Rio de Janeiro: een stad in crisis

© Reuters
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Net nu de gekelderde olieprijzen en een aantal corruptieschandalen het land in een politieke en economische crisis brachten, mag Rio de Janeiro als eerste Zuid-Amerikaanse stad de Olympische Spelen organiseren. Een getuige ter plaatse: ‘Alle stadions zullen af zijn, maar de gemiddelde Braziliaan ligt niet zo wakker van de Spelen. Ook de Carioca niet.’

Eerst het goeie nieuws. Ze zullen af zijn, de diverse arena’s waar straks, vanaf 5 augustus, atleten gaan kampen om de medailles. Zelfs de meest problematische arena, die van het baanwielrennen, heeft de deadline gehaald. Eind juni zelfs, ruim een maand voor de start van de Spelen. Weliswaar met zes maanden vertraging, en hier en daar was er nog wat werk aan na de oplevering, maar in het eerste weekend van juli was er een eerste testevenement, waarop de gloednieuwe baan, met een ondergrond van Siberisch hout, kon worden getest.

Niet dat we daaraan hebben getwijfeld: zo gaat het elke keer, bij elke Spelen. Eerst veel vreugde bij het binnenhalen van de organisatie. Voor Rio gebeurde dat op 2 oktober 2009 in Kopenhagen, toen het de stemming won van de tegenkandidaten Madrid, Tokio (organisator in 2020) en Chicago. Een historische stemming, want voor het eerst trekt de olympische beweging naar Zuid-Amerika. Daarna volgen dan gewoonlijk de berichten van rampspoed en over (een tekort aan) geld. Verhalen over vertragingen, waarna een eindspurt wordt ingezet en alles toch tijdig klaar geraakt. Meestal volgen de grote problemen achteraf, wanneer de camera’s weg zijn en grote infrastructuurprojecten rendabel moeten worden gehouden.

De bevolking is op dit moment minder bezig met de Olympische Spelen en meer met het hoofd boven water te houden.

Dat is nu al het geval voor het Maracanã, waar twee jaar geleden de finale van het WK voetbal werd gespeeld en straks ook weer wordt gevoetbald, door de mannen én de vrouwen. Hier wordt begin augustus ook de openingsceremonie gehouden.

Begin februari gooide het consortium dat voor 35 jaar de uitbating van het stadion mocht doen, drie kwart van zijn personeel buiten. Officieel omdat men het stadion tijdelijk in handen gaf van het IOC, officieus omdat ze ontdekten dat het hen onvoldoende geld opleverde en ze via juridische weg het contract probeerden te verbreken. Maracanã ís ook niet rendabel. Er zijn geen winkels die huurprijzen betalen (ze kwamen er niet na intens buurtprotest), terwijl op wedstrijddagen ook niet de grote massa naar het stadion komt. Op speeldag één van de nieuwe competitie speelde Flamengo zijn thuiswedstrijd voor geen tienduizend mensen. Op speeldag twee lokte Fluminense, die andere grote voetbalclub, niet eens vierduizend man. En de derby tussen de populairste twee ploegen (wegens de Spelen eind juni afgewerkt in Natal) lokte daar slechts vijfentwintigduizend toeschouwers. In Rio doen de twee niet veel beter.

Olympische Spelen in Rio de Janeiro
Olympische Spelen in Rio de Janeiro© Reuters

Infrastructuur rendabel houden is een groot probleem. Het Estádio Olimpico João Havelange, waar straks de atletiekwedstrijden plaatsvinden, werd gebouwd in 2007 naar aanleiding van de Panamerikaanse Spelen. In februari dit jaar werd de elektriciteit er afgesloten, omdat Botafogo Futebol e Regatas, dat het stadion in concessie heeft, de rekening niet meer kon betalen. Overigens werd het stadion een jaar voor het WK al eens gesloten, omdat het dak, zes jaar na de bouw, al op instorten stond…

Oliedip

Rendabel of niet, af zullen ze zijn, verzekert Steven Esselink, een Nederlander die al een aantal jaar in Rio woont en werkt. Esselink: “Dat komt allemaal wel goed in de laatste dagen, omdat deze werken in handen zijn van de lokale overheid. En de stad Rio heeft geen financiële problemen. Anders is het gesteld met de staat Rio de Janeiro. Die is er veel benarder aan toe, en dat heeft zijn weerslag op infrastructuurwerken en gezondheidszorg.” Om een en ander betaald te krijgen, moest de staat in juni de federale overheid om financiële bijstand vragen.

