Elf revelaties van de eerste helft van het seizoen 2006/07.
Welke spelers realiseerden een doorbraak in de heenronde van het seizoen 2006/07 ? De redactie van Sport/Voetbal- magazine maakte een selectie van elf revelaties.
1. Patrick Ogunsoto
Westerlo heeft zijn gebrek aan geld altijd weten te compenseren met oordeelkundige keuzes. Terwijl de buitenwereld in de waan verkeerde dat de Kempense club enorm zou lijden onder het vertrek van Jaja Coelho, nam het bestuur rustig de tijd om zich te bezinnen. Na zes maanden van reflectie besloten ze hun geld in te zetten op een Nigeriaan die bij Ergotelis, een Griekse tweedeklasser speelde. Je moet maar durven. En zie : de 23-jarige Patrick Ogunsoto vond in zeventien wedstrijden al twaalf keer de weg naar de goal en staat daarmee als beste doelschutter geklasseerd. Zijn snelheid en versnelling maakten hem bijwijlen onstuitbaar. Ogunsoto leest bovendien het spel goed, waardoor hij vaak op het goede moment op de goede plaats verschijnt en alomtegenwoordig lijkt in het strafschopgebied. Hij scoort vlot met beide voeten en is sterk met het hoofd. De traditionele zelfzucht van de doelschutter is aan Ogunsoto niet besteed : hij kiest net zo gemakkelijk en even vaardig voor de combinatie. De laatste weken van de heenronde zakte de Nigeriaan wat terug, ook al omdat de verdedigers hem intussen goed kennen. Na Nieuwjaar moet Ogunsoto bevestigen en bewijzen dat hij tegen de druk bestand is.
2. Lucas Biglia
De jonge (20 jaar) Argentijnse middenvelder werd door Anderlecht voor veel geld (3,5 miljoen euro) weggeplukt bij Independiente, maar betaalde dat transferbedrag al ruimschoots terug met prestaties. Voorzien van een positief geladen reputatie – kapitein van de Argentijnse min-twintigjarigen die in juli 2005 in Nederland wereldkampioen werden – belandde Lucas Biglia in België en naar het voorbeeld van Nicolás Frutos een seizoen eerder paste hij zich vliegensvlug aan. Hij integreerde zich zo vlot in het spel van Ander- lecht dat hij de onverslijtbare Yves Vanderhaeghe naar de bank verwees. Le Petit Prince blijkt namelijk ook een voltreffer op het vlak van de balrecuperatie. Anders dan Vanderhaeghe herovert Biglia veeleer ballen dankzij zijn subliem positiespel dan wel via tackles. In opbouwend opzicht kiest hij vaak voor vernuftige verticale voorzetten en steekt zo splijtende diepgang in het spel van paars-wit. Ook qua uithouding houdt de Argentijn stand, zij het de jongste weken wat minder. Biglia loopt van de eerste tot de laatste minuut, werd in de laatste wedstrijden van de heenronde als verdedigende middenvelder opgesteld en beëindigde al een keer een match oververmoeid. Voor Biglia komt de winterstop geen week te vroeg.
3. Marouane Fellaini
Al jaren verwijt men Standard dat het de eigen jeugd geen kans geeft en dat de club beloftevolle spelers van eigen kweek naar de concurrentie laat overvloeien. Nog bij het begin van het seizoen weerklonk andermaal de noodkreet om meer vertrouwen te schenken aan elementen van het opleidingscentrum. Johan Boskamp zal misschien geen onuitwisbare herinneringen achterlaten op Sclessin, maar hij kan zonder discussie de verdienste opeisen dat hij Marouane Fellaini heeft gelanceerd. De achttienjarige verdedigende middenvelder greep de kans met beide handen en heeft zich sindsdien opgewerkt als gevestigde waarde. In die mate zelfs dat de vraag niet is of Fellaini verder zal doorbreken bij Standard maar wel : hoe lang kunnen ze die in Luik houden ? Zijn fysieke présence, zijn gestalte en zijn talent voor de balrecuperatie springen in het oog van alle kenners. Ondanks zijn jeugdige leeftijd bezit hij de gave van de koelbloedigheid en mangelt het hem niet aan vista. Nog voor verbetering vatbaar bij Fellaini is het beheren en beheersen van zijn offensieve inspanningen.
