Twee coryfeeën, zwervend tussen heden en verleden. Paul Van Himst en Wilfried Van Moer, gouden schoenen en gewezen bondscoaches. ‘Vind je niet, Paul, dat die kranten van vandaag ongelooflijk mild zijn ?’

Halverwege de jaren negentig raakten ze even gebrouilleerd door een misverstand toen de ene het als bondscoach overnam van de andere, maar dat is inmiddels al een tijdje weer bijgelegd en daarom was het opnieuw een hartelijk weerzien tussen de twee oud-vedetten, vorige week maandag. Wilfried Van Moer oogt messcherp, dankzij twee middagen golf per week. Onlangs nog met Dirk Degraen, ex-voetbalmakelaar en overnemer van zijn café Wembley op de Hasseltse Grote Markt. De- graen is bezig aan een sabbatjaar en heeft tijd, vandaar. Van Moer ook : tijd voor sport, tijd voor vrienden, tijd voor familie.

Ook Paul Van Himst oogt uitgerust na een weekje Zuid-Spanje. Hij is weer helemaal fit, nadat twee jaar geleden een uit de hand gelopen salmonellavergiftiging hem er bijna onder kreeg. Een delicate, negen uur durende hartoperatie is inmiddels zo goed als vergeten, Van Himst werkt zelfs opnieuw. Naar aanleiding van een paar duels tussen hun ex-clubs Anderlecht en Standard – vorig weekend in de competitie, volgende week dinsdag voor de beker – vliegt hij er meteen in, terwijl we buiten in de zon van een glas droge witte wijn genieten : “Weten jullie dat ik Wilfried ooit bijna naar Anderlecht haalde ? We kenden mekaar van bij de nationale ploeg en op een dag vroeg AlbertRoosens, toen voorzitter van Anderlecht, of ik met Wilfried een goed contact had en of ik hem niet wilde vragen of hij naar Anderlecht kwam. Anderlecht zocht een opvolger voor Jef ( Jurion). Ik heb dat gedaan en Wilfried zei ja.”

Van Moer, die toen nog voor Antwerp speelde en een goed seizoen beloond zag met een eerste Gouden Schoen, knikt instemmend “Dat was een moeilijke zomer. Club Brugge wilde mij ook. Ik had trouwens al getekend voor Brugge toen Antwerp in laatste instantie boven mijn hoofd besliste dat ik naar Luik moest.”

Paul Van Himst : “Wij waren in een overgangsperiode. PierreHanon weg, Jurion weg, JackyStockman weg en in plaats van het pakket voor Wilfried op tafel te leggen, zes miljoen Belgische frank, kochten ze er twee. Goeie spelers, maar geen Wilfried. Standard deed het wel en werd drie keer op rij kampioen. Als ze me vragen wie de beste middenvelder was met wie ik voetbalde, zeg ik altijd Wilfried.”

Wilfried Van Moer : “Zeg maar snel Jurion, want anders …”

Van Himst : “Neen, en Jef gaat daarvoor niet kwaad zijn op mij. Ik ga geregeld in Knokke een pint drinken met hem. Je weet dat hé, Wilfried, als ik problemen heb met iemand, praat ik die uit en kan ik die vergeten. Jef was ook klasse, maar Wilfried had nog meer. Bal naar de goal gaan, bal afpakken …”

* * *

Beiden genieten. Het gesprek komt op mooie goals, onder meer eentje dat ze als Rode Duivel tegen Portugal maakten. Een drievoudige dubbelpass vanuit de eigen rechthoek, afgewerkt door André Denul. Geen Portugees die een bal kon raken.

Van Himst : “Die eerste goal van de Portugezen tegen België gezien, mannen ?”

Van Moer : “Prachtig. Wat ik niet begrijp : iedereen wijst naar DanielVan Buyten, maar tussen zijn balverlies en het doelpunt zaten kansen genoeg om in te grijpen.”

Van Himst : “Dat is juist, maar gezien hoe snel het ging ? Die jongen heeft dikke pech, vind ik, elke keer hij een bal verliest, is het goal.”

Van Moer : “Niemand die herstelt.”

Van Himst : “Ik denk niet dat het een leider is, daarvoor is hij niet fijn genoeg.”