Voor meer duiding daaromtrent moeten we naar de economische crisis die het land treft en naar de in elkaar gezakte prijzen op de oliemarkt. De Amerikaan Christoffer Gaffney woonde jaren in Rio, voor hij naar Zwitserland verhuisde. Maar vanuit zijn nieuwe werkplaats in Zürich onderhoudt hij nog steeds de contacten met Rio. Gaffney: “Je moet weten dat de staat Rio een pak inkomsten beurt uit de olievelden voor de kust. Nu de prijzen op die markt zijn gekelderd, is dat een serieuze financiële handicap.”

Veilig zullen de Spelen zijn, maar het drukke verkeer blijft een probleem. En metrolijn 4 geraakt misschien niet af.

Steven Esselink bevestigt: “De olie-inkomsten worden over alle staten verdeeld, maar Rio strijkt er een heel pak van op. De staat is er de laatste jaren van uitgegaan dat dit vaste inkomsten waren, en is daarnaar gaan leven. Petrobras, het grootste oliebedrijf dat zelf ook in een schandaal is verwikkeld, heeft hier in Rio zijn hoofdzetel. Zij stellen heel wat mensen te werk, hebben projecten lopen, werken met onderaannemers. Daar is nu plots een forse rem gekomen op de investeringen. Je moet weten: de oliebronnen liggen op zo’n zeven kilometer diepte. Olie oppompen kost een pak geld, maar zolang de prijs van een vat ruwe olie rond de 100 dollar lag, was dat rendabel. Dat werd het niet meer tegen de olieprijzen van de laatste maanden, toen er voor een vat tussen de 35 en 45 dollar werd betaald.” Gevolg: investeringen vielen stil, mensen verloren hun job en de immobiliënmarkt stortte in elkaar.

Dat heeft gevolgen voor de bevolking. Die is op dit moment minder bezig met de Spelen en meer met het hoofd boven water te houden. Ze mort ook, omdat ze ziet dat er veel geld gaat naar infrastructuur en beveiliging van de Olympische Spelen, terwijl de eigen noden worden verwaarloosd. Scholen en ziekenhuizen kampen met tekorten, de gezondheidszorg lijdt onder een gebrekkige financiering. Alle prijzen stijgen, ook die van het openbaar vervoer.

Gaffney: “Wat ook erg is, is dat voor een aantal infrastructuurwerken huizen zijn afgebroken en mensen verdreven. Mensen die, dat klopt, veertig kilometer verder een nieuw onderkomen kunnen krijgen. Maar die zijn daar niet altijd mee gediend. En bovendien loopt het fout met de financiële tegemoetkoming, zodat ze zelf bij banken moeten lenen om te overleven. Rio zit niet alleen in een grote politieke crisis, maar ook in een economische. En dan zijn al die investeringen wraakroepend. Amper vier publieke tennisvelden in zo’n immense stad en dan 200 miljoen dollar investeren in een state of the art arena… Een schande! Het businessmodel van de FIFA en het IOC zit helemaal fout. Helaas is er een soort protest fatigue. Voor het WK kwamen de mensen nog op straat om hun ongenoegen te ventileren. Dat is nu veel minder. Het geld is toch weg, denkt de gemiddelde Braziliaan berustend. Hij betaalt meer belastingen om meer te lijden. Het aantal gevallen van tuberculose stijgt, er is meer dengue, het zitavirus is er, de politie vermoordt mensen in naam van de ordehandhaving…”

Rio de Janeiro: een stad in crisis
© Bruno Kelly/Reuters

Esselink: “Gaat de gemiddelde Carioca straks naar het evenement? Ik ben benieuwd. Het gemiddelde loon ligt nu ongeveer op een 1000 reaal per maand, dat is zo’n 250 euro. De goedkoopste kaartjes kosten tussen de 50 en de 100 reaal en zo zijn er niet zo veel op de markt gebracht. Maar het blijft wel zo’n 10 procent van je maandloon. Dan heb je nog het transport naar de venue niet betaald, en eventueel wat eten… Ik vraag me af of straks alles echt vol zal zitten. En tegen welke prijs. Ze losten de voorbije maanden geregeld een beperkt aantal tickets en zegden dan: slechts zoveel over, haast je. Ik vermoed dat er straks nog hele pakketten vrij zullen komen.”

De gemiddelde Braziliaan, signaleert Esselink, is ook niet zo wild van al die sporten: “Voetbal en volleybal, ook beachvolleybal, dat zijn de populairste sporten. Naast autosport, maar dat zit niet in het olympische programma. Voor de rest loopt de Braziliaan niet zo warm. Daarom heb ik niet het gevoel dat ze hier in de straat echt bezig zijn met de Spelen. Wellicht komt dat nog, maar nu (eind juni, nvdr) nog niet.”

Gaat Rio iets overhouden aan de Spelen, naast de uitstraling en een maand focus van alle media? Er zijn de arena’s die blijven, al zijn die dus moeilijk rendabel te houden. Er is het olympisch dorp, met zo’n 15.000 appartementen in een wijk, Barra, waar geld is. Die appartementen komen straks allemaal op de privémarkt. Esselink: “Maar die ligt momenteel plat, door de economische crisis. Dat valt dus nog af te wachten. In Brazilië zegt men vaak dat iets een succes is wanneer er geen geld aan wordt verloren. Voor mij is een succes: winst maken. Gaat dat gebeuren? De Arena Carioca 2, waar straks aan handbal, judo, taekwondo en nog enkele sporten wordt gedaan, is zo opgebouwd dat ze weer kan worden afgebroken en naar elders verplaatst. Daar gaan later vier scholen in terecht kunnen. Dat is nu het plan, maar wordt dat ook zo?”

Verkeer

Veilig zullen de spelen in elk geval zijn. Rio is een stad waar de misdaadcijfers al een tijdje in dalende lijn zitten, ook al was er de jongste weken een golf van moorden op homo’s en werd begin dit jaar op Copacabana nog een Argentijnse toeriste vermoord. Het eerste dodelijke incident in vier jaar op het bekendste strand in het hart van de stad. Al ver voor het WK voetbal zette die dalende trend zich in, dankzij het ‘pacificatieproces’ in de favela’s die het dichtste bij de bekende stranden liggen (maar dat ter discussie stond vanwege het vele geweld dat ermee gepaard ging). De ruim 10.000 atleten en bezoekers zullen straks worden bewaakt door ongeveer 85.000 mensen. De overheid zet zelfs een Israëlische spionagesatelliet in, die tijdens het toernooi boven de stad zal blijven hangen en vanop 450 kilometer afstand haarscherpe foto’s van 50 op 70 centimeter zal kunnen maken.

Esselink: “Het enige probleem blijft het drukke verkeer. De kans bestaat dat de metro naar Barra en het olympisch dorp niet tijdig af geraakt. Als dat het geval is, is dat een drama voor de fans. Mét lijn 4 afgewerkt is het slechts een paar minuten naar Barra, zonder lijn 4 is het in de spits één tot twee uur. Er zijn ook problemen met de Trans Oeste, waarop de BRT’s moeten rijden. BRT staat voor Bus Rapid Transit, bussen die hun eigen baanvak hebben en die bovengronds snel van de ene buurt naar de andere moeten kunnen. Ik geloof dat er vier trajecten hadden moeten zijn, maar volgens de laatste berichten zullen er maar drie af geraken. Met name Deodoro, waar onder meer mountainbike, BMX, paardrijden en schieten plaatsvinden, dreigt moeilijk bereikbaar te worden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content