Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

‘Alles is nieuw, alles is nu positief rond de Rode Duivels. Maar wacht tot er een keer puntenverlies komt, dan is er weer stront aan de knikker. Niemand ontsnapt eraan, ook René Vandereycken niet.’ Eddy Snelders, ex-assistent van Aimé Anthuenis, over de pijnpunten van ons voetbal.

E ddy Snelders staat weer even aan de zijlijn. Nadat hij al samen met Georges Leekens na het WK in Frankrijk naar de achtergrond verdween, overkwam hem dat ook na het ontslag van Aimé Anthuenis. De media visten de Antwerpenaar op, voor VRT Radio gaf hij vorig seizoen geregeld commentaar bij topwedstrijden en Carl Huybrechts gebruikte hem als analist tijdens de avondjes Champions League. Straks schuift hij in de commentaarstoel bij VT4, dat om de twee dagen het WK zal coveren.

Wat vond je van de finale van de Champions League ?

Eddy Snelders : “Spannend, maar ik zag al betere wedstrijden. Het onevenwicht was vrij groot, vond ik, door die uitsluiting. Gelukkig kwam Arsenal nog op voorsprong, anders had je helemaal geen wedstrijd meer, vrees ik. Met tien tegen elf moet je een beetje rekenen op mirakels, zeker tegen een ploeg als Barcelona.”

Je volgde voor de VRT het hele Europese seizoen. Wat viel je op ?

“De snelheid van uitvoering en de kracht. Het ene is een kwaliteit, het andere valt te trainen. Europees passen onze ploegen zich wat aan, maar met de absolute top is er een aanzienlijk verschil. We moeten eerlijk toegeven dat we niet meedoen. Onze clubelftallen niet in de Europese bekers en de Rode Duivels evenmin. Dat zie je ook aan de Belgen die in het buitenland spelen. Buiten Timmy Simons en in zekere mate ook Daniel VanBuyten draait niemand mee in de top. En bij Daniel moet je zeggen dat Hamburg nog geen Champions League speelde, hij weet het dus niet. Anderzijds, als een ploeg als Bayern je wil, moet je bepaalde kwaliteiten hebben. Bij de nationale ploeg hebben wij hem daarop ook uitgespeeld, ook al was er soms wat kritiek, omdat hij af en toe een foutje maakte.

“Frappant vond ik onze vriendschappelijke wedstrijd tegen Frankrijk. Als je die gasten één voor één vergeleek met de onze, had je echt het gevoel van : moeten wij met die mannen in duel gaan ? Waarom laten de Fransen Giuly thuis voor het WK ? Toch niet op basis van zijn pure voetbalkwaliteiten, want hij speelt de finale van de Champions League. Neen, wellicht denkt de trainer dat die jongen niet geschikt is voor het allerhoogste. Je zal nu zeggen : Argentinië gaat wel met Saviola en Messi. Dat klopt. Maar die hebben ongelooflijke technische kwaliteiten, die hun gebrek aan kracht compenseren, en ze zijn ook wendbaar en snel. Toch is Saviola door de mand gevallen bij Barcelona, omdat hij de juiste verhouding kracht-lengte niet heeft voor het allerhoogste niveau. Thomas Buffel kan fantastisch shotten, maar op het allerhoogste niveau moet je met die zaken rekening houden. Hetzelfde geldt voor Jonathan Blondel of Wesley Sonck. Die laatste moet wat flyeren achter de spits om het te compenseren. Kracht is een enorm wapen in het moderne voetbal. Wat me ook opvalt, is dat snelle overbruggen van afstanden. Zoals Chelsea destijds deed via Gudjohnsen. Wij denken dat we goed kunnen voetballen als we de bal zeven keer raken. Dat mag, maar je moet wel aan de overkant raken, het beste in twee keer. Dat was het voorbije seizoen de dood van Club Brugge, het gebrek aan omschakeling.”

Standard deed het wel snel, via uittrappen of lange ballen, maar veel te onzuiver. Té snel is ook een probleem.