4. Fabien Camus
Bij het begin van het vorige seizoen belandde Fabien Camus bij Charleroi. Hij kwam van Marseille maar moest zich in de campagne 2005/06 vergenoegen met het statuut van invaller. Wanneer hij in het veld werd gebracht, was het veelal als vleugelmiddenvelder, een positie die hem niet bepaald past als een handschoen. Maar een jaar later groeit de Fransman centraal op het middenveld uit tot de spelverdeler van Sporting Charleroi. Zijn snelheid, zijn dribbelvaardigheid en zijn penetratievermogen bleken een gesel voor menig tegenstander. Camus kende een denderende seizoenstart, zakte vervolgens wat terug, maar werd door coach Jacky Mathijssen op tijd en stond gespaard. Waarvoor hij bij andere gelegenheden – tegen Brussels maar voornamelijk tegen Racing Genk – bedankte met spetterende prestaties. Mogi Bayat is natuurlijk ook niet blind. De jongste weken zingt hij opvallend veel en luid de lof van zijn ‘Mar- seillais’. Met de bedoeling om Camus tijdens de winterstop te verkopen aan de meest biedende ?
5. Logan Bailly
Het talent van de doelman van Racing Genk werd nooit in twijfel getrokken. Sinds zijn debuut in de eerste klasse, bij Heusden-Zolder, wordt Logan Bailly door alle connaisseurs geroemd om zijn kwaliteiten. Genk had hem uitgeleend aan de buren en die gooiden hem in het grote bad ter gelegenheid van een wedstrijd tegen Club Brugge. Negentig minuten later had Heusden-Zolder zijn eerste overwinning van het seizoen behaald (4-2). Terug bij Racing Genk vegeteerde de bij Standard gevormde Bailly een tijdlang in de schaduw van Jan Moons. Tot het bestuur besloot om hem een kans te geven, tot schade van Moons. Bailly (21 jaar) vatte het seizoen aan als titularis en hij beschaamde dat vertrouwen niet. Meer nog, de naam van Bailly wordt almaar mee geciteerd in verband met de nationale ploeg. Zijn musculatuur laat hem toe te heersen in het strafschopgebied, ondanks zijn veeleer kleine gestalte. Bailly is sterk in de lucht en blinkt ook uit in man-tegen-mansituaties. Hij trapt bovendien ver en precies uit en luidt daarmee geregeld een scherpe Limburgse tegenaanval in. Misschien moet Bailly het spel nog iets beter leren aanvoelen.
6. Sébastien Pocognoli
De bij Standard gekweekte Sébastien Pocognoli (19 jaar) besloot om zijn voetbalgeluk te beproeven in het Fenixstadion van Racing Genk. Niet om financiële redenen, maar gewoon omdat hij het gevoel had dat hem bij Standard de weg werd versperd – zie ook de commentaar bij Marouna Fellaini. Profiterend van de blessures van Tom Soetaers en de IJslander Indridi Sigurdsson tijdens de vorige winterstage, raakte Pocognoli tijdens de terugronde van het vorige seizoen in het basisteam. Sindsdien heeft hij zich “vast” geïnstalleerd als linksback. Sommigen beschouwen hem zelfs als de beste linksachter die op de Belgische voetbalvelden rondloopt. Nochtans genoot Pocognoli een opleiding als middenvelder, al valt dat bijvoorbeeld niet af te lezen uit de typisch defensieve acties die hij onderneemt, bijvoorbeeld uit de scherpe tackles die hij uitvoert. Maar hij wendt ook zijn offensieve potentieel aan. Hij levert puntgave centers af en evenaart op dat vlak het betere werk van Belgische specialisten als Soetaers en Christophe Grégoire. Het seizoen van Pocognoli begon met het EK voor min-negentienjarigen in Polen en zal wellicht eindigen met het EK voor beloften in Nederland.
7. Milan Jovanovic
Met het binnenhalen van Milan Jovanovic (25 jaar) – hij komt van Lokomotiv Moskou – heeft Standard een zeer goede zaak gedaan. Tijdens de winterstop van vorig seizoen liet de Serviër al enkele beloftevolle optredens optekenen. Maar dit seizoen liep het aanvankelijk niet zo lekker voor Jovanovic. De Serviër werd in Luik aangekondigd als een linkermiddenvelder, maar in die positie raakte hij meermaals verstrikt in zijn te persoonlijke spel : de dribbelziekte van Jovanovic werkte op de duur zelfs de eigen fans op de zenuwen. De terugkeer uit blessure van Milan Rapaic en een acuut tekort aan aanvallend personeel duwden Jovanovic naar de spits van de ploeg. En ook daar vond hij aanvankelijk zijn draai niet. Maar sinds Michel Preud’homme aan het roer staat, barst de spits van het vertrouwen en blijkt het mentale front van de levenslustige Jovanovic allerminst beschadigd. De terugkeer van de langdurige geblesseerde Igor De Camargo werd ook door Jovanovic met vreugde begroet. Beide spitsen blijken perfect complementair : de Braziliaan met zijn kracht in de duels, de Ser- viër met zijn geniale invallen en verrassende bewegingen.
