Johan Leman

‘Na vrijlating Olivier Vandecasteele: we mogen verwachten dat iedereen nu zwijgt’

Johan Leman Antropoloog, voorzitter Foyer vzw, em. Prof. KU Leuven

‘Ik vermoed dat iedereen blij is met de vrijlating van Olivier Vandecasteele. Laten we het daarbij houden’, schrijft Johan Leman. Hij roept het belang van discretie in zo’n zaken in herinnering, en hoopt dat alle betrokkenen er nu het zwijgen toe doen, met het oog op vergelijkbare situaties in de toekomst.

Elk mensenleven verdient het om beschermd te worden. Dit is een kwestie van persoonlijke ethiek. In die zin is iedereen verheugd dat Olivier Vandecasteele. vrijgekomen is. In zijn geval kwam daar echter een vraagstuk van politieke moraal bovenop.

Het probleem was dat twee tegengestelde posities politiek verdedigbaar waren. Wie tegen de vrijlating via ruil gekant was, kon terecht inroepen dat men niet mag toegeven aan chantage en dat men door een ruil aan te gaan met een potentiële massamoordenaar een precedent creëerde voor de huidige politieke leiders in Iran om op de ingeslagen weg verder te gaan, en opnieuw mensen te gijzelen. Wie voor de vrijlating was, al moest dit via een ruil verlopen met zo’n potentiële moordenaar, kon even terecht inroepen dat door de ruil belet werd dat het risico bestond dat opnieuw mensen zouden gegijzeld worden om de potentiële massamoordenaar vrij te krijgen. Ook kon men inroepen dat de eerste tak van een Staat erin bestaat om zijn eigen onschuldige burgers te beschermen, ook al pleegden ze een daad van onbezonnenheid (wat nog altijd geen misdrijf is).

De Belgische overheid gaf prioriteit aan het verdedigen van een onschuldige medeburger. Ik vind dit, in de gegeven omstandigheden, het beste van de mogelijke standpunten die de Belgische Staat kon innemen, al geef ik toe dat dit voor kritiek vatbaar is. Politieke en individuele moraal laten zich hier verzoenen. Dat is meegenomen.

Maar wat men nadien in zo’n situatie mag verwachten, me dunkt, is dat betrokkene, na iedereen gedankt te hebben, er verder het zwijgen toe doet. En dat de beleidvoerders, na hun standpunt toegelicht te hebben, er ook maximaal het zwijgen toe doen.  

Hiervoor zijn redenen te over: er is het begrip dat men moet hebben voor wie het tegengestelde standpunt verdedigd heeft en daar ook rechtmatige argumenten voor heeft, maar vooral: er kunnen zich voorspelbaar vergelijkbare situaties voordoen in de toekomst. Die zullen dan op hun beurt tactvol onderhandelen vergen. Zoiets vraagt discretie, wil men daarbij succesvol  zijn.

Ik vermoed dat iedereen blij is met de vrijlating. Laten we het daarbij houden, in het belang vooral van een voorspoedige oplossing ook in de toekomst voor soortgelijke toestanden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content