‘Zodra het gaat over de islam, worden politieke partijen van electoralisme beschuldigd’

© belga

‘Politici blijken niet in staat een wetgevend kader te creëren waardoor het hoofddoekdebat tot rust kan komen’, zegt historica Caroline Sägesser van het studiecentrum CRISP.

Het hoofddoekdebat is aan Franstalige kant nog maar eens in alle hevigheid opgelaaid sinds een Brusselse arbeidsrechtbank begin mei de vervoersmaatschappij MIVB veroordeelde voor het niet in dienst nemen van een vrouw met een hoofddoekje. De Brusselse gewestregering en de MIVB overwegen tegen het vonnis in beroep te gaan, maar de politieke verdeeldheid over het dragen van religieuze symbolen in het publieke ambt is groot. ‘Je wordt er soms wel wat moe van’, zegt CRISP-analiste Caroline Sägesser. ‘Het debat over de islamitische hoofddoek, want daarover gaat het hier natuurlijk, is begonnen eind van de jaren 1980. Toen ging het vooral over de scholen. Dertig jaar later beroert de discussie de publieke opinie en de politieke partijen nog steeds. De standpunten zijn nochtans bekend. Je kunt alleen maar besluiten dat politici niet in staat blijken een wetgevend kader te creëren waardoor dit debat tot rust kan komen.’

Nuances maken het lastiger om alles in een wetgevend kader te gieten, maar toch zou het goed zijn dat dit gebeurt.

Sommige Franstalige partijen zitten over de kwestie ook met zichzelf in de knoop. ‘Dat geldt met name voor de PS, en zeker in Brussel’, aldus Sägesser. ‘Eén strekking in de PS blijft trouw aan het oude antiklerikalisme, een andere strekking is veel gevoeliger voor niet-discriminatie, en gelijke toegang tot de arbeidsmarkt.’

Critici verwijten voorstanders van de hoofddoek in het openbare ambt dat ze openlijk hengelen naar de gunst van kiezers met een migratieachtergrond. ‘Zodra het gaat over vragen die verband houden met de islam, worden politieke partijen van electoralisme beschuldigd’, zegt Sägesser. ‘Maar in een democratie houden politieke partijen in om het even welk debat rekening met hoe ze denken dat kiezers hun doen of laten zullen opvatten. Het tegenovergestelde zou pas verbazen. Waarom is dat in verband met de islam ineens problematisch of laakbaar?’

MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez pleit voor een wettelijk verbod op uiterlijke religieuze symbolen voor mensen die voor de overheid werken. ‘Voor de neutraliteit van de staat valt wel wat te zeggen natuurlijk, maar je zult nooit alles kunnen verbieden’, stelt Sägesser. ‘Er zijn mannelijke MIVB-medewerkers die een lange baard dragen, waaruit iedereen kan afleiden dat ze moslim zijn. Niemand heeft het ooit in zijn hoofd gehaald om ze te vragen hun baard te scheren. Dat religieuze symbool kan dus wel. Nuances maken het lastiger om alles in een wetgevend kader te gieten, maar toch zou het goed zijn dat dit gebeurt. Want zonder algemeen geldende regels handelt elke overheidsdienst maar naar eigen goeddunken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content