Racing Genk legde vorige week voor vier jaar OrlandoEngelaar (NAC Breda) vast. Eerder dan wat menigeen onder de aangekondigde creatieve middenvelder verstaat noemt René Vandereycken Engelaar een offensieve middenvelder. Bart Van Den Eede, de Belgische spits van NAC, beaamt : “Ik las dat ze in Genk een creatieve middenvelder zochten, maar Engelaar is geen speler die je als spits alleen voor de keeper zet of die de laatste pass geeft, meer iemand die de bal inspeelt en dan bijsluit. Hij heeft een fantastisch schot in zijn linkervoet : als hij van buiten de zestien kan uithalen, is hij heel gevaarlijk. Het liefst zou hij ook negentig minuten aan de bal zijn, hij is niet iemand die zich wegsteekt.”

Vijf keer speelde Vandereycken er met Twente tegen en mede daardoor stond de Rotterdammer “al een paar jaar op een lijstje van interessante spelers”, zegt Vandereycken, onder andere gecharmeerd door de 21 doelpunten die Engelaar de voorbije twee jaar dat hij in de basis stond als middenvelder maakte. “Hij is een degelijke versterking voor Genk,” zegt de trainer, “zonder te zeggen dat hij nu alle druk op zijn schouders moet nemen.”

Hoe Vandereycken hem wil uitspelen, daarover liet de Genktrainer zich in het weekend nog niet uit. Ton Lokhoff gebruikte hem bij NAC als linkermiddenvelder. Lokhoff : “Hoofdzakelijk, omdat hij veel loopvermogen heeft en daarmee in onze 4-3-3 kon pendelen tussen de verdediging en de aanval.” Wat opvalt, zegt Lokhoff nog, is dat hij “ondanks zijn lengte van een meter in de negentig vooral over de grond voetbalt en technisch heel goed is. Altijd fit en serieus ook, dus een prettige speler om als trainer mee te werken.”

Wordt hij de door Jos Vaesen aangekondigde versterking met grote ‘V’ ? Bart Van Den Eede : “Zijn figuur is vrij indrukwekkend, echt een beer, hij heeft kracht te koop en koppelt dat aan snelheid en techniek én hij kan koppen. Vandaar ook dat wij op training dikwijls zeggen : hij heeft de kwaliteiten voor een topclub. Maar dat kwam er in verhouding tot wat je op training zag te weinig uit omdat hij zich misschien te veel wil plooien naar het systeem of door een bepaalde faalangst misschien. Want hij moet wel wat het gevoel krijgen dat hij belangrijk is en hij heeft vertrouwen nodig omdat hij een type is dat van alles een beetje kan. Hij heeft geen kapsones, geen grote bek, wel integendeel : ze zullen hem in Genk heel goed moeten opvangen, anders zal hij snel in zijn schelp kruipen.”

(RDG)