Vrije Tribune

‘Zolang er sprake is van ongelijkheid en onrecht, zal doel van Vrouwendag hetzelfde blijven’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Positieve discriminatie is géén discriminatie. Het is gelijke toegang verlenen aan competente mensen die anders uitgesloten worden’, reageren de initiatiefneemsters van ‘International Women’s Strike’ op de column van Jean-Marie Dedecker.

Waarom viert men vrouwendag altijd als een treurmis?’ vraagt Jean-Marie Dedecker zich af nu de Internationale Vrouwendag achter de rug is. We maken hier van de gelegenheid gebruik om een aantal mechanismen bloot te leggen waarmee sociale bewegingen van diverse aard te maken krijgen.

Want vrouwen kunnen zelf wel beslissen hoe ze die dag invullen, en hebben ze daar voor de rest geen tips of adviezen voor nodig. We hoeven ons dus niet te verantwoorden voor de manier waarop we 8 maart hebben georganiseerd en beleefd.

Wanneer er kritiek komt, dan wordt strijd, in dit geval op de vrouwenstrijd, meestal eerst geminimaliseerd en geridiculiseerd. Wij zouden enkel treuren op Internationale Vrouwendag. Welnu; wij treuren allerminst. Treuren doe je om wat verloren is. Wij strijden voor wat nog lang niet verloren is, maar wel onder druk staat.

Vervolgens worden de strijders tegen elkaar uitgespeeld: strijders hier zouden niet solidair zijn met degenen die elders tegen veel groter onrecht strijden. We kunnen daar kort over zijn. Vrouwen strijden wereldwijd tegen hetzelfde: tegen patriarchaal geweld, in welke vorm dan ook. Wij laten ons niet zomaar verdelen.

‘Zolang er sprake is van ongelijkheid en onrecht, zal doel van Vrouwendag hetzelfde blijven’

Volgens Dedecker is de universele discriminatievrees doorgeschoten en contraproductief en zouden we op 8 maart net de emancipatie van vrouwen moeten vieren. Met standbeelden voor mannelijke uitvinders die ons van ons loodzware juk hebben bevrijd bijvoorbeeld.

Dat de geschiedenis een indrukwekkende lijst vrouwelijke uitvinders voortbracht is hem blijkbaar ontgaan.

Waar heel wat tegenstanders ook geen rekening mee houden, is het historische feit dat de we emancipatie grotendeels te danken hebben aan de onverdroten strijd van vrouwen. De rechten waar vrouwen intussen van genieten zijn er niet gekomen door het eens vriendelijk te vragen, en hebben meerdere generaties feministes bloed, zweet en tranen gekost. Als er op 8 maart al een standbeeld opgetrokken diende te worden, dan zou dat een standbeeld moeten zijn dat hen erkent voor die strijd.

Verder wordt ook vaak de precaire situatie van mannen aangehaald: ze leven minder lang, krijgen vaker een hartkwaal en worden vaker overreden. Dat deze feiten weinig te maken hebben met structurele discriminatie, maar veeleer met risicogedrag, negeert hij gemakshalve. Het staat mannen evenwel vrij om op mannendag, 19 november, de problemen aan te kaarten waar zij mee worstelen. We zullen hen daar graag en met liefde in ondersteunen.

Misschien moeten we toch even uitleggen dat Internationale Vrouwendag eigenlijk gewoon een afkorting is voor Internationale Dag voor de Rechten van de Vrouw, en in het leven werd geroepen om ongelijkheid aan te kaarten. Het is dus geen feestdag, geen dag om vrouwen “in de bloemetjes te zetten”, zoals Moederdag, secretaressedag en andere dagen die de middenstand moeten steunen. Vieren is dus niet aan de orde. Onrecht aankaarten is altijd het doel geweest. Zolang er sprake is van onrecht en ongelijkheid zal dat het doel blijven.

‘Het is niet omdat sommige mensen de pijnpunten niet zien of willen zien, dat ze niet bestaan.’

Het is niet omdat sommige mensen de pijnpunten niet zien of willen zien, dat ze niet bestaan. De mobilisatie en de brede respons voor de International Women’s Strike toont net aan dat er redenen te over zijn om van onrecht te spreken. Maar om dat te erkennen moet er eerst wel geluisterd worden naar de mensen over wie het gaat. Vrouwen kunnen namelijk zelf nadenken en besluiten of en waarvoor ze op straat willen komen of actie voeren.

