Waarom de unieke kwalificatiereeks van de Belgian Cats niet vanzelfsprekend is

De Belgian Cats kwalificeerden zich dit weekend voor de Olympische Spelen in Parijs. © BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Emma Meesseman haalde weer haar Zwitsers zakmes boven, het ploegspel draaide als vanouds en de bankspeelsters toonden zich meer dan ooit. Toch waren er ook minpunten. Een balans van het olympisch kwalificatietoernooi van de Belgian Cats in vijf vaststellingen.

1. De unieke reeks van acht

Nuchter bekeken hebben de Belgian Cats gedaan wat ze, volgens de verhoudingen, konden en moesten doen. Het verlies tegen de VS was ingecalculeerd, al werd het zeer nipt. Winst tegen Senegal (nummer twintig van de FIBA-ranking) en Nigeria (nummer elf) was niet meer dan logisch: de Cats staan zesde op die wereldranglijst.

Toch mogen we de kwalificatie voor het achtste grote toernooi op rij (na de EK’s van 2017, 2019, 2021 en 2023, de WK’s van 2018 en 2022 en de Olympische Spelen van 2021) niet te vanzelfsprekend vinden.

Slechts één Europees land kan dezelfde reeks voorleggen: Frankrijk, weliswaar met die nuance dat het, als thuisland, rechtstreeks geplaatst is voor de Spelen van Parijs. Verder konden alleen traditionele grootmachten in het vrouwenbasketbal zich voor de laatste vier mondiale toernooien kwalificeren: de VS, Australië, Canada, China, Japan en het kleine Puerto Rico. Van de twaalf gekwalificeerde landen voor Parijs zijn alleen Puerto Rico en Servië, twee landen met een sterke basketbaltraditie, kleiner qua inwonersaantal dan België.

Het mooie is dat er van de Belgische ploeg die op het EK 2017 brons behaalde, er nog ‘slechts’ vijf speelsters overblijven: Emma Meesseman, Julie Vanloo, Antonia Delaere (die in 2011 al samen Europees kampioen werden bij de U18), Kyara Linskens en Serena-Lynn Geldof. De zeven anderen zijn er later, zelfs na de Spelen van Tokio, bij gekomen.

2. Het Zwitserse zakmes van Emma Meesseman

Emma Meesseman werd na het olympisch kwalificatietoernooi tot beste speelster (Most Valuable Player) verkozen, en maakt logischerwijs ook deel uit van de vijf beste speelsters (All Star Five). Ook dat lijkt stilaan normaal, maar ook haar reeks is intussen verbluffend. Op de zeven kampioenschappen en drie kwalificatietoernooien (voor de Spelen van 2021 en 2024 en het WK van 2022) die ze met de Cats al heeft gespeeld, werd de Ieperse négen keer gekozen als een van de vijf beste speelsters. Ze werd ook viermaal uitgeroepen tot MVP, waaronder op de twee olympisch kwalificatietoernooien en op het jongste EK, waar de Cats goud veroverden. De enige keer dat Meesseman géén individuele titel kreeg? Het WK van 2022, waar ze last had van een blessure aan de kuit.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Een van de beste vijf speelsters ter wereld’, complimenteerde Cheryl Reeve, de coach van Team USA, haar ná de nipte winst van de VS tegen België, afgelopen donderdag. Een match waarin de Amerikaanse dames Meesseman nochtans hadden lamgelegd: ‘slechts’ zes punten uit drie op negen pogingen. Bij de Cats is dat een uitzonderlijk lage score voor de West-Vlaamse. Toch bleek haar aanwezigheid op het veld positief: ze deelde zeven assists uit en creëerde door de dubbele dekking van de Amerikanen ruimte voor haar ploeggenotes. Zo scoorden de Cats toch twee punten meer dan de VS met Meesseman op het veld.

In de twee volgende matchen haalde ze weer haar Zwitsers zakmes boven, zowel aanvallend als verdedigend: 32 punten tegen Senegal in 29 minuten (op één puntje van haar career high), 14 punten, 8 rebounds, 8 assists, 6 steals én 2 blocks tegen Nigeria in 27 minuten.

Meesseman is op haar dertigste beter dan ooit en heeft haar status als onmisbare leidster van de Cats, op én naast het veld, nogmaals bevestigd.

3. De driepunt(r)evolutie van de Cats

In de NBA is de evolutie al jaren aan de gang: ploegen shotten veel meer van achter de driepuntertlijn, omdat zo’n poging vijftig procent meer punten oplevert dan een mogelijke tweepunter. Omdat in de ‘paint’, dicht bij de korf, de kans op een score ook groter is, ontstaan zo twee zones van waaruit het merendeel van de field goal-pogingen worden genomen. Halve afstandsshots zijn er tegenwoordig veel minder talrijk.

Die driepunter-revolutie was bij de Belgian Cats meer dan ooit zichtbaar op het olympische kwalificatietoernooi . Op het EK van vorig jaar waren 36 procent van hun pogingen driepunters. In de drie matchen in het Antwerpse Sportpaleis dit weekend steeg dat tot liefst 44 procent, tegen de VS zelfs tot 48 procent. In totaal goed voor net geen 30 pogingen per match, waarvan gemiddeld 10 door Julie Vanloo.

Al even frappant tegen de Amerikaanse dames: slechts 2 van de 60 shots werden genomen buiten de ‘paint’ en voor de driepuntlijn. En geen toeval: alle twee door Meesseman, die beide pogingen miste. Dat halve afstandsshot is een van haar specialiteiten en dat heeft de VS volledig stilgelegd.

Ondanks nog altijd een grote meerderheid van driepunters van de Cats (46 en 38 procent) konden Senegal en Nigeria dat veel minder: Meesseman scoorde respectievelijk 10 op 13 van haar halve afstandspogingen (op een totaal van 18 van de Cats) en 4 op 5 (op een totaal van 11).

