Pierre Bilic

De naam van Oguchi Onyewu raakt in Europa steeds bekender, maar voorlopig telt voor de Amerikaan alleen Standard.

Tegen Celta de Vigo kon Standard in de UEFA Cup geen vervolg breien aan het eerste competitiesucces. Het middenveld kon geen vuist maken en het Spaanse team stelde met genoegen vast dat alleen Milan Jovanovic voorin voor dreiging moest zorgen. Het was als het ware een vrijgeleide om vooral op de helft van de Rouches te bivakkeren. Hoewel in voetbal altijd alles mogelijk is, zullen Michel Preud’homme en zijn jongens in de terugwedstrijd toch uit een ander vaatje moeten tappen om nog een kans op kwalificatie te maken. Om achteraan de nul te houden rekent hij alvast op de imposante gestalte (1,92 m, 90 kilogram) van Oguchi Onyewu. De 24-jarige Amerikaan van Nigeriaanse afkomst blijft vooralsnog immers één van de steunpilaren van de Rouches.

Eigen wapens

Hoe kijk je terug op de wedstrijd tegen Celta de Vigo ?

Oguchi Onyewu : “Celta de Vigo is een niet te onderschatten team. De Spaanse Liga is immers één van de beste competities ter wereld en een ploeg die daarin een kwalificatie voor de UEFA Cup kan afdwingen, kan de nodige adelbrieven voorleggen. We hebben er alles aan gedaan om daartegen in te gaan met onze eigen wapens : een goede organisatie en veel inzet. Eigenlijk is ons dat ook goed gelukt, want Olivier Renard kreeg weinig werk op te knappen. We hebben erg weinig weggegeven. Maar van het enige gaatje dat de Spanjaarden konden vinden, hebben ze op een dodelijk efficiënte manier gebruikgemaakt. Op zich is de score voor ons negatief. Toch denk ik dat we de bevestiging hebben gebracht dat we er weer aan het doorkomen zijn. Op training zie ik duidelijk dat we op de goede weg zijn. De tijd speelt ook in ons voordeel. In Spanje zal misschien nog niet alles perfect zijn, maar we mogen volgens ons niet bang zijn om de offensieve kaart te trekken. Zo slecht als het allemaal wordt voorgesteld, is het bij ons niet. Iedereen is het erover eens dat het ons maar aan een klein beetje geluk heeft ontbroken om Steaua Boekarest uit te schakelen.”

Wat is er eigenlijk in de rust in de kleedkamer in Boekarest gebeurd ? Heeft Boskamp je daar door elkaar geschud ? Waarom zou hij na de uitschakeling hebben verklaard : “Het is Onyewu of ik.” Daarna is hij snel vertrokken …

“Ach, waarom wordt dat allemaal zo opgeblazen ? We waren het gewoon niet eens over iets en hebben daar allebei onze mening over gezegd. Boskamp heeft me dus niet bij de kraag gevat en aan de kapstok gehangen. Maar toen ik las dat hij zou gezegd hebben dat het hij of ik was, was ik wel geschrokken. Blijkbaar raakte ik betrokken in een polemiek waar ik eigenlijk geen uitstaans mee had. Daarom verklaarde ik achteraf dat hij twee gezichten heeft. Ik wist echt niet dat hij problemen met me had, want in mijn gezicht heeft hij me nooit iets gezegd. Los daarvan vond ik wel dat hij goed werk heeft geleverd. Hij had alleen tijd te kort. Toen ik van het WK op Sclessin terugkeerde, kende ik er bijna niemand meer. Het duurt natuurlijk enige tijd eer zo’n nieuwe groep op elkaar ingespeeld raakt.”

Nog even terug naar het WK in Duitsland. Wat betekende het grote voetbalfeest voor jou ?

“Het was leuk om erbij te zijn en frustrerend om zo snel naar huis te moeten. In de Amerikaanse nationale ploeg zitten spelers die bij sterke Europese clubs spelen. Maar dat heeft zich niet in resultaten vertaald. We leden een zware nederlaag tegen Tsjechië hoewel we toen niet zoveel onderlagen. Tegen Italië verdienden we eigenlijk de zege. Ondanks de slechte resultaten vond ik mijn campagne persoonlijk toch geslaagd.”

Is dat een beetje als een revanche op Metz, je eerste Europese club, waar je eigenlijk nooit echt van de grond bent gekomen ?

“Helemaal niet. Iedereen legt immers zijn eigen parcours af. Albert Cartier had me in 2002 gehaald en ik ben hem daar nog steeds dankbaar voor. Maar toen ik Frankrijk aankwam, was Metz gedegradeerd en was de coach al opgevolgd door Jean Fernandez, die nadien naar Marseille terugkeerde. Die rekende echter niet op mij, temeer omdat ik zes maanden nodig had om al mijn administratieve paperassen te regelen. In januari 2003 was ik eindelijk speelgerechtigd en dan heb ik zes maanden meegetraind zonder één match te spelen. Metz raadde me aan een ploeg te zoeken waar ik speelgelegenheid zou krijgen en zo ben ik bij La Louvière beland.”

Onwetendheid

Vorig seizoen kreeg je te maken met racisme en geweld …

“Vorig seizoen gebeurde er meer dan tot dan toe in mijn hele carrière : rode kaarten, de houding van supporters in Brugge, in Roeselare kreeg ik een klap van een toeschouwer … Racisme is volgens mij een teken van onwetendheid. Met mijn Iraanse vriendin ging ik naar Brugge-Anderlecht kijken, vooral om nog eens mijn ex-ploegmaats, Klukowski en Ishiaku, aan het werk te zien. Na de wedstrijd begonnen sommige Brugse supporters me uit te schelden en daarna hebben ze mijn wagen beschadigd. Echt jammer dat mensen zo laag kunnen vallen. En toen die man me bij een inworp in de wedstrijd op Roeselare op mijn gezicht sloeg, heb ik bijzonder hard op de tanden moeten bijten om het recht niet in eigen handen te nemen.”

Pakt Michel Preud’homme het echt helemaal anders aan dan Boskamp ?

“Hij weet heel goed hoe het er in het voetbal op het hoogste niveau aan toegaat. Het is aan de ene kant bizar dat de technisch directeur trainer wordt, maar aan de andere kant is het logisch. Hij hoeft geen tijd meer te verliezen met een kennismakingsronde die elke andere trainer wel nodig zou hebben gehad. Hij kent de spelers die hij zelf heeft helpen kiezen. Of hij het anders aanpakt ? Eigenlijk kan ik niet zo goed vergelijken, want onder Boskamp was ik verschillende weken gekwetst. Preud’homme is in ieder geval heel listig en leert ons bij elke training nieuwe trucjes.”

PIERRE BILIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content