Het argument dat Belgische en Europese feministes beter zouden strijden voor hun zusters in Saoudi-Arabië of Pakistan is ons welbekend. Vrouwenrechtenorganisaties besteden dagelijks aandacht besteden aan thema’s als vrouwenbesnijdenis, vrouwensmokkel, enz. Dat doen ze al jaren en dat zullen ze blijven doen.

Daarnaast is het uiteraard niet aan westerse vrouwen om te beslissen of en hoe vrouwen in andere landen “bevrijd” moeten worden. Dat kunnen die vrouwen namelijk zelf het best. In die emancipatiestrijd zullen wij hen onverminderd steunen. De tijd dat het verlichte westen in de koloniën mocht gaan bepalen hoe het moest, ligt gelukkig al een tijdje achter ons.

Terwijl de Pakistaanse, Saoudische, Salvadoriaanse en vele andere vrouwen zich op hun manier en naar hun goeddunken emanciperen, met onze onverminderde steun, focussen wij intussen graag op wat hier beter kan en moet. Omdat we dat nodig vinden.

Omdat seksuele intimidatie en seksueel geweld een schending zijn van de mensenrechten die ook hier epidemisch blijkt. Een op vijf vrouwen krijgt te maken met een uitgesproken vorm van seksuele intimidatie. Een op tien wordt ooit verkracht. Van de honderd verkrachters worden er vier bestraft. Vindt er werkelijk iemand dat we dat moeten vieren?

‘Wie vindt dat westerse feministes niet moeten zeuren, die zal vast ook niet klagen over een lek in hun dak omdat er elders mensen zonder dak leven.’

De loonkloof blijft bestaan. Het klopt dat ze afneemt, maar aan dit tempo duurt het nog meer dan een hele generatie voor er sprake is van gelijke verloning. Dat België het relatief goed doet in vergelijking met andere landen is het gedoodverfde argument van “het kan altijd nog erger”. Wie vindt dat westerse feministes niet moeten zeuren, die zal vast ook niet klagen over een lek in hun dak omdat er elders mensen zonder dak leven.

Dat Belgische vrouwen een hoger armoederisico lopen dan mannen lijkt ons ook niet meteen een feestje, maar wel ferme beleidsmaatregelen waard.

Dat Belgische vrouwen dubbel zo veel huishoudelijke en zorgtaken op zich nemen, daar hebben de meeste vrouwen al een tijdje genoeg van, laat staan dat ze zich geroepen voelen om het te vieren.

Natuurlijk moet ook het stokoude quota-debat nog even worden vermeld: “De klaagzang van het deeltijdfeminisme klinkt soms nogal vals. Is de roep om quota niet contraproductief? Komen we dan niet in een situatie terecht waarin kwaliteitsstandaarden worden verlaagd en middelmatigheid wordt beloond?” schrijft Dedecker.

Maar hoe komt het dan dat bedrijven die initieel tegen quota waren, intussen moeten toegeven dat het werkt. Dat de kwaliteitsstandaard zou verlagen wanneer je vrouwen gelijke kansen geeft, is zoveel als zeggen dat vrouwen dus minder getalenteerd zijn. Het is ook een flagrante ontkenning van het feit dat er zoiets bestaat als blinde vlekken. Dat vrouwen en mensen met migratieroots benadeeld worden in aanwervingsprocedures door blanke mannen is onderzocht en vastgesteld. Quota zijn dus een doeltreffende manier om dat mechanisme te doorbreken. Positieve discriminatie is géén discriminatie. Het is gelijke toegang verlenen aan competente mensen die anders uitgesloten worden.

Dit stuk toont net glashelder aan dat we vooral moeten blijven protesteren, en dat gaan we doen ook: bijvoorbeeld op 24 mei in Brussel.

Dat feestje komt er hopelijk ooit. Maar het zal duidelijk niet voor morgen zijn.

Josefien Daelemans,Saïda Isbai,Burcu Korkmazer,Rachida Lamrabet,Bieke Purnelle,Sarah Scheepers,Sigrid Vertommen enSarah Wagemans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content