NBA-seizoen van start: hoe het Amerikaanse basketbal de wereld veroverde

Buitenlandse toppers. De Griek Giannis Antetokounmpo (in het wit) in duel met de Serviër Nikola Jokic. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Dinsdagnacht begint het NBA-seizoen. Nooit was de globalisering van ’s werelds grootste basketbalcompetitie zo zichtbaar. Hoe is dat geëvolueerd?

De afgelopen vijf jaar ging de titel van Most Valuable Player (MVP) van de National Basketball Association telkens naar een niet-Amerikaan: de Griek Giannis Antetokounmpo (2019 en 2020), de Serviër Nikola Jokic (2021 en 2022) en de Kameroener Joel Embiid (2023). Die buitenlandse overheersing is deels te verklaren door ouder wordende Amerikaanse MVP’s als LeBron James (38), Kevin Durant (35) en Stephen Curry (35). Zij bleven de laatste jaren niet gespaard van blessures. Een andere reden is de evolutie van het spel in de NBA in het laatste halve decennium, met veel meer driepunters, positiewissels en een hoger tempo, leidend tot een steeds productievere aanval. Dat is op het lijf geschreven van veelzijdige, technisch onderlegde grote spelers als Antetokounmpo, Jokic en Embiid, of van de Sloveense superster Luka Doncic.

Niet alleen de buitenlandse kwaliteit piekt zo meer dan ooit, ook de kwantiteit van internationale spelers is de laatste drie decennia sterk gestegen. Op de rosters van de dertig NBA-teams bij de start van dit seizoen stonden een recordaantal van 125 niet-Amerikanen uit zes continenten en veertig landen. Waaronder ook België nadat Toumani Camara in juni werd gedraft door de Phoenix Suns. Voor het tiende seizoen op rij telt de NBA zo meer dan honderd international players.

Een groot contrast met de eerste vier decennia van de Amerikaanse basketbalcompetitie, toen buitenlanders slechts kleine stipjes op het NBA-palet waren. Het ging veelal om Canadezen, om talenten uit het nabijgelegen Caribisch gebied, of om geboren Europeanen die in de VS/Canada opgroeiden. Zoals Hank Biasatti, die in 1946, het debuutjaar van de Basketbal Association of America (later omgedoopt tot NBA) de eerste ‘exoot’ was, bij de toenmalige Toronto Huskies. Of zoals de Nederlander Swen Nater, die op zijn negende al naar de VS verhuisde en in 1973 zijn opwachting maakte in de NBA.

De NBA is met haar programma’s nu al actief in 145 landen.

IJzeren Gordijn

Voor coaches en teameigenaars van de (toen weinig populaire/lucratieve) NBA lag de focus tot begin jaren tachtig vooral op overleven, niet op het scouten van (nochtans al zeer goede) spelers aan de andere kant van de oceaan. Pas in 1984 trok de allereerste in Europa opgeleide basketballer een NBA-shirt aan – in de Summer League dan nog: de Fransman Hervé Dubuisson. Verder raakte hij echter niet. Een ster werd de Nigeriaan Hakeem Olajuwon wél. Die werd datzelfde jaar als eerste gedraft, voor Sam Bowie én Michael Jordan. Al was ook hij geen ‘echte’ buitenlander, na zijn opleiding aan de Universiteit van Houston. Hetzelfde geldt voor die andere Afrikaan, de Soedanees Manute Bol. Die maakte eerst twee collegejaren door, in Bridgeport, voor hij in 1985 in de NBA debuteerde, al was hij met zijn 2,32 meter vooral een curiosum dat shots moest afblokken. Ook de West-Duitser Detlef Schrempf (Washington), de Nederlander Rik Smits (Marist) en de Congolees Dikembe Mutombo (Georgetown) bewandelden eerst het collegepad voor ze in 1986, 1988 en 1991 hun eerste NBA-contract tekenden.

Het kantelpunt kwam er in 1988, toen de Sovjet-Unie olympisch basketbalgoud won en de Atlanta Hawks een promotour maakten door Rusland. Zo werd de poort richting de VS voor Oost-Europese spelers opengezet, mede door het verdwijnen van het IJzeren Gordijn in 1989 en de daaropvolgende implosie van de Sovjet-Unie in 1991. In 1989 maakten de Kroaat Drazen Petrovic (die in 1993 zou omkomen bij een verkeersongeval), de Serviër Vlade Divac en de Litouwer Sarunas Marciulionis zo rechtstreeks de oversteek vanuit Europa.

