Straks neemt Zimbabwe voor de tweede opeenvolgende keer deel aan de Afrikaanse landenbeker. Marc Mertens werkte er een jaar als technisch directeur met de nationale ploeg.

Tegenwoordig leeft Marc Mertens zich uit als trainer van FC Zelzate in de subtop van derde provinciale Oost-Vlaanderen. Vorig jaar combineerde de ex-prof van Lierse en Waregem die functie met het runnen van zijn videozaken én het technisch directeurschap bij de nationale ploeg van Zimbabwe. Mertens beleefde er na een kort verblijf bij een Zimbabwaanse eersteklasser een deel van de WK-kwalificatieronde. Na de zware thuisnederlaag tegen Nigeria (0-3) maakte de voetbalbond schoon schip met de bestaande technische omkadering van de nationale ploeg en gaf de kans aan Mertens en een nieuwe bondscoach.

Zimbabwe haalde de WK-eindronde niet, groepsfavoriet Nigeria evenmin. Angola wel. Mertens was niet onder de indruk van de kracht van Angola. “Die zijn zeker niet beter dan wij en al evenmin als Zimbabwe klaar voor een WK. De verrassing is dat Nigeria zich niet plaatste. Dat hebben ze enkel aan zichzelf te wijten.” Zimbabwe neemt in januari wel voor de tweede (opeenvolgende) keer deel aan de Afrikaanse landenbeker, in Egypte, waar het straks Ghana, Senegal en Nigeria moet bekampen. Tenzij hij in extremis een nieuw voorstel krijgt, zal Mertens er niet bij zijn.

Anderhalf jaar geleden werd hij aangeklampt door manager Gino Laureyssen, die voorstelde naar Afrika te gaan om een project op te zetten, eventueel een voetbalschool uit te bouwen. Toen Laureyssen op een voetbalbeurs in Cannes in contact kwam met iemand uit het Zimbabwaanse voetbal, was de bestemming bekend. Zimbabwe staat momenteel 52ste op de Fifaranglijst, kort achter België (49), Togo (50) en Ghana (52).

Mertens kwam niet met een kater terug. Nog glinsteren zijn ogen wanneer hij verhalen uit het dagelijkse leven vertelt : hoe ze na een restaurantbezoek Taxi Rikkie belden, bij diens aankomst vaststelden hoe Rikkie met de draden onder het dashboard het contact aan kreeg, waarop ze halfweg gevraagd werden even uit te stappen om de taxi een helling op te duwen.

Mertens besefte evenwel ook dat hij terechtkwam in een veelbesproken land dat in een paar decennia afgleed van een veelbelovende nieuwe Afrikaans natie naar een economie die helemaal instortte en waar raciale spanningen bestaan. De stroom toeristen die voor extra inkomsten zorgde, verhuisde naar het naburige Botswana en Zambia. Mertens zag er niet één blanke voetballer in eerste klasse meer. “Wel een blonde Belg die voor zijn job naar daar verhuisd was en er probleemloos een paar jaar bij een plaatselijke tweedeklasser voetbalde. Ik weet dat blanken het land ontvluchten. Zelf merkte ik weinig van spanningen. Hoewel wij er geregeld in de media kwamen, werden we niet lastiggevallen. In de hoofdstad Harare is ook alles te koop wat je hier kan krijgen. Maar je hoeft niet ver buiten het centrum te gaan om te zien dat vanaf de buitenwijken van Harare de toestand minder rooskleurig is.”

Niet betaald

Mertens leefde niet onafgebroken in het land, hij reisde de hele tijd op en neer. Ook dat had met de economische toestand in Zimbabwe te maken. “Zodra je daar over geld gaat praten, beginnen ze te zuchten. Er is geen geld, ook niet in het voetbal. Aanvankelijk was het wel de bedoeling om samen met mijn vrouw naar daar te verhuizen, maar om familiale redenen werd dat moeilijk. Mijn zoon is zestien, die kon wel terecht in de Britse school, maar hij zag dat niet zo zitten.

“Het had ook te maken met de financiële mogelijkheden ginder. Die zijn er namelijk niet. Daarom hebben alle clubs er ook een trainer uit eigen land. Ook voor de nationale ploeg geldt dat. In het verleden was er een Duitse bondscoach waar ze heel tevreden over waren, maar er was geen geld om zijn opvolger ook uit het buitenland te halen. Vorig jaar was de voetbalbond failliet. Auto’s, gsm’s, computers, tafels en stoelen : alles werd uit de kantoren gehaald om per opbod te verkopen. Uiteindelijk is met de steun van de Fifa alles gerecupereerd. Maar de bondsvoorzitter wordt niet betaald, die runt twee zaken en runt de bond in zijn vrije tijd, de ondervoorzitter werkt bij een elektriciteitsmaatschappij.

“Daarom maakten we de afspraak dat we het een jaar zouden proberen zonder bezoldiging : zij betaalden de vliegtickets, het verblijf en het eten. Mijn inkomsten haalde ik uit mijn videozaken in het Gentse. De afspraak was dat we het een jaar op die manier zouden bekijken en dan evalueren. Uiteindelijk is het contact verwaterd. Plots hoorde ik niets meer van hen, nadat ik de bondsvoorzitter en de bondscoach bij mij thuis uitnodigde. In mei is de samenwerking stopgezet. Toen heb ik de bondscoach opgebeld om hem te zeggen dat hij, als hij dat beter vond, maar alleen moest doorgaan. Ik voelde een gebrek aan respect. Als je ook al niet betaald wordt, is een beetje respect het enige wat ik verwachtte.”