Julie Vanloo deed op het olympisch kwalificatietoernooi in Antwerpen liefst tien driepunterpogingen per match en werkte af aan 37 procent. © Isosport

Nadeel van dat hoge aantal driepuntershots: als ze niet binnenvallen, ben je kwetsbaar. Op het voorbije EK werkten de Cats nog af aan een zeer hoge 42 procent, met voorsprong het beste percentage van alle ploegen. Op het olympische kwalificatietoernooi was dat 33,7 procent, mede door de slechts 5 op 27 tegen Nigeria (18,5 procent). De Afrikaanse kampioen strafte dat niet af, maar de toplanden zullen dat wel doen. Dat kunnen de Belgische dames zich op de Spelen niet permitteren, zeker niet als ze 44 procent van hun shots van achter de driepunterlijn nemen.

Ook opvallend, en deels ook het gevolg van dat hoge driepunterpercentage: de Cats dwongen slechts negen vrijworpen per match af, bijna de helft minder dan op het jongste EK (16,8). Tegen de VS was de verhouding zelfs 11 versus 31. Dat had voor een deel ook te maken met de afwezigheid van de geblesseerde center Kyara Linskens en haar présence onder de korf. Op het EK nam zij, na Meesseman, ook de meeste vrijworpen van de Cats (3,5 per wedstrijd). Een fitte Linskens wordt voor de Cats noodzakelijk in Parijs, ook verdedigend.

4. Het vloeiende, maar soms te slordige ploegspel

De Cats staan al jaren bekend voor hun vloeiende, onbaatzuchtige ploegspel. Het aantal gemaakte field goals na een individuele actie is altijd vrij klein. Zoals ook in Antwerpen: 83 assists op 102 gelukte pogingen, of 81 procent. Ruim 10 procent minder dan het extreem hoge percentage op het afgelopen EK (92,6%), maar nog altijd uitzonderlijk veel. Tegen Senegal en Nigeria zaten de Cats zelfs in de buurt met 89 en 88 procent van de field goals die werden gescoord na een assist. Met dank aan ‘floor general’ Julie Allemand die uit voorzorg aan de kant bleef tegen de VS, maar tegen Senegal een carrièrerecord van 14 assists liet optekenen. Ook Julie Vanloo leek meer dan ooit oog te hebben haar ploeggenotes: 5,7 assists per wedstrijd (op het EK haalde ze er nog gemiddeld 3,2).

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het offensieve gevaar was ook groter, en dat kan cruciaal worden op de Spelen. Vooral de progressie van Bethy Mununga en Maxuella Lisowa sprong in het oog: op het EK scoorden zij slechts 1,7 en 3,3 punten per wedstrijd. Op het olympische kwalificatietoernooi steeg dat naar 8,7 en 7,7 punten per match.

Lisowa was tegen de VS zelfs de uitblinkster met 17 punten, al viel ze tegen Senegal terug naar… 0 punten. Die wisselvalligheid moet eruit, maar haar aanvallende impulsen (ze gaf ook 3,3 assists per duel) waren wel opvallend, net als die van Mununga.

Niet toevallig hebben beiden aan hun shot gewerkt en dit seizoen meer internationale ervaring opgedaan bij het Franse Villeneuve, de club waar de Belgische bondscoach Rachid Méziane trainer is.

Wel nog een minpuntje aanstippen: de vele turnovers. Traditioneel de achilleshiel van de ploeg, deels door slordigheid, deels door het hoge tempo dat de Cats willen ontwikkelen.

Op het gewonnen EK leden de Belgische dames 15,7 balverliezen per match (veel meer dan de andere favorieten). Op het olympische kwalificatietoernooi gemiddeld zelfs nog één meer (16,7), waaronder 20 tegen de VS, tegen een sterke, fysieke defensie.

Als dat wordt gecombineerd met een laag afwerkingspercentage, zoals in de verrassende verloren EK-kwalificatiewedstrijd tegen de agressieve Polen afgelopen november (40%), kan dat de Cats zuur opbreken. Zeker Vanloo (3,7 balverliezen per match op het olympische kwalificatietoernooi, waaronder 6 tegen de VS) moet daar in al haar enthousiasme oog voor blijven hebben.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

5. De realistische olympische medaillekansen

Emma Meesseman bleef, zoals altijd, voorzichtig over de olympische medaillekansen van de Cats. Stap per stap blijft haar credo. Andere sleutelspeelsters én coach Rachid Méziane waren openlijk ambitieuzer: ‘We gaan voor een medaille, we hoeven van niemand bang te zijn.’ Na de Europese titel, en de bijna-stunt tegen de (weliswaar nog niet gerodeerde) VS, is die ambitie zeker gewettigd.

Maar een garantie is een medaille zeker niet. Frankrijk zal voor eigen publiek sterker zijn, net als Spanje (de verliezende EK-finalist). De concurrentie buiten Europa is nog groter met niet alleen de VS, maar ook met Australië en China.

De Cats moeten de Amerikaanse dames proberen te ontlopen in de kwartfinale, en daarvoor zal de loting voor de groepsfase cruciaal zijn. België zal, op basis van de huidige FIBA-ranking, in de tweede bokaal van vier zitten, waardoor het in de poule zeker tegen de VS, China, Australië of Spanje zal uitkomen.

Als Meesseman en co. minstens twee van de drie groepsduels winnen, én in de andere tabelhelft dan de VS belanden, is de kans op een haalbare kaart in de kwartfinale groter. En zodra ze in de halve finale staan, krijgen de Cats twee kansen om een medaille te behalen. Maar net als de kwalificatie voor de Spelen is ook dat dus niet vanzelfsprekend.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content