Gent is een Freddy De Kerpel rijker. Doelman Bojan Jorgacevic hééft het gewoon: spectaculaire stijl, indrukwekkende torso en een kop om graniet mee te splijten. Het verhaal van een ruwe diamant.
B ojan ‘Bocky’ Jorgacevic is door het leven gehard. Dat verhaal vertelde hij ondertussen al vaker dan hem lief is: op zijn twaalfde verloor de jonge Bojan zijn pa en dat bombardeerde hem meteen tot kostwinner voor zijn broer en zieke mama. Bojan werkte, trainde en ging naar school. Slapen deed hij tussendoor of helemaal niet. “Een jaar of drie, vier heb ik zo geleefd”, vertelt hij. “Ik deed echt van alles. Hamburgers verkopen, werken in de supermarkt. Als ik tijd had, ging ik ergens aan de slag. Om het even waar. Nochtans ben ik alleen goed in voetballen (lacht). Overdag ging ik naar school, daarna was er training en ’s nachts werkte ik. Ik vond dat ik dat moest doen. Het was de enige manier om te zorgen dat mijn familie voldoende te eten had.”
Maar klagen deed Jorgacevic niet. Dat durfde hij niet: te beschaamd. “Iedereen in de kleedkamer bij Belgrado had toen geld. Die gasten vertelden maar: ‘Vandaag heb ik een T-shirt gekocht, morgen koop ik een nieuw paar schoenen …’ Ik had niets. Ik was daarover beschaamd en zei dus niets over mijn situatie. Maar de trainer zag dat ik wallen onder mijn ogen had. Hij vroeg: ‘Slaap je wel genoeg? Ga je misschien naar de discotheek?’ Ik durfde niets te zeggen.
“Het ging van kwaad naar erger. Op een dag nam de coach me bij de hand en zei: ‘Nu ga je me vertellen wat er scheelt. Je bent gewoon jezelf niet. Wat is het probleem?’ Toen heb ik het hele verhaal uit de doeken gedaan. ‘Coach, ik moet ’s nachts werken om geld te verdienen voor mijn familie …’ Hij viel compleet uit de lucht. ‘ You crazy guy, zoiets moet je gewoon vertellen. Hoeveel geld heb je nodig?’ Hij heeft me meegenomen naar het bestuur en mijn situatie uitgelegd. Hun reactie was net dezelfde: ‘ Crazy guy!‘ Ik was toen zeventien en kreeg een halftijds contract. Zodra ik achttien werd, kon ik een profcontract tekenen. Then it was good. Maar dat harde werken, dat ben ik altijd blijven meedragen.”
Bij Gent vond Jorgacevic dit seizoen een zielsverwant. Kee- perstrainer Gino De Vriendt combineert de uren op de Gentse trainingsvelden met een job op de spoedafdeling van het Brugse AZ. Een jachtig leven dat Bocky al te goed kent: “Ik herken veel van mezelf in Gino. Hij heeft momenteel ook twee jobs. Soms zie ik hem hier rechtstreeks van de nachtshift op training toekomen. Als ik dan zie hoe hij lacht en hoe gemotiveerd hij is, dan denk ik spontaan terug aan die moeilijke periode in Belgrado. Hij weet ook dat ik altijd hard wil trainen. Soms gaat hij daarop in, soms niet. Als ik moe ben, dan remt hij me af. ‘Nu moet je rusten, Bojan’, zegt hij dan.”
De Vriendt beaamt: “Blijkbaar voel ik hem perfect aan. Ik weet wanneer ik moet meegaan in zijn werklust en wannneer ik hem moet afremmen. Maar hij wil altijd trainen. Nog geen uur na de gewonnen halve finale in de beker was hij daar al: ‘Gino, om hoe laat ben je er morgenvroeg? Wat gaan we doen?’ Ik antwoord dan:’Ik doe morgen niets, want er is helemaal geen training.’ Altijd wil hij trainen.”