8. Daan Van Gyseghem
Nadat hij enkele jaren bij Vlaamse clubs had gesleten, wees de in Ronse geboren Daan Van Gyseghem (18 jaar) zelfs aanbiedingen van Club Brugge en Anderlecht van de hand en koos voor Futurosport, het opleidingscentrum van Excelsior Moeskroen. Geert Broeckaert zette hem in de ploeg. Van Gyseghem leek als een raket gelanceerd voor een briljante loopbaan, tot hij blunderde tegen Charleroi en uit het basisteam vloog. Gil Vandenbrouck viste hem weer op en posteerde hem als verdedigende middenvelder in de ploeg. Daar deed de Oost-Vlaming het niet slecht, hoewel hij niet alle reflexen van de verdediger uit zijn spel kon schrappen. De blessure van Kevin Hatchi verplichtte de coach om Van Gyseghem een rang naar achteren te trekken. Daar komt hij nog beter tot zijn recht, mede dankzij zijn voorbeeldige verstandhouding met Geoffray Toyes. De routiniers van de ploeg prijzen Van Gyseghem om zijn luisterbereidheid en leergierigheid. Zijn trainer roemt zijn anticipatievermogen en zijn snelheid, waarmee hij zijn kleine gestalte compenseert. Manager Roland Louf wilde Van Gyseghem tijdens de winterstop verkopen. Maar intussen is Louf zelf weg. Allicht blijft Van Gyseghem nog het hele seizoen rijpen op Le Canonnier.
9. Jean-Philippe Caillet
Niemand kende hem toen hij in België aankwam. En ook al verkassen er relatief veel Franse voetballers naar Belgische clubs : wat in hemelsnaam wilde Racing Genk aanvangen met Jean-Phillippe Caillet, een Franse verdediger die in het Bulgaarse voetbal verloren was gelopen ? Al doet die laatste kwalificatie het Bulgaarse team Litex Lovech enigszins onrecht aan. De ploeg schakelde in de UEFA Cup namelijk wel … Racing Genk uit. Terwijl het bestuur koortsachtig zocht naar een aanvaller die kon wedijveren met grote gloriën, genre Branko Strupar, Souleymane Oulare en andere Wesley Soncks, kwam technisch directeur Willy Reynders aandraven met een 29-jarige middenvelder met veel ervaring en een buitengewoon positiespel. Volgens Reynders is Caillet de beste transfer van het tussenseizoen. De Fransman staat de jonge spelers van Racing Genk bij met raad en daad. Caillet manifesteert zich als leider, communiceert veel en is op de koop toe sterk in het duel en snel.
10. Stijn De Smet
De kleine aanvaller van Cercle Brugge stoot razendsnel door naar het hoogste niveau. De 21-jarige Stijn De Smet was van bij het begin van het seizoen 2005/06 titularis en presteerde meteen sterk. Naderhand volgde de dip die alle jeugdige voetballers meemaken tijdens hun eerste seizoen in de eerste klasse. Op het einde van het kampioenschap had Stijn De Smet – die ook als linkermiddenvelder uit de voeten kan – 28 wedstrijden gespeeld, maakte zeven doelpunten en gaf vier assists. Niet kwaad voor een debutant. Toch bleef De Smet nog redelijk anoniem. De samenwerking met die andere youngster, Tom De Sutter, – zowel bij Cercle Brugge als in de schoot van de nationale beloften – bracht hem breder in de belangstelling. De Smet lag aan de basis van de kwalificatie van het team van Jean-François de Sart voor de eindronde van het volgende EK voor beloften. De interesse voor De Smet overschrijdt tegenwoordig zelfs de landsgrenzen. Blackburn, de club waarmee Cercle een samenwerkingsakkoord heeft, lonkt openlijk naar de jonge aanvaller en nodigde hem uit voor een stage van drie dagen. Jammer genoeg verhinderde een blessure De Smet om Engeland te ontdekken. En vice versa.
11. Nebojsa Pavlovic
Ten tijde van de vorige eindejaarsfeesten deed Nebojsa Pavlovic (25 jaar) op kousenvoeten zijn intrede bij AA Gent. De eerste maanden kon hij niet overtuigen, maar het vertrek van Mbark Boussoufa en vooral van Wouter Vrancken werkte bevrijdend. Sindsdien is Pavlovic, gewezen speler van Cukaricki en RAD Belgrado, niet meer weg te denken op het Gentse middenveld. Zijn talent als schoffelaar maar ook zijn kopbalsterkte op stilstaande fasen maken hem tot een van de hoofdtroeven van Georges Leekens, die altijd heeft getuigd van zijn voorkeur voor voetballers met een groot gabariet – alleen al om fysiek indruk te maken op de tegenstander. Waarnemers vergelijken Pavlovic met Timmy Simons. Hij voetbal zonder veel fantasie maar verschrikkelijk efficiënt.
STéPHANE VANDE VELDE