ALS SPORTIEF ADVISEUR VAN BERGEN SINDS 2009 HEEFT DIMITRI MBUYU FLINK BIJGEDRAGEN AAN DE OPGANG VAN ZIJN CLUB DIE HET BESTE SEIZOEN UIT HAAR GESCHIEDENIS BELEEFT. DE EX-SPITS VAN LOKEREN, STANDARD EN CLUB BRUGGE BEREIDT NU DISCREET HET VOLGENDE SEIZOEN VOOR. MET WELKE AMBITIE?
De tijd van de pot Nutella, met de gemediatiseerde rel tussen Sergio Brio en Olivier Suray, ligt ver achter ons. Hoe heb jij het schip dit jaar in rustige wateren weten te houden?
Dimitri Mbuyu: “Heel eenvoudig: zoals ik dat al vier jaar doe. De zaken zijn duidelijk en er is een blind vertrouwen tussen voorzitter Dominique Leone, die ik vaak maar één keer per week hoor of zie, algemeen directeur Alain Lommers en mezelf. Iedereen brengt zijn eigen competenties in, ik doe het sportieve luik. Die interne rust is een van de hoekstenen van de club, maar het belangrijkste blijft natuurlijk de realiteit van het voetbalveld, de progressie van de ploeg. Die hebben we te danken aan Enzo Scifo en heel de technische staf: GeertBroeckaert, Stéphane Demets, Francky Vandendriessche en Bruno Leclerq. Ik ben onder de indruk van Enzo, als trainer en coach maar ook als leider en als mens. Hij is duidelijk, rechtuit, positief… Het was belangrijk voor ons om het contract van Enzo te verlengen, het is een nieuw teken van stabiliteit. In 2015 wordt hij allicht het hof gemaakt door grotere ploegen.”
Hij moest enkele fameuze problemen het hoofd bieden, zoals het vertrek van Benjamin Nicaise, Matumona Zola, Maël Lépicier en vooral Jérémy Perbet. Dat is niet niks.
“Zeker weten. Nicaise zijn verhaal was hier ten einde, hij zat met andere dingen dan voetbal in zijn hoofd en het was best dat we als vrienden uit elkaar gingen. Lépicier koos voor speelminuten bij Beerschot. Over het spel en de ingesteldheid van Zola waren we tevreden, het is een artiest en een gentleman. Maar Zola had nog geen basis kunnen leggen voor zijn verdere toekomst en het aanbod van het Angolese Primeiro de Agusto kwam op het goede moment: we hadden snel begrepen dat het financieel erg belangrijk was voor zijn leven na het voetbal. Voor ik groen licht gaf, heb ik alle voorzorgen genomen dat Zola zich bij zijn nieuwe club geen zorgen hoeft te maken. En wat Perbet betreft: in januari zei hij me dat als er geen goed bod kwam en ook in de zomer niet, hij zijn carrière zou afronden bij Bergen.”
Werkelijk?
“Een paar dagen later meldde Villarreal zich… Er was wat interesse van Standard, maar ik heb nooit begrepen waarom er geen Belgische club echt moeite gedaan heeft om zo’n uitgesproken goalgetter aan te trekken. Hij leed echt onder dat gebrek aan erkenning. Daardoor heeft hij zich ook weleens bitter uitgelaten over ons, maar de club heeft hem dan opnieuw in de armen gesloten, de voorzitter heeft zijn contract verlengd en Scifo heeft hem weer op het goede spoor gezet. Bij Villarreal, in de Spaanse tweede klasse, scoort Jérémy nu geregeld, hij gaat goed om met de druk. Als Villarreal promoveert, lichten ze de aankoopoptie (en krijgt Bergen 1,8 miljoen euro boven op de leensom van 600.000 euro, nvdr).”
Zijn vertrek heeft de weg vrijgemaakt voor nieuwkomers…
“Ja, dat is een manier om de toekomst voor te bereiden. Met wat meer maturiteit en kalmte in bepaalde omstandigheden hadden we die enkele puntjes meer kunnen halen die ons scheidden van play-off 1. Bij aanvang van de reguliere competitie was het de bedoeling om tussen plaatsen acht en tien te eindigen. We kwamen heel dicht bij een heuse stunt, maar men weet nu dat Bergen meetelt en in die optiek spelen we ook play-off 2. Shlomi Arbeitman brengt ons veel bij, dat is echt opvallend. Hij is een waardige opvolger van Perbet – we hebben een aankoopoptie. Vusumuzi Nyoni en Brice Ntambwe zijn op de goede weg en de bijdrage van Grégory Lorenzi mag er ook wezen. Er komen nog gerichte aankopen. Tom Van Imschoot, de chouchou van het publiek, laten we gaan, maar hij zal een club vinden, daar ben ik zeker van.”
En hoe zit het met het stadion?
“Ik hoop dat het in 2015 klaar is. We mogen niet te lang dralen: de club verdient een afgewerkt stadion, dat is ook nodig om ons budget te verhogen. We kunnen niet elk seizoen mirakels blijven verrichten tegen ploegen met veel meer financiële armslag dan wij.”
DOOR PIERRE BILIC
