De kans dat volgend seizoen de beloften bij de amateurs gaan voetballen, wordt kleiner. Allicht wordt het hele dossier uitgesteld naar de grote competitiehervorming vanaf 2020.
Het is al lang een zorg bij de eersteklassers: hoe jeugd laten doorstromen naar de top? Het parcours van Birger Verstraete (24) maakt het nog eens actueel: onregelmatig bij Club Brugge, en dan via een mislukt avontuur in Moeskroen teruggevochten bij Kortrijk en Gent en vorige week bij de Rode Duivels. De sprong van de beloftencompetitie naar een fysiek sterke, intense 1A is immers groot. Zelfs in 1B, door de verandering van format. Vier keer spelen club daar tegen elkaar en maar één elftal maakt kans op promotie. In de praktijk betekent dat een stijging van de gemiddelde leeftijd bij de voetballers. Er is immers geen tijd meer voor experimenten.
Al twee decennia lang zoekt men naar een oplossing en leeft bij de top de idee om de tweede elftallen onder te brengen in de lagere reeksen, naar het voorbeeld van onder meer Nederland en Spanje. Een samenwerking met een amateurclub is immers moeilijk. Jonge spelers overtuigen om een jaartje bij zo’n club te gaan voetballen blijkt zeer moeilijk. Ook al kunnen daar perfecte afspraken rond gemaakt worden. Spelers zien het niet als deel van hun ontwikkeling, maar als een soort degradatie. Liever blijven ze bij een club waar alles perfect is georganiseerd.
Vorig seizoen leek een akkoord in de maak, om de tweede elftallen in hun geheel onder te brengen bij de amateurs. Er moesten alleen nog modaliteiten worden afgesproken met die reeks: wie waar mag aantreden en welke compensaties men wil. De amateurs kregen de tijd om hun wensen kenbaar te maken en vorige week belandde het dossier nog eens op tafel bij de profs. Wat blijkt: de compensaties zijn nagenoeg onverteerbaar, zodat een akkoord verder weg lijkt dan ooit.
Waarom? Eén: door de financiële eisen, elke hervorming gaat gepaard met het heen en weer schuiven van geld. De amateurs willen van het moment gebruikmaken om een versoepeling aan te vragen van de licentievoorwaarden om aan te treden in het betaald voetbal. Lees onder meer: minder ingrijpende infrastructuurwerken bij een eventuele promotie. De profclubs uit 1A en 1B, die de voorbije jaren zwaar investeerden om aan hun proflicentie te komen, zijn niet geneigd om deze versoepeling te accepteren. Deels omdat ze zelf zware inspanningen deden, maar ook omdat de licentievoorwaarden zijn ingevoerd om te vermijden dat clubs, zoals in het verleden, tijdens het seizoen in de problemen zouden komen, met alle gevolgen vandien.
Een versoepeling vonden ze bij de Pro League een brug te ver, want ze dreigt het hele concept van de licenties te doorkruisen. Daarom ziet er somber uit voor de beloften en lijkt het onwaarschijnlijk dat ze volgend seizoen ondergebracht worden bij de amateurs. Het zou kunnen dat Pro Leaguevoorzitter Marc Coucke het dossier meeneemt naar 2020, als een grotere hervorming op tafel belandt.
