Loena Hendrickx over de Spelen, pesten en haar zelfbeeld: ‘Op het ijs word ik iemand anders’
Loena Hendrickx behaalde een zilveren medaille op het WK kunstschaatsen in Montpellier. Lees hier het interview dat Sport/Voetbalmagazine had aan de vooravond van de Olympische spelen.
Op haar 22ste verjaardag schaatste Loena Hendrickx in november 2021 de korte kür van de Grand Prix in Turijn. Haar eerste wedstrijd ooit als jarige en vooral een belangrijke repetitie voor de Winterspelen in Peking, in februari 2022. Ook die waren een hoogtepunt in een carrière van veel vallen, maar evenveel opstaan.
De training van Loena Hendrickx duurt nog een twintigtal minuten wanneer we de gloednieuwe ijsbaan van de Sportoase Groot Schijn in Deurne betreden. Wat kil met alleen een hemd aan, maar we kunnen ons rap verwarmen aan de glimlach en passie waarmee de kunstschaatsster haar bewegingen inoefent, van dichtbij gevolgd en gefilmd door haar choreograaf Adam Solya. Een bevestiging van de boodschappen die Hendrickx de voorbije maanden op Instagram had gepost, vaak benadrukkend hoe lief ze haar sport heeft. Zoals: ‘ I don’t need anything more, just the feeling of gliding over the ice!’
Geen toeval, zegt de Arendonkse, wanneer we na haar training plaatsnemen in de cafetaria van de Sportoase. ‘Doorheen mijn carrière werd ik geplaagd door blessures. Op mijn twaalfde een half jaar out. In mijn pubertijd weer een half jaar langs de kant. En na de Spelen van 2018 zelfs een aaneenschakeling van een rugblessure, een stressfractuur, een omgeslagen enkel, gescheurde ligamenten, en een peesontsteking van mijn andere enkel. In het voorjaar van 2020 kwam de coronalockdown daar nog eens bovenop…
‘Als je dan eindelijk pijnvrij kunt trainen, aan wedstrijden kunt deelnemen én er kunt presteren, dan besef je pas echt wat je gemist hebt. En hoe groot de liefde voor het schaatsen is. Dat plezier straal ik nu uit, bewust en onbewust. Na het WK heb ik daarover superveel berichtjes gekregen. Van mensen die mij veel liever zagen schaatsen dan de ijsgekoelde Russinnen.’
Waarom ben je zo verliefd op kunstschaatsen?
Loena Hendrickx: ‘Omdat het een heel allroundsport is: een mix van fysiek – explosiviteit, lenigheid, wendbaarheid… – techniek, gevoel voor muziek en acteren, uitstraling… En niet te vergeten: de mentale sterkte om alleen op het ijs, voor volle tribunes, vier minuten minutieus uit te voeren waar je maandenlang op hebt getraind.’
Wordt dat onderschat?
Hendrickx: ‘Absoluut: een wedstrijd is dertig procent voorbereiding en zeventig procent puur het kopje. Ik ken veel schaatssters die op training even goed zijn als ik, maar in competitie dat niet kunnen uitvoeren. Vroeger had ik daar ook last van: dan liep mijn make-up uit omdat ik vooraf huilde van de stress.
‘In de loop der jaren heb ik die druk echter leren omarmen. De adrenaline stuwt me nu zelfs naar een hoger niveau. Omdat ik begin met het idee: ga er vol voor, geníét ervan. Zo heb ik op het WK ook de knop omgedraaid nadat ik in de korte kür was gevallen. Ik bleef in mezelf geloven.’
Kunstschaatsen is kúnst. Niet alleen hoog springen.’
Loena Hendrickx
Past die zelfverzekerdheid op het ijs ook bij jouw karakter?
Hendrickx: ‘Vreemd genoeg niet. Naast de baan ben ik zelfs vrij verlegen. Op het ijs kan ik echter op een of andere manier een klik in mijn hoofd maken. Dan bloei ik helemaal open, alsof ik iemand anders word. Niet bang ook van die vele starende blikken rondom mij. Al ben ik met het publiek niet bewust bezig, alleen gefocust op wat ik moet doen.’