Bojan: “Hadden mijn vader en moeder me alles gegeven, dan was ik niet geworden wie ik nu ben. Dan was ik wellicht niet zo’n uitslover geweest. Maar zo zit ik in elkaar. Ik weet nu dat je absoluut geen geld nodig hebt om gelukkig te zijn. Als iets je een warm gevoel geeft, dan zit geld daar meestal voor weinig tussen. Alles wat ik in het leven krijg, wil ik zelf verdiend hebben. Toen ik hier mijn allereerste contract tekende bij Gent, zat ik met Ivan De Witte en Michel Louwagie rond de tafel. Ik vertelde hen dat ik geen dik contract hoefde te hebben. Ik wilde dat ze eerst met hun eigen ogen konden zien wat ik waard was. Ze antwoordden: ‘We weten dat je goed bent, onze scouts hebben je al gezien.’ Maar ik wilde me echt in Gent bewijzen.”
De Nederlandse stijl
Geen ongevaarlijke strategie, want in Gent nam Bocky een loodzware erfenis op zich. In doel moest hij ene Fred Herpoel vervangen. Aanvoerder, clubmonument, publiekslieveling, …
Bojan: ” He ’s a legend. Voor ik naar hier kwam, waarschuwde iedereen me. ‘Opgepast, je volgt Fred Herpoel op.’ Zijn naam kwam steeds terug. Herpoel, Herpoel, Herpoel, … Honderden keren. Bij het begin van het seizoen had ik ook het gevoel dat iedereen me extra in de gaten hield. Als ik naar een bal dook: ‘He, waarom duik je nu?’ Als ik ademde: ‘He, waarom adem je nu?’ Ze volgden me van heel dichtbij.”
De Vriendt: “In het begin van het seizoen was er veel twijfel. De opvolging van Herpoel … Fred stond bij iedereen hoog in aanzien. Ik had zogezegd de makkelijkste job van alle keeperstrainers in de eerste klasse. Nu, als je elke dag met Fred samenwerkt, weet je dat het niet per se zo is, maar goed. Bojan of Alex Martinovic moest Fred dus doen vergeten. Ik had Bojan nooit gezien, ik heb hem gekregen. Maar van bij het begin zei ik: ‘Je bent een ruwe diamant. Ik ga proberen je verder te slijpen.’ Ik denk dat ik in die opdracht geslaagd ben. Voor mij is Bojan een van de regelmatigste Buffalo’s dit seizoen.”
Bojan aanvaardt het complimentje: “Ik maak vooruitgang, dat zeker. Doelmannen zijn sowieso zoals wijn: beter met de jaren. Maar ook technisch word ik sterker. Mijn linkervoet is bijvoorbeeld een stuk beter geworden. Daarmee haal ik ondertussen een aanvaardbaar niveau. Maar ik blijf kritisch voor mezelf. Ik zie alleen de slechte dingen.”
Een botsing van twee stijlen was het nochtans aanvankelijk. De explosieve manier van keepen van Bojan en de op techniek gestoelde Hollandse school van De Vriendt, adept van Frans Hoek. “In het begin stond Bocky daar echt van te kijken”, zegt De Vriendt. “Hij is opgeleid zoals ik vroeger: trainen tot je er net niet bij doodvalt. Dat was aanpassen. Ik herinner me een van de eerste trainingen: een oefening op een passvorm. Hij moest een bal in een klein doeltje proberen trappen. Dan zag je hem echt denken: ‘Verdorie, ik ben hier al drie kwartier bezig en mijn hartslag heeft nog altijd geen 200 gehaald.’
Bojan: “Je merkt echt aan alles dat ik een ander soort opleiding heb gekregen dan de doelmannen hier. Matthias Goossens, onze jongste doelman bij Gent, heeft die typische Nederlandse stijl. Ik kan het niet onder woorden brengen, maar de manier waarop hij valt en hoe hij ballen pakt … Allemaal heel anders dan hoe ik dat doe. Ik vraag dan: ‘Wat doet hij toch?’ Maar Gino antwoordt dan: ‘Zo móét het, Bojan!’ (lacht) Echt waar, mocht ik een bal proberen te pakken zoals Matthias, then it’s 100 % goal.”