(Lees verder onder de preview)

Dream Team

Nog significanter: de mondiale impact van het Dream Team tijdens en na de Olympische Spelen van 1992 in Barcelona, de eerste keer dat NBA-spelers op dat toneel mochten acteren. Met de misschien wel beste selectie ooit verzameld, inclusief supervedettes Michael Jordan, Magic Johnson en Larry Bird, die de populariteit van de NBA vanaf begin/midden jaren tachtig hadden opgetild in de VS. Het Dream Team was een meesterzet van toenmalig NBA-baas David Stern, die het gigantische potentieel van de NBA in de globale sportmarkt zag.

Met hun superieure basketbal inspireerden Jordan en co. een nieuwe generatie buitenlanders in de NBA. Die konden ook sportief hun stempel drukken, zoals Toni Kukoc bij de Chicago Bulls en Arvydas Sabonis bij de Portland Trailblazers. Steeds meer gingen ook NBA-teams scouten in Europa, om onontgonnen diamanten op te delven. In 1998 draftten de Sacramento Kings de Serviër Peja Stojakovic en haalden de Dallas Mavericks de Duitser Dirk Nowitzki binnen. In de VS volslagen onbekend, want spelend voor tweedeklasser Würzburg, maar na een aanpassingsperiode zou hij wel uitgroeien tot de succesvolste Europeaan ooit in de NBA.

In zijn spoor volgden in 2001 ook de Spanjaard Pau Gasol, de in Brugge geboren Fransman Tony Parker en de Argentijn Manu Ginóbili. Die laatste twee werden niet toevallig gedraft door de San Antonio Spurs, van coach Gregg Popovich, bekend om zijn letterlijk en figuurlijk grensverleggende aanpak. Met succes, want Parker en Ginóbili ontpopten zich naast Tim Duncan, afkomstig van de Amerikaanse Maagdeneilanden, tot de sleutelfiguren van de Spurs op weg naar vier NBA-titels. Zij, Nowitzki en Gasol (twee titels met de LA Lakers) maakten definitief een eind aan het cliché dat buitenlanders, vooral de Europeanen, te soft waren voor de NBA. Met hun teamspirit, leergierigheid, shotkwaliteiten en techniek (vaak beter opgeleid in Europa dan in Amerikaanse colleges, waar vooral het fysieke aspect benadrukt wordt) bleken zij een grote meerwaarde.

Minder succesvol met zijn team, maar minstens even belangrijk: de Chinees Yao Ming, in 2002 als eerste niet-Amerikaan/Afrikaan gedraft, door de Houston Rockets. De 2,29 meter lange center werd ondanks veel blessures een achtvoudige All-Star-speler en voor de NBA vooral een hefboom om de gigantische Aziatische markt open te breken. Het zou de league geen windeieren leggen, want NBA China groeide uit tot een business van vele honderden miljoenen dollars.

Talentenacademies

Voor de NBA was die mondialisering een van haar prioriteiten. Verschillende talentprojecten moesten dat bespoedigen. Zoals Basketball without Borders, basketbalkampen die, met ex-NBA-spelers als ambassadeurs, vanaf 2001 wereldwijd werden georganiseerd. Daaraan namen al 4000 jonge talenten uit ruim 130 landen deel. Ze plaveiden de weg voor intussen een honderdtal spelers die sinds 2001 gedraft werden of een NBA-contract tekenden. Een van de 41 actieve spelers met een Basketball without Bordersverleden: de huidige MVP Joël Embiid.

In 2016 richtte de NBA ook een Academy Program op. Permanente talentenacademies die in verschillende continenten werden opgezet, gesteund door nationale federaties: in India, China (gefocust op alleen die landen), Senegal, Mexico (met talenten uit heel Afrika en Centraal/Zuid-Amerika) en Australië (met een Global Academy voor spelers van overal ter wereld). Teams van die academies spelen ook geregeld toernooien in de VS, zoals in de G League Showcase, zodat ze NBA-teams makkelijker in het oog springen.