Hoe helpt jouw mental coach, Brigitte Derks, jou daarbij?
Hendrickx: ‘Weinig, althans voor mijn performance op het ijs. De sportpsycholoog bij wie ik vroeger langsging zei zelfs: ‘Ik kan weinig voor jou doen, je bent mentaal sterk genoeg.’ Brigitte helpt me als een lifestylecoach meer met bepaalde situaties naast de baan. Hoe ik moet omgaan met jaloezie, zeker vanuit de entourage van concurrentes. Hoe ik afgelopen zomer de split met mijn coach moest verwerken ( zie kader, nvdr). Hoe ik twijfels kan overwinnen als op training niet alles perfect loopt, zoals begin dit seizoen. Vaak zaken die ik al weet, maar toch is het zinvol om dan met iemand te kunnen praten.’
Met boog rond pesters
Je werd op de lagere school erg gepest. In hoeverre heeft dat een rol gespeeld in die mentale ontwikkeling?
Hendrickx: ‘Die periode heeft mij diep geraakt, getekend voor het leven zelfs. Wat wil je, als je als jong meisje uitgestoten en uitgelachen wordt? Puur uit jaloezie omdat ik op maandag af en toe een trofee mee naar school bracht, of eens een dag afwezig was omdat ik een wedstrijd moest schaatsen. Als ik die pesters nu weer zie, dan loop ik in een grote boog rond hen. Al zou ik beter rechtdoor lopen en zelfverzekerd ‘hallo’ zeggen. Want ik weet dat ik al veel meer heb bereikt dan zij. Daarom probeer ik mij ook niets meer aan te trekken van wat jaloerse mensen zeggen. Als je écht iets graag doet, ga dan vol voor je droom, laat niemand je in de weg staan.’
We hadden het daarnet over je uitstraling. Analisten vergeleken je na het WK op dat vlak zelfs met Katarina Witt of Carolina Kostner, twee charismatische schaatsiconen uit het verleden. Spiegel jij je aan hen? Of aan iemand anders?
Hendrickx: ‘ Kostner heb ik gezien op de Spelen in 2018, maar Katarina Witt? Zegt me niks. ( lacht) Ik kopieer dan ook niemand. Ik doe mijn eigen ding, van nature uit, zonder extra moeite. Mijn broer Jorik ( ex-tweevoudig olympiër en nu Loena’s coach, nvdr) had dat trouwens ook, dat charisma. Een familietrekje blijkbaar.’
Jij kan door je make-up een extra piment toevoegen, waardoor je als een diva, in de positieve zin, op het ijs verschijnt. Doe je daar iets speciaals voor?
Hendrickx: ‘Ik heb dat van jongs af altijd zelf gedaan voor grote toernooien, aangezien mijn ouders nooit konden meegaan – veel te duur. Zo heb ik die make-uptechnieken in de loop der jaren steeds beter in de vingers gekregen, onder meer door naar lessen op YouTube te kijken. Op mijn veertiende was ik op dat vlak nog een beginner, nu is het perfect afgewerkt. Ik steek er dan ook veel tijd in: tot bijna anderhalf uur, inclusief mijn haar.’
Dancing with the stars
Wat je ook aanhaalde: jouw feeling voor muziek, hoe je die perfect kan vertalen op het ijs. Heb je dat ook van nature, die danspassen?
Hendrickx: ‘Neen, want schaatsen op muziek is niet hetzelfde als dansen. Op de dansvloer voel ik me zelfs onwennig, dan ontploffen mijn hersenen bijna. Naast je armen beweeg je daar je benen immers heel anders dan op het ijs – een totaal andere coördinatie. Toch zou ik wel willen meedoen aan ‘Dancing with the Stars’. Zou ik gewéldig vinden, om ook dat goed te kunnen.’
Ik weet nu al dat mijn lichaam op het einde van mijn carrière – wellicht de Spelen van 2026 – kapot zal zijn.’
