het is bijna hem laten spelen met het hoofd om ondertussen Akin en Wilhelmsson in de gaten te houden. Of je moet over een verdediger beschikken van dezelfde lengte, zoals Genk met Seyfo. Al heeft die er desondanks ook niet veel geraakt. Hij is zo sterk met het hoofd dat wij er niet te veel aan te pas zijn gekomen. Zo’n targetman maakt lange ballen makkelijker. Dat is een belangrijk wapen voor Anderlecht. Over de grond moet je eigenlijk vóór hem komen en zeker zijn dat je de bal hebt, want als hij zich anders met de bal draait, kan je het vergeten. Want hij kan ook een actie maken – daardoor scoorde hij tegen ons ook – en je ziet dat hij zich in de zestien op zijn gemak voelt. Zijn gebrek aan snelheid is misschien een zwak punt : het is niet omdat hij in de eerste meters afstand neemt dat hij zomaar met de bal aan de voet naar doel zal kunnen lopen.”

Carl Hoefkens over Koller in S/VM 31 januari 2001 : “Hij wordt onderschat qua snelheid en techniek. Ik bedoel : hij is technisch sterker dan je denkt en ook sneller dan je denkt.”

Jimmy De Wulf (Cercle Brugge) over Frutos : “Ik vond, louter op basis van die ene wedstrijd, Salou Ibrahim toch veel beter, omdat die zijn kracht koppelt aan techniek en een actie en snelheid heeft. Frutos, vond ik, miste toch de technische bagage om een actie te maken. Het ging meer alleen op kracht. Het viel mee om tegen hem te spelen, maar hij pakte toch zijn doelpuntje mee, een frommelgoal die hij toch binnentikt. Je moet proberen er kort op te zitten, stevig te zijn in de duels, je lichaam ertussen te krijgen en zeker je voet niet terug te trekken zodat hij voelt dat je aanwezig bent. In de tweede helft kwamen zij meer in de wedstrijd en werd hij als spits automatisch iets beter in het spel betrokken.”

Cédric Carrez over Koller in S/VM 31 januari 2001 : “Probleem is dat je achter hem geen zicht krijgt op de bal. Je moet hem een klein beetje uit evenwicht kunnen brengen vóór je het duel aangaat.”

SteveColpaert (FC Brussels) over Frutos : “Bij mijn eerste tussenkomst op hem kreeg hij al een vrije trap mee voor een duwfout van mij. Als je hem de kans geeft om achteruit te lopen en de bal zo op te wachten, heb je het zitten, heb ik gemerkt. Je moet als verdediger eigenlijk proberen te voorspellen waar de bal zal uitkomen en vervolgens voorkomen dat hij achteruit stapt. In de duels tussen Kargbo en hem zag je dat hij bijna geen ballen kon verlengen. Maar je hebt er je handen vol mee.”

Nicky Hayen over Koller in S/VM 31 januari 2001 : “Het liefst heeft hij dat je hem zeer kort dekt, dan is hij enorm sterk. Waar hij niet van houdt, is dat hij je níét in de rug voelt en je op interceptie speelt.”

Kurt Van Dooren (Germinal Beerschot) over Frutos : “Wij hebben met twee zaken rekening gehouden : als verdedigers zorgen dat je altijd dubbele dekking geeft en op interceptie spelen. Dat wil zeggen : de passlijnen eruit halen door allemaal samen hoog druk te zetten en hem de bal niet te laten aannemen. Hij heeft daardoor weinig zijn kopspel kunnen uitspelen, omdat de lange ballen minder zuiver kwamen en wij tijd hadden om ons erop in te stellen. Hij is groot, sterk en daardoor balvast, gevaarlijk op centers van de flanken, want hij heeft een goed kopspel en hij kaatst goed. Hij straalt kracht uit en dat merk je ook als hij zijn lichaam zet. Tegen ons lag het veld er bevroren bij en het was, hoorde ik, de eerste keer dat hij op zo’n terrein speelde. Dus echt goed kon je hem in die wedstrijd niet beoordelen.”

Stefan Leleu over Koller in S/VM 31 januari 2001 : “De beste spits zou ik hem niet noemen, als je een spits tenminste beoordeelt op zijn goals. Dan schat ik Jestrovic of Goots hoger in. Maar Koller werkt wel meer.”

Yves Vanderhaeghe (Anderlecht) over Frutos : “Qua gestalte en type doet hij denken aan Jan Koller. Jan was misschien iets bedrijviger, bracht iets meer bij qua werkkracht en lastig zijn in matchen ; Frutos is iets meer afwerker, iets opportunistischer. Met zijn doelpunt op Moeskroen heeft hij getoond dat hij geen sukkelaar is. Ik denk dat heel veel clubs op zoek zijn naar zo’n duo voorin ( Koller-Radzinski, Frutos-Akin, nvdr). Frutos kan heel complementair zijn met Akin er wat rond. Vergelijken is altijd moeilijk, maar ik denk dat Koller en Radzinski heel moeilijk te vervangen zijn : in één seizoen scoorden ze allebei een keer of twintig én stonden ze in een heel sterk collectief. Frutos heeft een iets doelgerichter schot dan Koller en qua techniek bij het naar doel koppen is hij ook heel sterk. Qua anderen laten infiltreren zijn ze vergelijkbaar. Hij weet heel goed wat hij kan en niet kan. Hij is gevaarlijk in de zestien – hij heeft de gave van het afwerken met links, rechts, wegdraaien, koelbloedig blijven – en probeert de eerste stoorzender te zijn door te verdedigen op de tegenpartij. Die jongen doet er ook echt alles aan om zich te integreren. Als Frank Vercauteren bijvoorbeeld zijn uitleg doet, zegt hij soms al op voorhand comprendo, omdat hij het allemaal snel begrijpt. En dan heeft Vercauteren nog alleen maar in het Frans zijn uitleg gedaan. Je ziet dat hij daar niet zomaar staat, maar moeite doet om te begrijpen. Hij doet meteen zijn ding en dat toont dat hij toch nogal persoonlijkheid heeft.”

RAOUL DE GROOTE/BRUNO GOVERS/DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content