Turkije vormde voor de Duitse kanselier Friedrich Merz (CDU) volgens zijn christendemocratische partijgenoten tot voor kort een ‘blackbox’. De grote onbekende. Des te opmerkelijker is het dat zijn eerste buitenlandse reis buiten de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten van Amerika afgelopen donderdag het land aan de Bosporus gold.
Zeker nu Amerika meer de blik op Azië richt, wint het land aan de zuidoostelijke flank van Europa weer aan belang voor Berlijn. Sowieso onderhouden Duitsland en Turkije al sinds de 18de eeuw nauwe banden met elkaar onder welke staatkundige vorm ook: cultureel, economisch, militair, en zelfs demografisch. In de Bondsrepubliek wonen drie miljoen mensen van Turkse oorsprong van wie de helft het Duitse staatsburgerschap bezit.
Op de agenda van Merz en zijn gastheer, de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan, stonden zwaarwichtige thema’s als economie, migratie en internationale veiligheid. NAVO-lid Turkije is een belangrijke geostrategische partner als ‘scharnier tussen Oost en West’ (zoals oud-kanselier Gerhard Schröder ooit zei). Merz wil daarom een nauwere betrokkenheid van Turkije bij de ‘collectieve verdediging’ van Europa. Daarmee wordt het al wat oudere argument van Erdoğan bekrachtigd dat Europa Turkije meer nodig zal hebben dan Turkije Europa. Het weten van het Turkse staatshoofd om de groeiende invloed van zijn land versterkt zijn onderhandelingspositie tegenover Westerse bezoekers.
Een toegeeflijke vriend
Merz kwam naar Ankara om de vriendschap tussen beide staten na jaren van afkoeling weer nieuw leven in te blazen, maar hij gedroeg zich toch vooral als de vriend die tot meer toegevingen bereid is dan Duitse politici ooit zouden gedaan hebben. Terwijl een sociaaldemocraat zoals zijn voorganger Olaf Scholz (SPD) nog de levering van Eurofighter-jets aan Turkije had geblokkeerd, keurde Merz het akkoord goed dat Erdoğan en de Britse premier Keir Starmer vorige maandag over de Turkse aankoop van 20 van deze gevechtsvliegtuigen sloten. Berlijn wil Turkije ook deel laten uitmaken van het Europese bewapeningsprogramma SAFE (Security Action for Europa) ondanks de tegenstand van Athene.
Terwijl de christendemocraten zich altijd al sceptisch hadden opgesteld tegenover de toetreding van Turkije tot de EU, verklaarde Merz de Turken het pad er naar toe verder te willen effenen. Behalve een vage verwijzing naar het respecteren van bepaalde standaards in de rechtspraak – zoals de Criteria van Kopenhagen vereisen voor het toetredingsproces – onthield de Duitse kanselier zich van kritiek op de mensenrechtensituatie in Turkije. Sommige actoren in de ‘civil society’ hadden vergeefs gehoopt dat hij het lot van Ekrem Imamoğlu zou aankaarten, de populaire burgemeester van Istanbul en voorman van de nationale oppositie, die al maanden opgesloten zit.
Merz wilde de plooien met Turkije gladstrijken. Het morele vingertje moest naar eigen zeggen achterwege blijven. Voor de kanselier is macht blijkbaar van meer tel dan moraal en zelfs principes. Dat heeft hij trouwens ook al op binnenlandpolitiek vlak aangetoond, bijvoorbeeld door na de verkiezingen de ‘oude’ Bondsdag te laten stemmen over het loslaten van de schuldenrem (die hij daarvoor altijd door dik en dun had verdedigd).
Waar hij in Ankara toch op zijn principes hamerde, dook er even een wrijvingspunt met Erdoğan op. Merz hekelde Hamas als terreurorganisatie en zei dat Duitsland aan de zijde van Israël staat – zonder daarom met elke beslissing van de Israëlische regering in te stemmen – terwijl Erdoğan de ‘volkenmoord in Gaza’ aanklaagde.
‘Het spel met de vijf ballen’
Merz heeft één groot doel voor ogen, en dat is een Euro-Atlantisch veiligheidssysteem waarin hij graag Turkije en Oekraïne wil inspannen. Je kan dat ‘Realpolitik’” noemen, maar het gaat ten koste van een nuchtere inschatting van Rusland. Net zoals met Turkije onderhouden de Duitsers al sinds meer dan twee eeuwen een intensieve relatie met Rusland. Otto von Bismarck, stichter van het Duitse keizerrijk in 1871 en de eerste rijkskanselier, wist het al: ‘Wanneer Rusland en Duitsland vrienden zijn, gaat het goed met Europa.’ Zijn opvolgers hebben die raad in de wind geslagen met alle catastrofale gevolgen van dien. Merz haalde in Ankara uit naar het ‘militante revisionisme van Rusland’ als ‘bedreiging van de Euro-Atlantische veiligheid in haar geheel’. Op dat punt ving hij bot bij Erdoğan die als strategisch machtsdenker de zakelijke relatie met het Kremlin niet in het gedrang wil brengen. Dat maakt van de Turkse president tenminste een geschikte bemiddelaar. Wat een contrast ook tussen Merz en Bismarck: zijn voorganger beheerste nog ‘het spel met de vijf ballen’. Die symboliseerden de vijf grootmachten van de 19de eeuw waarmee hij als diplomatiek evenwichtskunstenaar speelde en zo de vrede in Europa wist te bewaren.