Loena Hendrickx
Opvallend bij jouw muziekkeuze: nooit klassieke muziek, wel krachtige popballades van Madonna ( Frozen) en Céline Dion ( It’s All Coming Back to Me). En nu Caruso van Lara Fabian voor jouw korte kür, of zelfs een mix van oriëntale muziek voor jouw lange kür.
Hendrickx: ‘Ik ben nooit de sierlijkste kunstschaatsster geweest, met perfecte gestrekte benen en lange lijnen. Bij mijn krachtige bewegingen en uitstraling past beter andere muziek. Maar wie weet waag ik me er de komende jaren toch eens aan, om mezelf uit te dagen. Zoals ik met die oriëntale muziek ook uit mijn comfortzone ben getreden. Oorspronkelijk voelde ik dat immers niet aan. Jorik en mijn choreograaf hebben me echter overtuigd. Ook omdat de jury het apprecieert als je steeds nieuwe, verrassende küren brengt.’
Zo maak jij voor een deel goed wat je technisch tekortkomt tegen de Russische toppers.
Hendrickx: ‘Kunstschaatsen is – het woord zegt het zelf – kúnst, niet alleen maar viervoudige sprongen uitvoeren. Het is niet omdat je die quads kunt springen dat je daarom ook de muziek mooi kan overbrengen, en dat het hele artistieke plaatje klopt.’
Is de slinger, qua jurering, te ver doorgeslagen naar die sprongen?
Hendrickx: ‘Tot voor een paar jaar wel, toen de Russinnen al hun moeilijke sprongen uitvoerden in het tweede deel van hun kür, omdat ze dan bonuspunten kregen. De Internationale Schaatsunie heeft toen ingegrepen en een spreiding van de sprongen opgelegd, over de hele kür. Dat speelde wel in mijn voordeel. Al blijft mijn artistieke uitvoering soms ondergewaardeerd. Op het voorbije WK zei de president van de ISU zelfs dat ik daarvoor veel meer punten had verdiend. Leuk om te horen, maar ook wat zuur als je net naast de derde plaats grijpt. Misschien hebben zijn woorden en de vele lovende commentaren een invloed gehad, want onlangs op de Finlandia Trophy kreeg ik meer punten. Hopelijk trekt de jury die lijn door op de komende wedstrijden.’
Hoe slagen de Russinnen erin al die aartsmoeilijke viervoudige sprongen uit te voeren?
Hendrickx: ‘Dat vraag ik me ook af. Sommigen kunnen het zelfs al op hun twáálfde. Dan denk ik: waar haal je als kind al die kracht vandaan om te springen als een man? Vreemd… Ze worden natuurlijk vanaf heel jonge leeftijd gedrild. Mogen ook amper iets eten, behalve gekke voedingssupplementen. Gezond kan dat niet zijn… Ik zou zo niet wíllen leven, liever puur natuur.’
Worstelen met zelfbeeld
Wat kan jij qua techniek nog aanleren?
Hendrickx: ‘Ik heb afgelopen zomer gewerkt op een drievoudige axel, maar dit seizoen ga ik dat niet uitvoeren in competitie. Op enkele maanden tijd krijg je dat niet perfect onder de knie. Dan loop ik liever geen risico, ook met het oog op blessures – hetzelfde met die viervoudige sprongen. Ik wil nu vooral om mijn huidige sprongen perfectioneren en zo mijn score te verhogen. Ook door de snelheid tussen de sprongen op te krikken, met grotere passen.’
Daar komt het vaak onderschatte fysieke aspect van het kunstschaatsen onderdeel bij kijken.
Hendrickx: ‘Ik heb het nog niet gemeten, maar ik vermoed dat mijn hartslag op het einde van zo’n lange kür tussen de 160 en 200 ligt. Ook de belasting voor de pezen en spieren is bijzonder groot. Zeker bij de sprongen, wanneer je telkens op een dunne schaats, met één been, drie keer je gewicht moet opvangen. Ik weet nu al dat mijn lichaam op het einde van mijn carrière – wellicht de Spelen van 2026 – kapot zal zijn.’