Gino: “Het precieze verschil is tamelijk technisch. Bojan pakt een bal en verwerkt die dan naar zijn buik, Matthias pak een bal, brengt die naar de borst en gaat dan schuin voorwaarts uitduwen. Soms is het echt grappig. Hij probeert dan de stijl van die jonge gasten te kopiëren, maar dat kan hij echt niet. Dan doet hij de gekste dingen. Niet dat hij zijn stijl wil veranderen hoor, je zou gek moeten zijn om dat als doelman nog te willen, maar Bocky wil dat dan graag eens proberen.
“Het is gewoon een zegen om met zo’n doelman te werken. Hij wil leren, luistert ook en werkt elke dag keihard. Een voorbeeld voor elke jonge speler. Jonge gasten denken hier veel te snel dat ze er al zijn.”
Bojan: “Mijn mentaliteit verschilt van de Belgische. Als spelers hier verloren hebben, dan is dat niet het einde van de wereld. Voor hen is tomorrow another day. Ik ben net helemaal kapot van een verloren wedstrijd. Vraag het maar aan mijn vrouw. Ze is dan altijd erg kwaad. Ik kom thuis en wil niet praten. Ik ga in de zetel zitten, kijk tv, zonder me af in mijn kamer, ga op mijn eentje buiten in de tuin werken … ’s Nachts kan ik plots badend in het zweet wakker worden. Twee tot drie dagen duurt dat. Ik speel de cruciale fases opnieuw af in mijn hoofd of ik bekijk de beelden nog eens …
“Ik hou daarom van midweekwedstrijden. Dan kan ik een wedstrijd makkelijker loslaten. Zo heb ik een volgende match om op te focussen. Gaat er een hele week tussen, dan denk ik echt veel te veel na. Ik zou de Belgische mentaliteit een stukje moeten overnemen, maar ik vrees dat het niet meer zal lukken.”
Zeg nooit nooit
Volgend jaar dreigt de succesvolle tandem De Vriendt – Jorgacevic uit elkaar te worden gehaald. Het contract van de Gentse keeperstrainer loopt op zijn eind en Michel Louwagie zal dat niet verlengen (zie kadertje). Bocky zou het nochtans liever anders zien: “Het is natuurlijk niet aan mij om te zeggen dat hij per se een contract moet krijgen, dat is aan het bestuur. Maar laat ik het zo formuleren: mocht ik het in een club voor het zeggen hebben, ik zou iemand als Gino absoluut bij mijn ploeg willen. Iemand die zo hard werkt, kan elke ploeg gebruiken. Ik denk ook wel dat Gino volgend jaar een professioneel contract zal krijgen.” Die mening is ondertussen dus achterhaald. De Vriendt weet dat zijn dagen bij de Buffalo’s geteld zijn. “Voorlopig ziet het er- naar uit dat mijn contract niet zal worden verlengd, nee. Bojan informeert natuurlijk vaak naar mijn situatie. Vorige week heb ik zelfs tegen hem gezegd: ‘We laten het nu rusten. De competitie en de beker zijn belangrijker.'”
Ook Bojan zelf weet nog niet wat volgend seizoen brengt. Normaliter staat hij ook dan onder de Gentse lat, maar de deur blijft op een kier.
“Normaal blijf ik bij Gent, ja (lange stilte). Well, never say never. Ik heb momenteel geen vaste makelaar. Ik lag lang onder contract bij Ranko Stojic, maar dat is nu afgelopen. Het heeft z’n voor- en z’n nadelen. Iedereen belt me nu. ‘Ik heb iets voor jou. We moeten samenwerken.’ Twee of drie clubs zouden geïnteresseerd zijn. Maar ik probeer me op AA Gent te focussen. Ik ben hier heel gelukkig. De supporters hebben echt iets speciaals. We zien wel na het seizoen. Vraag er liever niet te veel over …” S
door jan-pieter de vlieger-beelden: jonas hamers