“Standard neigde te veel naar gevechtsvoetbal, vond ik, snelheid en inzet compenseerden daar andere gebreken. Conceição bracht iets, Moreira was al veel minder en de rest was fysiek in orde en in staat om gevechtsvoetbal te leveren, maar niet om het spel te maken. Ze zakten ook heel diep terug, opdat ze achterin niet te veel zouden moeten lopen. Dat ging ten koste van het middenveld en bijvoorbeeld KarelGeraerts. Ik heb die weinig goeie wedstrijden zien spelen, hoewel hij soms lovende commentaren kreeg. Ze hadden al geen balvaste spits – vandaar de komst van De Camargo, al moet ik van hem ook nog altijd de balvastheid zien – en daarom was de afstand amper te belopen.”

Anderlecht ging de Argentijnse markt op. Op zoek naar kracht gekoppeld aan snelheid ?

“Nadat hier een paar goeie Brazilianen neerstreken, ging iedereen de Braziliaanse markt op, maar wat volgde was veel minder. Frutos heeft een paar goeie matchen gespeeld, op Brugge zelfs een heel goeie, en nu wil iedereen die markt op. Argentijnen zijn anders dan Brazilianen : geen fijne technische voetballers, maar jongens met meer doorzetting en kracht. Dat zou hier dus kunnen werken, al blijf ik zeggen dat Anderlecht moet oppassen. Centraal achterin blijft het kwetsbaar. Tihinen en Kompany vertrekken en met Juhasz en De Man heb je onvoldoende duelkracht voor het hoogste echelon. Van Damme bezit die kracht misschien wel, maar heeft in vier jaar bij wijze van spreken zeven matchen gespeeld. Misschien lukt het in een minder intense, minder zware competitie voor hem beter. Hij is sterk én krachtig, je kan er centraal echt wel iets mee doen.

“Wat die Argentijnen betreft, blijf ik voorzichtig. Anderlecht heeft ooit eens iemand uit Paraguay gehaald. Misschien is het voor hen met drie wél leefbaar, maar misschien ook weer niet met veel meer, of ze vormen een getto binnen je ploeg. Frutos was een halfjaar een succes, maar vanaf 5 augustus begint hij aan een nieuw examen. Ik weet nog goed hoe de Litouwer Jankauskas hier ook met veel geweld zijn intrede deed. Maar na drie maanden hadden ze in Brugge van hem het beste gezien. Idem met Tailson in Lokeren. Tien goals in een halfjaar, daarna niks meer. Nu zeg ik direct : Frutos heeft een andere entourage, zit in een betere ploeg en liet individueel al wat zien. Maar je moet voorzichtig blijven, een speler beoordeel je niet op vijf maanden. Wel op een jaar. Zijn grote examen komt nog.”

Club Brugge beweegt zich voorlopig op de eigen markt.

“Ik vind dat Jan Ceulemans de pech had er in een overgangsjaar aan te komen. Er zullen wel aspecten meegespeeld hebben in dit verhaal, maar iedereen wist dat Brugge een deel van zijn sterkhouders was kwijtgespeeld. En een paar vervangers hebben zich niet doorgezet. Valgaeren was vaak geblesseerd, Dufer lijkt er ook niet te raken, Blondel hebben we amper gezien, dat waren toch spelers op wie men rekende. Lange, belangrijk in dat kampioenenjaar, was nu out, redenen genoeg om te zeggen dat Brugge geduld moest hebben. Maar zulke clubs hébben geen geduld. Twee maanden ja, maar daarna wordt de druk groot. De kunst voor Emilio Ferrera is nu wat spelers aan te trekken die op bepaalde posities een meerwaarde geven. En dan vind ik het verstandig om eerst in eigen nest te kijken, omdat je die spelers elke week volgt. Afgaan op dvd’s of scouts geeft iets meer onzekerheid. Als Frutos tegenslaat, rolt de kop van Van Holsbeeck, geloof me. Je betaalt veel op de internationale markt en wat krijg je in ruil ? Balabans. Goals, maar ook problemen. Of Portillo’s. Real Madrid, wauw, zegt iedereen. Maar het is inmiddels duidelijk dat je niet zomaar overal aan de bak kunt als je daar faalt.”