Hoeveel procent van jouw voorbereiding spendeer je aan het fysieke trainingen?
Hendrickx: ‘Bijna de helft, tien à vijftien uur per week. Cardio-oefeningen, explosieve sprongkracht, core stability om mijn hele lichaam, van enkels tot rug, zo sterk mogelijk te maken. Een moeilijke evenwichtsoefening, want ik mag, zeker op mijn bovenlichaam, niet te gespierd worden als ik alle rotaties snel wil uitvoeren.’
En dan is de juiste balans vinden qua voeding allicht ook niet vanzelfsprekend?
Hendrickx: ‘Neen… Ik heb lang geworsteld met mijn zelfbeeld. Vergeleek mijn gespierde benen en brede schouders altijd met de Russinnen en hun superdunne armpjes en beentjes. In de maanden voor de lockdown in 2020 had ik zelfs een RED-S-syndroom, een relatief energietekort. Kort gezegd: ik at te weinig in verhouding tot mijn energieverbruik. Wel niet zo extreem als anorexia. Ik telde niet angstvallig elke calorie en at soms zelfs een chocolaatje. Maar ik compenseerde dat dan door de rest van de dag minder te eten.
‘Toen ik aanvankelijk complimentjes hoorde: ‘Je staat precies wat scherper, je ziet er goed uit’, wilde ik nog meer vermageren. Op een bepaald moment botste ik echter op de ondergrens, wat ook een negatieve impact had op mijn blessureherstel en op mijn trainingen. ‘Je moet echt meer beginnen te eten’, zei mijn diëtiste. Dus heb ik de knop omgedraaid, leren aanvaarden dat ik geen sprietje ben. Daar voel ik me nu veel beter bij. Met succes, want zo heb ik afgelopen zomer eindelijk eens maandenlang blessurevrij kunnen trainen.’
Wat kan dat beter evenwicht, op alle vlakken, opleveren op de Winterspelen in Peking, na een vijfde plaats op het WK?
Hendrickx: ‘Dat was, gezien de coronacrisis, een speciaal wereldkampioenschap, zonder grote voorafgaande wedstrijden. Het mentale aspect speelde er nog meer mee. Deze winter zal, hopelijk, normaal verlopen. Zal dat de verhoudingen op de Spelen veranderen, na de onaantastbare Russinnen die allicht het podium zullen bezetten? Moeilijk te zeggen. Ik hoop op een topachtplaats, maar ben met dat pure resultaat niet echt bezig. Ik focus alleen op mezelf, zodat ik in Peking mijn beste küren ooit kan afwerken. En dan kan ik me niets verwijten.’
Broer Jorik als hoofdcoach
Na liefst zestien jaar samenwerken gingen Loena Hendrickx en haar coach Carine Herrygers afgelopen zomer uiteen. Zo werd broer Jorik (29), die zijn zus al parttime trainde naast Herrygers, haar hoofdcoach. ‘Omdat Jorik creatiever is bij de trainingsopbouw en meer met mij begaan was naast het ijs, neigde ik vorig seizoen al meer en meer naar hem’, vertelt Loena. ‘Carine besloot toen eerst een stapje opzij te zetten, en een week later trok ze zich helemaal terug.
‘Jammer dat het zo moest eindigen, maar Carine heeft haar weg gevonden en voor mij is het uiteindelijk positief uitgedraaid. Met Jorik klikt het heel goed. Een geboren coach met een schat aan kennis en ervaring, als ex-topkunstschaatser. Streng en veeleisend ook, maar hij kan tegelijkertijd de clown uithangen. Jorik speelt ook direct in op elk mogelijk fysiek probleempje. Ook al is hij mijn broer, toch heb ik er geen moeite mee om naar hem te luisteren. Hij is de ‘baas’, maar overlegt en luistert veel. We hebben dan ook nog geen enkele keer ruzie gemaakt.’ ( lacht)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier