Kjell Clarysse

‘Jobzekerheid? Ga er best vanuit dat alles komt en gaat’

Kjell Clarysse Fellow bij Itinera Institute

‘In een wereld waar de innovatiecycli sneller gaan dan ons aanpassingsvermogen is het geen goede strategie om wat nieuw is als het probleem te zien’, schrijft Kjell Clarysse van Itinera. ‘In een innovatieve wereld dekt een term als ‘”jobzekerheid”  de lading niet meer.’ Deze bijdrage maakt deel uit van  de zomerreeks De Doordenkers van Knack.be: Loon naar Werken.

‘Loon naar werken’ is een tijdsgebonden begrip. Een generatie geleden ging de wereld reeds snel, maar voor heel wat mensen was het toen nog haalbaar om een hele carrière te werken volgens het veld waarin men afstudeerde of waarin men een stiel aanleerde.

Vandaag ligt het tempo van innovatie zo hoog dat we niet meer op een generatie moeten kijken, maar op een decennium, en in sommige sectoren is zelfs vijf jaar al lang. Het tempo van verandering gaat meer en meer onze aanpassingscapaciteit voorbij.

Het valt mij op dat heel wat werkende mensen nog met een klassieke bril naar innovatie kijken. Innovatie is die tijdelijke periode waarin we ons moeten aanpassen en dan zijn we weer een paar jaar op ons gemak. Mij lijkt het dat die tijden voorbij zijn. Innovatie gaat zo snel dat het een constante is geworden. En het zal nog sneller gaan. Dell publiceerde in 2018 een rapport met prognoses naar 2030. Twee cijfers steken daar bovenuit: 56% van de geïnterviewde global business leaders geeft aan dat scholen meer moeten aanleren hoe te leren in plaats van harde kennis bij te brengen. Daarnaast wordt ook de prognose gemaakt dat slechts 15% van de jobs in 2018 nog zullen bestaan in 2030. Je hebt dan twee opties. Zorgen dat je blijvend op de rit van vernieuwing zit, of vernieuwing zelf proberen tegen te houden.

Wat vertelt deze realiteit ons over de verhouding tussen loon en werken? Afhankelijk van wie je het vraagt, krijg je verschillende meningen rond de betekenis van het woord werken. Voor sommige mensen betekent dit taken uitvoeren en uren kloppen. Voor anderen is het problemen oplossen. Voor nog anderen is het bijna een spel van strategisch bouwen aan de carrière. Als we even loskoppelen van de werknemers en werkgevers als individuen, dan kunnen we stellen dat organisaties voortdurend problemen willen opgelost zien. Dat is de essentie van werk. Dat gaat van repetitieve arbeid zoals bandwerk en machines besturen, tot volle magazijnen herschikken, maar ook marketingcampagnes uitdenken en het maken van strategische keuzes voor het bedrijf. Uit die behoefte tot voortdurende probleemoplossing worden jobs afgeleid. Veranderende jobs zijn dus niet het probleem. De job zelf bestaat om een probleem mee op te lossen.

Ook omtrent de invulling van loon lopen meningen uiteen. Uiteraard gaat dit over geld, maar ook de component zekerheid speelt een grote rol voor het gros van de bevolking. Voor werkgevers geldt hetzelfde. Die willen mensen die niet weglopen. Laat ons even inzoomen op die zekerheid. Organisaties willen dus voortdurend problemen oplossen, de onophoudelijk snel veranderende context komt met steeds nieuwe problemen en dus een gebrek aan zekerheid, terwijl dat nu net een waardevolle pasmunt is voor heel wat werknemers.

Dan kunnen we stellen dat de term ‘jobzekerheid’ niet meer de lading dekt. In een wereld die verandert aan een steeds hoger tempo wil je eigenlijk tewerkstellingszekerheid. Wie jobzekerheid belooft of eist, moet zich meer dan ooit bewust zijn van de opportuniteitskost van niet eerder op een nieuwe standaard in te werken.

(Lees verder hieronder.)