Van Moer : “Hij heeft iemand naast zich nodig, zoals bij Bayern. Laat ons wel wezen : Timmy ( Simons, nvdr) ook hé. Iemand als PhillipCocu bij PSV …”

Kwamen zíj destijds eigenlijk veel in mekaars buurt op het veld ?

Van Moer : “Toch wel. Anderlecht kon altijd de bal kwijt aan Paul en dan gingen we mekaar opzoeken. Dan durfde ik hem wel pakken, ja.”

Van Himst : “Niet alleen durven, Wilfried.”

Van Moer : “Wat wil je ? Als ik Paul uit de match kon houden, was Anderlecht vijftig procent minder en had ik een goeie match gespeeld. In principe was dat mijn job niet, ik was meer aanvallend, maar in die matchen viel ik wat meer terug, zodat ik in zijn zone liep. Paul was immers geen echte puntspeler.”

Van Himst : ” George Kessler heeft me een paar keer in punt gezet en dat ging hoor, maar alleen als ik in topvorm was.”

Van Moer : “Je hebt veel goeie spitsen voor je gehad hé.”

Van Himst : “Amai, JanMulder, Stockman, Roger Claessen bij de nationale ploeg.”

Van Moer : “Mulder kon je niet houden eens hij met de bal vertrok. Heel snel, heel krachtig.”

Van Himst : “Jan was zo goed als Marco van Basten of Ruud van Nistelrooy. Hetzelfde genre. Roger Claessen ( wiens beeltenis nu de hoofdtribune van Sclessin siert, nvdr) was eerder een god. Schoon lijf. Goeie kerel, maar geen karakter.”

Van Moer : “De beste pivot ooit.”

Van Himst : “Op een keer waren we in Athene met de militaire ploeg. We logeerden niet op een militaire basis, maar in een hotel. Wat die gasten uitstaken … Naakt op het terras van het hotel lopen terwijl iedereen hen kon zien. Toen ze dat aan de kolonel vertelden, was het gedaan. Op een dag hadden we een doelman van Aalst mee : Boekske. De dag voor de wedstrijd was er een uitstap naar de akropolis en toen we verzamelden om weer te vertrekken, was die weg. Verloren gelopen. Pas uren later vonden we hem.”

Standard werd op het einde van de jaren zestig drie keer op rij kampioen, Anderlecht zelfs geen vicekampioen. Was dat het beste Standard ooit ?

Van Himst : “Een van de betere toch.”

Van Moer : “De verdediging van de nationale ploeg. Piot, Thissen, Jeck, Beurlet, Dewalque, Dolmans.”

Van Himst : “Gij, Kostedde, Pilot, Semmeling. Geweldige spelers …”

Van Moer : “Technisch goed.”

Van Himst : “Met Jef verloren we een leidersfiguur, pas nadien besefte je dat. Jef was intelligent op het veld, de organisator.”

Van Moer : “Hij heeft me op Antwerp nog wel een paar keer een kloot willen aftrekken. Ook dat was Jef.”

Van Himst : “Dat was omdat Jef als oudere speler inzag dat jij een heel belangrijke rol had. Tegen mij zei hij altijd : ik heb veel voor jou moeten lopen. Ik antwoordde dan : dat is juist Jef, maar ik kon dingen die jij niet kon : een goal maken. Dus heb je niet voor niks gelopen. Dan moet hij lachen.”

Van Moer : “Ooit heb ik hem toch ook eens, toen hij voor Gent speelde, bij zijn pietje gehad. Geen bal raakte hij. Opdracht van mij. Ze zijn toen derde geëindigd, maar bij ons kregen ze slaag.”

Van Himst : “We zaten in een moeilijke periode. Een team in de overgang, het duurt soms een tijdje voor het daar uit komt.”

Van Moer : “Een tijdje mag, maar niet te lang. Zie Standard, volgend jaar is het 25 jaar zonder titel.”

Heeft dat te maken met kenners aan het hoofd van de ploeg ?