Brugge heeft geen veldspelers bij de Rode Duivels. Verrast je dat ?

“Ja. Vooral dat BirgerMaertens er niet bij is, toch de regelmatigste speler van het seizoen. Zijn duelkracht is goed, zijn positiespel eveneens en hij is snel. Zelfs Vermant, met zijn voordelen en tegenkantingen, had een kans mogen krijgen. Bij ons heeft hij jammer genoeg zelf de deur dichtgeslagen, anders hadden we hem wel bij de groep gehouden. Ik zeg niet dat hij titularis moet zijn bij de Rode Duivels, maar als je ziet wie er nu allemaal wordt getest, mocht dat met hem ook wel eens gebeuren.”

Je zoon Kristof speelde dit seizoen bij Brussels.

“Ik heb niet zoveel wedstrijden van hem gezien, omdat me a) de tijd wat ontbrak en b) ik er weinig voetbal zag – en dan erger ik me, zodat ik beter niet ga kijken. Voor mij was Brussels de verrassing van het seizoen, in de positieve zin. Toen ik ze zag in de voorbereiding, vreesde ik dat ze maar tien, vijftien punten zouden halen. Ze zijn negende geëindigd. Qua resultaat heel goed, vooral door de inbreng van Kargbo. Ik hoop dat ik nu niemand kwets, maar ik vond hem de enige voetballer in dat geheel. Brussels is een gevechtsploeg die heel goed gemotiveerd met veel volk achter de bal speelde. Maar als neutrale toeschouwer proefde ik er weinig speelvreugde, zeker in de terugronde. Niçoise twee goals, Sanogo geen en Kristof één, dat zegt genoeg. ‘Slechte spitsen’, zeggen ze dan. Ik had er medelijden mee, want het was heel ondankbaar.”

Twijfelt Kristof nu ? Zijn carrière na vijf jaar eerste klasse is er een van vallen en opstaan : twee goede seizoenen, met negen en elf goals, en drie mindere.

“Met zijn gestalte is hij heel afhankelijk van de aanvoer. Het nadeel van Kristof is zijn lengte, want voor ballen boven anderhalve meter hoogte moet hij eerst een laddertje halen, en dat hij geen goede individuele actie kan maken. Hij moet infiltreren en hopen dat de bal komt. Met Degryse kwam die bal en toen maakte hij er elf. In het seizoen dat Victor vertrok, werd er daarna anders gespeeld en maakte hij er uiteindelijk negen. Maar als je bij Brussels moet hopen op die ene bal, ga je beter eerst naar Lourdes. Voetbal is vallen en opstaan. In een ploeg die voetbalt, is hij een eersteklasser die een goal kan maken. Maar als je drie ballen ziet op een helft, vraag je je soms af wat je daar loopt te doen. Hij hoopt misschien wat op Beveren, dat is nog dicht in de buurt. Het liefste wil hij op het hoogste vlak blijven, maar als dat niet kan, moet het maar ietsje lager.”

Vandaag spelen de Rode Duivels een laatste oefenmatch. Verrast door de nieuwe namen die de voorbije weken de revue passeerden ?

René heeft een Nederlands verleden, hij kent die jongens goed. In elk geval was het nu het moment. In augustus moeten de teerlingen er liggen, dan begint het serieuze werk. Tot dan is alles wat hij doet goed. René wil de verzorging na een interland in de kring van de Rode Duivels doen en de spelers pas later vrijgeven. Dat kan nu zonder problemen. Maar wacht als straks een clubcoach een belangrijke wedstrijd op zaterdag moet voorbereiden en pas vrijdag voor het eerst zijn internationals ziet. Benieuwd of ze dat lang pikken. Iedereen wil nu ook graag komen en niemand zal reclameren als ze hem na één match weer naar huis sturen. Dit is nieuw en dus positief. Daarom kan je oproepen wie je wil, je moet je niet verantwoorden. Maar wacht tot je ergens punten laat liggen. Dan is er weer stront aan de knikker. Geen enkele bondscoach ontsnapt eraan, ook René niet. Laat ons hopen dat hij die heel laat krijgt, want dat betekent dat de campagne goed was. Ik geef ook liever commentaar bij België-Argentinië dan bij Nederland-Argentinië.”