Joel Embiid. De Kameroener is de Most Valuable Player van 2023.
Joel Embiid. De Kameroener is de Most Valuable Player van 2023. © getty

In 2021 ging de NBA nog een stap verder, met de lancering van de Basketball Africa League, in samenwerking met wereldbasketbalbond FIBA. Jonge talenten uit teams van twaalf Afrikaanse landen nemen het er tegen elkaar op, om zich in de kijker te spelen bij de talrijke NBA-scouts. Met zijn Junior en Basketball School Program mikt de NBA zelfs op een nog jongere leeftijd: 10- tot 14-jarigen. Sinds 2018 wordt in de VS jaarlijks een Jr. NBA Global Championship georganiseerd, een toernooi waaraan zo’n 350 13/14-jarigen uit een veertigtal landen deelnemen.

De NBA heeft intussen kantoren in zeventien landen en is met al haar programma’s actief in 145 landen. De International Basketball Operations-afdeling van de NBA wil op termijn uitbreiden tot 170. Uiteraard speelt het financiële aspect daarin een belangrijke rol: het buitenlandse luik van de NBA is al goed voor 10 procent van de totale omzet, vorig seizoen ruim 10 miljard dollar. Dat moet ook tot meer investeringen in de NBA zelf leiden, zeker nu buitenlandse vermogensfonds sinds eind 2022 een minderheidsparticipatie in een NBA-team kunnen kopen.

NBA Global Games

Via al die initiatieven moet het aantal international players in de NBA de komende jaren verder groeien. Geïnspireerd door de voorbeelden van Joel Embiid, Nikola Jokic, Giannis Antetokounmpo, die zelf van de NBA begonnen te dromen door de prestaties van Dirk Nowitzki en co. En bewezen dat je ook als niet-‘top prospect’ een NBA-sterspeler kunt worden, door keihard te werken en geduld te oefenen: Antetokounmpo werd slechts als 15e gedraft in 2013, Jokic pas als 41e, in 2014. De Griek is zelfs hét voorbeeld en uithangbord van de globalisering van de NBA: als zoon van Nigeriaanse immigranten die opgroeide in de straten van Athene en als kind in de schaduw van de Akropolis prullaria verkocht, tot tweevoudig MVP en NBA-kampioen, in 2021.

Geen toeval dus dat de NBA de Bucks van Antetokounmpo al eerder, in januari 2020, uitkoos om de allereerste reguliere seizoensmatch op het Europese vasteland te spelen, in Parijs. Want ook dat is de NBA: niet alleen de grootste talenten naar de VS halen, maar hen ook via de NBA Global Games voor duizenden Aziatische, Europese en Centraal/Zuid-Amerikaanse basketballiefhebbers laten spelen. In het jongste preseason speelden Dallas en Minnesota oefenmatchen in Abu Dhabi, en in het huidige reguliere seizoen zijn er weer matchen gepland in Mexico City en in Parijs.

Ook hier is het doel de fanbasis te vergroten, ondersteund door de immense marketingmachine van de NBA die David Stern al eind de jaren tachtig in gang zette. Die promootte niet de teams, maar de sterren – vooral Michael Jordan, die met zijn charisma en buitenaardse spel de poort naar de rest van de wereld helemaal opende. Zoals in die tijd miljoenen jonge basketbalspelers overal ter wereld een Be Like Mike-droom hadden, zo zijn er nu een veelvoud die de nieuwe Giannis, Joel of Nikola willen zijn. Of binnen enkele jaren de nieuwe Victor Wembanyama. De Fransman werd in juni als twaalfde niet-Amerikaan de nummer één-keuze in de NBA-draft en is de meest gehypete nieuwkomer sinds LeBron James in 2003. Daar werkte de NBA zelf aan mee door vorig seizoen alle matchen van Wembanyama met de Metropolitans 92 in de Franse Ligue National de Basket gratis te streamen.

De NBA begreep al vroeg dat je pas in de hele wereld populair kunt worden als fans ook effectief de spelers aan het werk kunnen zien. Niet alleen door matchen uit te zenden (onder meer via NBA TV in intussen 214 landen), maar door hen ook te lokken via sociale media, met gratis highlights en andere interessante content. Niet toevallig woont 70 procent van de volgers van de NBA-accounts buiten de Verenigde Staten. Hoewel de NBA binnen de Amerikaanse landsgrenzen nog altijd moet onderdoen voor grote broer NFL (American football), is haar internationale reikwijdte zo veel breder. Of hoe de N(ational) B(asketball) A(ssociation) op alle vlakken de G(lobal) B(asketball) A(ssociation) is geworden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content