Zelfs de beroepen die zonder menselijke interventie onmogelijk lijken worden op de korrel genomen door technologie. Neem bijvoorbeeld chirurgie. Steeds meer AI-toepassingen interpreteren X-ray beelden met hoge accuraatheid, maar ik verbaasde me er zelf over toen vorig jaar voor het eerst een volledig robotisch gestuurde operatie werd uitgevoerd bij een varken (dus geen persoon die een robot bestuurt, maar een robot die zichzelf aanstuurt). Ik geloof nu niet dat we op 5 jaar tijd geen chirurgen meer zullen hebben, maar ik zie wel dat ook die beroepsklasse in het onzekere wordt geduwd. Accountants hebben vandaag een beroep dat radicaal anders wordt ingevuld dan 20 jaar geleden. Wie uit drang naar zekerheid krampachtig heeft vastgehouden aan de métier van toen, is in veel gevallen irrelevant geworden mettertijd. Die evolutie ging nog net langzaam genoeg om er als persoon nog tot het eind van de carrière mee weg te komen. Maar innovatie gaat steeds sneller, zo snel zelfs dat het ons aanpassingsvermogen op de proef stelt.

Ga er – voor de zekerheid – dus best van uit dat alles komt en gaat. Sommige sectoren zullen sneller innoveren dan anderen. Maar carrières duren 40 jaar. Iedereen zijn job en zelfs expertiseveld is onzeker op die horizon. Wie zekerheid wil, zal dat alleen kunnen bekomen door een niet aflatende nieuwsgierigheid naar wat de volgende grote omwenteling wordt in de sector en daar vooral niet schuw van te zijn. Het leuke aan innovatie is dat je er meestal snel een competitief voordeel kunt uit halen, want in elk nieuw veld zijn weinigen je voor.

Ik hoor mensen vaak zeggen dat ze recht hebben op een bepaalde job, en ik begrijp dat, maar daar zit deels een denkfout in. Wat men echt wil is inkomenszekerheid over een zeer lange termijn. Het is die wens die zich manifesteert in de drang naar carrière-zekerheid of nog nauwer dus in jobzekerheid. Grote bedrijven worstelen ontzettend met die focus. Een van de belangrijke redenen voor bedrijven om innovatiegolven te missen is net dat er onder het personeel op job-niveau protectionisme kan heersen met een poging om het status quo te behouden. Jobs zijn tijdelijk van aard, maar problemen heeft een organisatie altijd. Wie zich oriënteert op die steeds nieuwe problemen, heeft de hoogste kans op carrière-zekerheid.

Als een hele sector door een omwenteling gaat, sta je veel sterker binnen een bedrijf dat jouw job tijdig als overbodig beschouwt maar wel in jou investeert om opnieuw relevant te blijven dan omgekeerd. Het houdt ook je kansen open op de jobmarkt, wat op zich net een reden kan zijn om te blijven. In het tweede geval is het meer een kwestie van wanneer je samen kopje onder gaat. We zien immers niet gewoon bedrijven verdwijnen, maar hele sectoren en métiers. Bedrijven hebben er natuurlijk zelf hun verantwoordelijkheid bij om mensen een omgeving te bieden waarin voldoende vertrouwen heerst om specifieke jobs los durven te laten.

Als ik over dit thema spreek met mensen uit mijn omgeving, dan merk ik vooral angst. Dit geldt zowel voor werknemers als voor bedrijven. In een wereld waar de innovatiecycli sneller gaan dan ons aanpassingsvermogen is het geen goede strategie om wat nieuw is als het probleem te zien. Het probleem zit bij de verwachting dat er nog lange rustperiodes tussendoor zullen zijn. Het probleem zit ook bij het idee dat mensen het recht zouden hebben om zich niet meer te moeten aanpassen eenmaal ze een bepaald diploma hebben behaald of lang genoeg op een carrièrepad hebben gebouwd.

Laat een zekere toekomst nu net te vinden zijn in het voortdurend tegemoet lopen van het onzekere what’s next. Wie daar vooroploopt heeft de hoogste kans om relevant te blijven. Zowel voor werknemers als werkgevers zal dat lonen.

Kjell Clarysse is Itinera fellow sinds 2017 en werkt al 12 jaar op de as van innovatie en bedrijfsvoering, oa op corporate spin-offs binnen Start it X voor beursgenoteerde bedrijven als Agfa, Barco, KBC. Hij richtte twee jaar geleden climate-finance bedrijf Forestbase op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content