En straks komen we, op één of twee uitzonderingen na, gewoon weer bij dezelfde namen terecht ?

“Op bepaalde posities moet je verjongen, de tijd van Vanderhaeghe is voorbij, en een rechterflankspeler hebben wij ook niet gevonden. We hebben De Mul even geprobeerd, maar dat was te vroeg. Englebert was een valse rechtsmidden die altijd naar binnen trok, Dufer breekt niet door en Vanden Borre verloor voor mij een beetje verbazend de concurrentie met Zewlakow. Verder ligt het allemaal dicht bij mekaar en kies je gevoelsmatig.”

Stoorden de opmerkingen over ‘eindelijk meer professionalisme’ jullie ?

“Ach, neen. Het gaat altijd om golfbewegingen. Ik heb nog met Georges gewerkt, dat was een topprof. Hij haalde de scouting uit mekaar, splitste die in een A-groep en een jeugdgroep. We waren overal, maar dat kostte veel geld en uiteindelijk veel tegenstand. Ik was ooit drie dagen in Napels voor een wedstrijd tegen Udinese. Drie Belgen betrokken, maar geen enkele op het blad. Drie dagen vakantie voor mij, wat kon ik daar anders doen ? Dat was te voor de bond, een hoop zever. Na het WK kon dat niet meer en moest er een vaderfiguur komen. Nu, na het missen van twee eindrondes moet het weer anders. Opnieuw ‘professioneel’ … Wij scoutten ook wel hoor, maar niet in die mate dat Germain Landsheere elke maand 18.000 euro kwijt was aan tickets. Aimé was voor de bond een ideale man, hij eiste geen onmogelijke dingen. Stel dat dit zou falen, dan zal er ongetwijfeld weer cynisme komen. Het zwaait altijd van wit naar zwart en terug.”

Je ziet dit niet als afkeuring van jullie werk ?

“Neen. Er is door de spelers maar weinig negatiefs gezegd. Van Sonck las ik dat hij blij is met iets meer discipline. Spijtig, want als er een is die dat absoluut niet kan verdragen, is hij het. Maar tegelijk begrijp ik het als sollicitatie naar de nieuwe trainer toe. Van mij ga je geen last hebben, ik ben het ermee eens. Wij gaven ook een aparte theorie over de tegenstander en een over onze manier van spelen. Ik kijk met voldoening terug op de manier van werken, alleen viel het resultaat tegen. Benieuwd of een andere aanpak straks wél zal werken.”

We blijven aanvallende kracht missen.

“Ja. En dat los je niet op met Pieroni, Sonck of een ander. Nu wachten ze op Salou. Zo is het toch ! Laat ons hopen dat die zich na een mindere periode bij Brugge kan herstellen. Buffel is lang onze beste speler geweest, een betere verbindingsman was er lang niet, maar ook hij is licht.”

Dus komen we terug bij het begin : hoe krijgen wij die kracht die internationaal nodig is ?

“Voor deze generatie is het te laat, maar ik denk dat jongeren die net uit hun puberteit komen, vanaf de min-16-jarigen, meer aan snelkracht moeten werken. De meesten zijn dan toch al quasi prof, dat kan. Als ik bij Barcelona Marquez of Pujol zie voetballen dan stralen die ongelooflijk veel kracht uit. Daar is op getraind. Zet Proto naast Valdez en ik weet wel van wie ik een mot wil krijgen als hij uitkomt. Kompany heeft die kracht ook wat, niet toevallig een donkerder type. Mudingayi zal dat misschien ook hebben. Vanderhaeghe had dat ook. Léonard eveneens. Maar voorin heb je alleen lichtgewichten, behalve de Mpenza’s, maar die zijn dan weer te blessuregevoelig.”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content