Van Moer : “De oude Vanden Stock kende voetbal, dat is zeker. Albert Roosens ook. Roger Petit eveneens. Voetbalkenner én zakenman. Sart Tilman, dat heeft Standard te danken aan Roger Petit. Duizenden camions heeft hij er laten aanvoeren voor het aanleggen van die velden. Nog geld aan verdiend ook, de grond kwam van het aanleggen van de universiteit ( lacht).”

Klopt het dat je hetzelfde loon kreeg als Paul ?

Van Himst : “Een beetje meer zelfs, denk ik.”

Van Moer : “Het zal wel wat minder geweest zijn ( lacht).”

Van Himst : “Maar jongens, in die perio-de … Ik ben daar niet jaloers op hoor, maar als ik zie wat ze nu betalen voor normale voetballers … Wat is er bijgekomen, vergeleken met vroeger ? De managers.”

Van Moer : “Zakenmensen.”

Van Himst : “Vroeger wist alleen de club van een aanbieding, nu is de club de laatste die op de hoogte is. Zelfs spelers die op geen bal kunnen stampen, hebben een manager. Van hoeveel Belgen die naar het buitenland gaan, moeten we zeggen dat ze niet lukken ?”

Van Moer : “Omdat ze de kwaliteit niet hebben !”

Van Himst : “Ik heb altijd zelf mijn contracten onderhandeld.”

Van Moer : “Ik ook.”

Van Himst : “We hebben daar veel geld verloren. Je kan voor jezelf nooit zo goed onderhandelen als voor een ander.”

Mogen we weten wat jullie toen verdienden ?

Van Himst : “Ik kreeg lange tijd 40.000 frank ( 1000 euro, nvdr) bruto per maand. Toen de buitenlanders arriveerden, onder meer Pummy Bergholtz, kwam Jef te weten dat die 500.000 frank ( 12.500 euro, nvdr) netto per jaar kregen. Eerste of vijftiende, dat maakte niet uit. Daarop gingen wij discussiëren en kregen de Belgen, sommigen toch, dat weet ik niet precies, hetzelfde …”

Nooit naar het buitenland gewild ?

Van Himst : “Ik heb ooit een contact gehad met Real Madrid, maar ik had niet zoveel goesting om te vertrekken. Wilfried had daar meer het karakter voor. Ik was verbonden met Anderlecht, had drie kinderen en veel miserie met mijn ouders, vooral met mijn vader. Ook mijn moeder werd ziek, dat soort familiezaken speelde.”

Van Moer : “Toen ik nog voor Antwerp voetbalde, meldde Keulen zich. Ik ben er nog geweest. Later, met Standard, speelden we een keer een toernooi in Spanje. Ik viel op en daarop kwam een delegatie Spanjaarden naar Luik. Petit wilde ze echter niet eens ontvangen.”

Van Himst : “Op het einde, toen ik al problemen had met de heupen, kon ik nog naar Racing de Paris, maar toen heb ik zelf geweigerd.”

Van Moer : “Ik liet Roger Petit nog voelen dat ik het met hem niet eens was, maar weet je wat hij zei ? Oké, manneke, dan transfereer ik u naar de derde klasse. Dan is het snel gedaan met lastig zijn ( lacht).”

* * *

Anekdoten komen boven. Het jaar na de overgang van Van Moer van Antwerp naar Luik stelde Standard tegen Antwerp vrijwillig een buitenlander te veel op. De Great Old won die match voor de groene tafel en Charleroi degradeerde. Uit die periode dateert de haat van de Carolosupporters voor de Luikenaars. Van Moer : “Petit heeft daarna wel de winstpremie betaald ( lacht).” Mulder duikt nog eens op. Ooit schreef hij dat hij op weg naar Luik letterlijk de fabrieken kon horen daveren. Opdracht van Petit … En dan die rook, om misselijk van te worden. Waarheid of Dichtung ?

Van Himst : “Je kon er inderdaad soms ziek worden van de rook.”

Van Moer : “Ik heb nog een wedstrijd tegen Brugge meegemaakt, met Vital Loraux als scheidsrechter, dat we de match vijf minuten moesten stilleggen vanwege een gaswolk die prikte in de ogen. De grootste smeerlapperij moesten wij slikken, dag in, dag uit. Onze trainingsvelden lagen er ook, hé.”

Van Himst : “Ik vind wel dat Standard zijn aanhang van vroeger terugheeft.”

