Caroline Copers en Rudy De Leeuw

‘Zeker in KMO’s staat de individuele werknemer vaak alleen’

Caroline Copers en Rudy De Leeuw Algemeen secretaris Vlaams ABVV en voorzitter ABVV

Caroline Copers en Rudy De Leeuw van het ABVV zijn niet overtuigd van het einde van de klassieke tegenstelling tussen werknemers en werkgevers die Zuhal Demir en Jan Spooren van N-VA voorspellen. ‘Er is nood aan een verdieping en verbreding van collectieve rechten.’

N-VA’ers Zuhal Demir en Jan Spooren verkondigen het einde van de klassieke tegenstelling tussen werknemers en werkgevers. We laten die uitspraak voor hun rekening. Het einde van maatschappelijke tegenstellingen en van de ideologieën is al meermaals afgekondigd, maar nooit bewaarheid…

Een grotere autonomie voor werknemers…

Wij staan in dagelijks contact met onze mensen op de werkvloer. En we horen andere verhalen. Zeker in KMO’s, maar ook in bedrijven die sociale dialoog zoveel mogelijk weren, staat de individuele werknemer vaak alleen. En als de werkgever dan niet sociaal is ingesteld, dan is die werknemer vaak het voorwerp van willekeur.

Indien er een misverstand over zou bestaan, dan hopen we het hiermee te hebben opgeruimd: ook wij zijn er van overtuigd dat mensen mondig en mans genoeg zijn om beslissingen te nemen over de inrichting van hun leven en werk.

‘Zeker in KMO’s staat de individuele werknemer vaak alleen’

Een grotere autonomie op het werk is ook onze doelstelling. Werknemers moeten alle kansen krijgen om hun werkorganisatie, hun arbeidstijd, de ontwikkeling van hun vaardigheden en de gewenste combinatie van werken en privéleven maximaal zelf in te vullen.

…Dankzij collectieve afspraken

Het is precies dankzij de collectieve afspraken in arbeidswetten en cao’s dat werknemers een grotere zelfstandigheid genieten om hun individuele keuzes vorm te geven. De voorbeelden zijn legio: recht op vakantie, recht op vormingsverlof, recht op tijdskredieten… geven het kader aan waarbinnen werknemers keuzes maken, na de nodige afspraken rond werkorganisatie. En ook dit misverstand mag de wereld uit: niet alles moet voor ons via collectieve afspraken. Veel praktische werkafspraken worden geregeld op het niveau van werkplaatsen en teams.

Waar er echt nood aan is, is niet aan een constructie als de Individuele Arbeidsovereenkomst die collectieve afspraken uitholt (zeker als het om IAO’s gaat die “naast geldende cao’s” zouden staan), maar wel aan het verdiepen en verbreden van collectieve rechten. Verbreden van het toepassingsgebied van collectieve afspraken, bijvoorbeeld. Want nogal wat CAO’s blijven beperkt tot werknemers in grotere bedrijven, zoals het tijdskrediet dat pas vanaf 10 werknemers een individueel recht is.

Ook inspraak over jobinhoud en werkorganisatie nodig

Maar ook door rechten te verdiepen, zoals het recht op inspraak over de jobinhoud en de arbeidsorganisatie. Een van de grootste frustraties van werknemers is het feit dat ze geen vat hebben op het productieproces, dat ze onderworpen zijn aan het ritme dat machines en werkvoorschriften hen opleggen, dat ze louter uitvoerders zijn van een werkplanning die van bovenaf wordt opgelegd… Bij werknemers in hogere functies valt dit nog mee. Maar voor veel werknemers in uitvoerende functies is het werk precies om die redenen onwerkbaar.

‘Meer zeggenschap over de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, maar ook over de inhoud van het werk zelf.’

Werkbaarheid is dus een kwestie van inspraak. Meer zeggenschap over de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, maar ook over de inhoud van het werk zelf. Dat moet de rode draad zijn in het overleg over werkbaarheid dat hopelijk echt van de grond komt tussen de sociale partners.

Tenzij het vooral de bedoeling was om het optrekken van de pensioenleeftijd tot de onwerkbare leeftijdsgrens van 67 wat te camoufleren via een losse babbel over werkbaarheid…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content