Aanvankelijk vertrokken Mertens en Laureyssen voor drie weken prospectie met de bedoeling ginder een voetbalschool op te richten. “We woonden een paar wedstrijden bij in het nationale stadion, telkens afgeladen vol met 65.000 kijkers. Op het einde van die reis ontmoetten we de voorzitter en eigenaar van een van de vooraanstaande eersteklassers, CAPS United. De coach van de CAPS, Charles Mhlauri, was amper 35, had in Duitsland een diploma behaald, lag heel goed bij zijn spelers en trainde niet-Afrikaans : hij hamerde op structuur, bij hem was de ploeg belangrijker dan het individu. Ongeveer zeven maanden werkten we bij CAPS samen. Na die zeven maanden kregen we een voorstel van de voetbalbond om ook met de nationale ploeg samen te werken.

“Op dat moment was de bondscoach een Zimbabwaan, Rahman Gumbo. In die periode speelden we met Zimbabwe tegen Algerije, toen nog gecoacht door Robert Waseige. Discipline onder de spelers was er niet, ook de coach was verre van gedisciplineerd. Om kwart over zeven was de wedstrijdbespreking gepland voor die WK-kwalificatiematch. Om acht uur kwamen er nog spelers binnengesijpeld. In de lobby van het hotel krioelde het van het volk, vrienden, familie, vriendinnetjes. Die spelers waren de dag voor de wedstrijd met alles bezig behalve de match zelf. Ik waarschuwde een van die spelers die drie kwartier te laat was dat wanneer hij tegen Algerije op het veld in een duel tien seconden te laat zou komen, dat fatale gevolgen kon hebben. Net die man ging op het veld in de fout. Na de match vroegen mensen van de bond mijn mening. Ik voegde eraan toe dat ik enkel wilde doorgaan als die coach eruit ging. Als opvolger zag ik maar één man : Charles Mhlauri van CAPS United. Dat kon. In september 2004 gingen we aan de slag. Toen leidden we een match of drie de nationale ploeg.”

Mistoestanden

De eerstvolgende interland was de WK-kwalificatiematch in Angola. “De reis en discipline verliepen goed, het spelniveau was goed, op het veld stond een ploeg die er iets van wilde maken, zonder de betere buitenlanders. Vervolgens wonnen we thuis tegen Angola en Rwanda, maar toen was Zimbabwe eigenlijk al uitgeschakeld.”

De Warriors uit Zimbabwe stoelen op een mix van spelers die nog in Afrika spelen en profs die in het buitenland voetballen. “De beste speler is spits Benjamin Mwaruwari, die voor Auxerre uitkomt. De helft van de selectie voetbalt in Zuid-Afrika, nog een paar jongens in de eigen competitie. Die pikken het niveau steeds beter op. Vroeger zaten ze met de handen in het haar als één of twee profs uit Europa niet konden meedoen. Nu kunnen spelers uit de eigen competitie dat af en toe compenseren. Dat betekent dat er talent is. Dat moet ook, want de bond heeft geen geld om voor elke interland vliegtuigtickets voor de profs uit Europa te betalen. Alleen voor de belangrijkste interlands kan dat. De andere werkt men af met lokale spelers.”

Mertens zag een voetballand in beweging, nu eens een stap vooruit, dan weer een achteruit. Voor zijn komst was de neef van president Robert Mugabe, Leo Mugabe, bondsvoorzitter. Mertens zucht. “De mensen die ginder hoge functies bekleden, zorgen eerst dat hun eigen zakken gevuld zijn, pas daarna denken ze aan de rest. Via de Fifa kwam er wel geld binnen voor het voetbal, maar ik betwijfel of dat geld ooit bij de bestemmelingen raakte.

“Er zijn mistoestanden. Anders vraagt een aantal spelers van CAPS United op tournee in Engeland geen politiek asiel aan. Er was ook ophef toen in een krant onthuld werd dat jarenlang geknoeid werd met de leeftijden van jeugdinternationals die jonger gemaakt werden en daartoe soms de naam van hun broer of zus moesten aannemen. Daar proberen ze nu wel zelf wat aan te doen, want uiteindelijk is dat op termijn nefast.”

Het voorbeeld in de regio is de profcompetitie in Zuid-Afrika, die als een magneet werkt op spelers uit de omliggende landen. “De betere spelers kunnen daar een veelvoud verdienen van wat ze in eigen land krijgen. De meeste clubs kunnen nauwelijks toegangsgeld vragen voor wedstrijden, de mensen hebben geen geld. Maar ook CAPS United had alleen maar profs die twee keer per dag trainden. Ik moet zeggen : in een vrij stevig regime. Als er geen training was, stuurde ik die jongens op vrije dagen de fitnesszaal in.

“Natuurlijk moet je je aanpassen aan dingen die vastgeroest zijn. Als de training begint om negen uur en de spelers komen een kwartier te laat, vinden ze dat ze lekker op tijd zijn. Als je ze aanpakt omdat ze niet opdaagden voor een afspraak, zeggen ze : ja, maar we hadden nog een afspraak die ook belangrijk was ! Dat vinden ze dus niet erg. Tot je hen hetzelfde lapt. Dat vinden ze minder fijn, dan schrikken ze wel.” l

GEERT FOUTRé

‘alleen voor belangrijke interlands kan de bond de beste profs laten overkomen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content