Van Moer : “Knoeien tegen Beveren, maar toch 22.000 man op de tribunes.”

Van Himst : “Hoe kan zoiets, Wilfried, 0-0 tegen Beveren ?”

Van Moer : “O, zonder Conceição, Ge-raerts, Defour, Dupré, dat is zwaar hé. Ze hebben zich gegeven, maar te weinig inspiratie en technisch niks. Alleen nog lange ballen, maar die vielen nooit goed.”

Van Himst : “Dat blijft het verschil tussen Anderlecht en de rest – ook al staan ze vandaag nog altijd maar tweede. Altijd is er iemand om het verschil te maken. Standard valt in mekaar als die drie er niet bij zijn, maar bij Anderlecht mogen ze desnoods 88 minuten slapen en dan doen die gasten iets.”

Van Moer : “Anderlecht heeft in de breedte een veel betere kern, beter dan Genk. Geloof me, die mannen zullen zelfs met een tweede plaats blij zijn. Anderlecht zet twee andere en het spel blijft draaien. Maar daarom is Anderlecht nog geen kampioen hoor.”

Van Himst : “Ik begrijp niet dat Standard Tchité heeft laten gaan. Ik vind dat een goeie voetballer.”

Van Moer : “Financieel, denk ik. Kijk naar de winterstop. Anderlecht koopt twee verdedigers en Standard leent Onyewu uit.”

Was Johan Boskamp de verkeerde trainer op het verkeerde moment ?

Van Moer : “Hij zal wel een heel goeie trainer zijn, maar met alle respect … Johan was geen trainer voor Standard.”

Van Himst : “Absoluut niet.”

Van Moer : “Het bestuur had dat zelf moeten inzien.”

Van Himst : “Zijn belangrijkste handicap was al om te beginnen de taal. Als je met niemand kan praten. Geen woord hé. Ik kan me goed inbeelden dat hij de job aanneemt, maar het was een slechte keuze.”

Van Moer : “Boskamp had ook de pech dat ze nog volop transfers aan het doen waren. Een terecht excuus. De bazen hadden dat moeten voorzien. Wat Michel Preud’homme nu doet, daar zeg ik chapeau.”

* * *

We gaan naar binnen om wat te eten. Van Himst is een man van anekdoten en vertelt over een middag fietsen met Boskamp, die met hem op een dag met een gloednieuwe fiets, gekregen van Eddy Merckx, naar de uitlopers van de Vlaamse Ardennen trok. Het fietsen niet gewend duwde Boskamp veel te groot. De waarschuwingen van Van Himst, in die dagen een geoefend coureur, sloeg hij in de wind. In de buurt van Geraardsbergen, op de top van de Bosberg, kreeg Boskamp zo’n klop van de honger dat hij op het terras van café Uitkijktoren tot ieders verbazing tegelijk vijf stuks Zip en vijf cola’s bestelde. Om vervolgens geen tien kilometer verder de remmen dicht te knijpen en een patisserie te plunderen. Suikers op. Van Moer lacht zich te pletter.

De basis van jullie koffie komt uit Brazilië. Nooit in de verleiding gekomen om er ook spelers te bekijken ?

Van Himst : “Het kan vreemd klinken, maar ik ben nog nooit met onze inkopers mee geweest. Zij gaan naar Rio, Bahia, misschien moet ik dat toch eens doen ( lacht), Georges ( Denil, nu 81 en nog altijd elke morgen op het bureau bij zijn vroegere zakenpartner, nvdr) zei altijd : pour bander fort, buvez Brésor. Al zit daar niet zoveel waarheid in, denk ik.”

Het gesprek komt na wat omwegen bij Vincent Kompany.

Van Himst : “Van verkeerde keuzes gesproken. Totaal verkeerd, de Bundesliga. Laat hem naar Frankrijk gaan, of Spanje, maar Italië en Duitsland zijn twee landen die niet voor hem zijn. Vanwege die klemtoon op fysiek. Wilfried zou overal zijn plan getrokken hebben, maar mij moesten ze ook niet naar Duitsland sturen. Voor Marc Wilmots was dat ook ideaal. Wilmots en Bordeaux, niks, maar Wilmots en Schalke, olala ! Spits kon hij niet, tenzij een keer occasioneel. Indertijd, toen ik bondscoach was, was hij daar een tijd niet goed gezind voor op mij, maar mijn gelijk bleek later. Daarvoor was Wilmots niet technisch genoeg. Maar vanuit de tweede lijn, zoals bij Schalke … Sterk. Weet je wie het voor mij ook in Duitsland zou kunnen maken ? Frutos. Doet mij denken aan Jan Koller, met dat verschil dat hij sterker is met de bal aan de voet.”

Mogen we Steven Defour de nieuwe Van Moer noemen ?

Van Moer : “Nu is dat nog te vroeg, maar die jongen zal het ver brengen. Ik speelde in een veel groter Standard, in een betere ploeg. Steven kan dat ook, als hij nog een paar jaar op Standard blijft. Alleen : blijven voetballers tegenwoordig nog ergens vijf jaar ?”

* * *

Trainers komen ter sprake, Van Moer dist smakelijke verhalen op over de Nederlander Cor van der Hart, Van Himst over de Fransman PierreSinibaldi.

Van Himst : “Waarom voor Anderlecht niet opnieuw een keer een buitenlandse trainer ? Beter dan eentje die iedereen kent, die hebben allemaal hun cachet.”

Van Moer : “Brugge zou dat nu moeten doen. Zou Bert van Marwijk geen ideale man voor die ploeg zijn ? Hollandse opleiding, in Duitsland gewerkt. Ze zijn er met TrondSollied ook goed geweest. Deze jongen ( doelt op Cedomir Janevski, nvdr) doet zijn best, maar het blijft geen trainer met … Voetballers hebben dat snel door.”

Hoed af voor Preud’homme, zeggen jullie. Doet Frank Vercauteren het goed ?

Van Himst : “Ik denk dat wel. Iedere trainer zal wel iets speciaals hebben en ik had wel wat moeite met dat rotatiesysteem voor spitsen en keepers. Ik ben daar niet voor, omdat het posities zijn waar vertrouwen heel belangrijk is.”

Van Moer : “Frank moet zich niet zo in Hassan opjagen, vind ik. Hij wil altijd alles perfect onder controle hebben, maar een trainer kan dat nooit. Als je Conceição niet meehebt, lig je er op Standard. Die mannen maken of breken je.”

Van Himst : “Dat zijn geen computermensen. Au contraire, met zulke mannen in de ploeg moet je als trainer gelukkig zijn, want die hebben iets meer. Maar altijd zagen en wijzen op hun zwakke kanten …”

Van Moer : “Dan heb je problemen. Maar Frank heeft zijn karakter. Allez, Paul, moesten wij destijds veel zeggen tegen RobbieRensenbrink ? Als hij zin had, speelde hij alles kapot, anders niet. Een goeie speler heeft altijd meer macht dan een trainer. Toch in ons kampioenschap.”

Van Himst : “Ik vind wel dat Anderlecht het Europees niet goed heeft gedaan. In sommige matchen schrik gehad. Soms moet je proberen de tegenstand af te maken. Ze hadden schitterende momenten in deze campagne, in Athene, in Rijsel, thuis tegen Athene. Maar ze hebben het niet afgemaakt. Met een beetje meer lef had Anderlecht de tweede ronde van de Europabeker gespeeld.”

Van Moer : “Die discussie in de kranten, of je al dat offensieve talent wel samen kan opstellen … Natuurlijk, zeg ik. Zet die en ga ervoor !”

Van Himst : “Vijf man om het midden en de flank goed toe te houden, vijf die kunnen verdedigen, dat moet toch volstaan ? Dan heb je er nog vijf die je kan laten lopen. Eigenlijk is voetbal niet zo moeilijk. Je moet beweging in je ploeg krijgen en dus laat je wie ruimte heeft, spelen. Beweging creëren. ( lacht) Trainer zijn, dat is moeilijk, die job mogen ze van mij hebben.”

Van Moer, knipogend : “Paul, vind je niet dat ze tegenwoordig nogal mild zijn in de media over René ? Dat was in onze tijd nogal anders hé. ( lacht)”

door Pierre Bilic en Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content