Herwig Reynaert

Worden de gemeenteraadsleden ‘uitgewoond’?

Herwig Reynaert Professor lokale politiek aan de UGent

Is het normaal dat de gemeenteraadsleden hun ambt belangeloos (na hun dagtaak) uitoefenen?

De lokale politiek maakte de voorbije weken geen al te beste beurt. Toestanden als Denderleeuw met een wekenlange ‘stilstand’ kunnen we missen als kiespijn. Anderzijds, het probleem was vrij snel opgelost. Federaal deed men er recentelijk langer over. Gemeenteraden als ordinaire ruzies in het dorpscafé? Ook in de parlementen zien we geregeld politiek gebakkelei dat niet meteen een tooggesprek overstijgt. De heisa in Ninove na een klacht tegen de belofte van een glaasje ‘nationaal vocht’. De tientallen fouten bij de verkiezingen van OCMW- en politieraden. De miserie in Zaventem met de samenstelling van het schepencollege. Om moedeloos van te worden? Dat dit beter moet, lijdt geen twijfel. Is lokale politiek dan toch kerktorenpolitiek?

Jean-Luc Dehaene liet ooit in Humo optekenen : “Psychologen zeggen dat de eerste jaren van de opvoeding de belangrijkste zijn. Het kleuteronderwijs is dus minstens even belangrijk als de secundaire school of het hoger onderwijs, en toch hebben kleuterleiders minder maatschappelijk aanzien. In de politiek zie je hetzelfde fenomeen. Iedereen zegt dat de gemeente of de stad de basis is, maar de maatschappelijke waardering ontbreekt vaak.”

Lokale politiek wordt, in vergelijking met andere politieke niveaus, vaak stiefmoederlijk behandeld. Is deze houding te verklaren? Enerzijds wel. De media bestoken ons vooral met berichten over terroristische aanslagen, de problematiek van de globalisering, … Anderzijds helemaal niet. Als bestuurslaag die in het algemeen het dichtst bij de burger staat en waarin de bevolking heel wat vertrouwen heeft, zijn de gemeenten verantwoordelijk voor heel wat zaken waarmee de inwoners in het dagelijkse leven worden geconfronteerd. Van de losliggende stoeptegel voor de deur tot ‘niet in mijn voor- en achtertuin’ (nivea) als veel gehoorde jammerklacht. Het is trouwens op lokaal vlak dat de meest directe vorm van democratie vaak tot stand komt. Als er iets mis loopt, zal de lokale mandataris, al dan niet in het dorpscafé, het snel te horen krijgen. Gemeentelijke politiek als heel concrete politiek.

Voor politieke partijen is hier trouwens een belangrijke rol weggelegd. Eén van hun uitdagingen in de 21ste eeuw moet zijn om verder actief op zoek te gaan naar wat leeft onder de mensen. De grootste fout die een partij kan maken, is immers de wensen van de militanten als dé werkelijkheid beschouwen. Politieke partijen en politici zullen echt wel de boer op moeten blijven gaan en niet alleen in verkiezingstijd. Een luisterend oor is van goudwaarde.

De laatste decennia kwamen de lokale mandatarissen ook voor grotere uitdagingen te staan. De gemeenteraadsleden blijven echter teveel in de kou staan. Ook in Nederland merken we dat de ‘gewone’ gemeenteraadsleden worden ‘uitgewoond’. Mensen leggen het bijltje erbij neer omdat het te zwaar is om een gewone baan, een normaal privéleven en een politiek mandaat te combineren. Dat kan niet de bedoeling zijn. De gemeenteraad blijft immers bij uitstek de echte democratische vertegenwoordiging van de bevolking. Is het dan ‘normaal’ dat de gemeenteraadsleden hun ambt als het ware belangeloos (na hun dagtaak) uitoefenen? Het presentiegeld dat de gemeenteraadsleden ontvangen is geen normale vergoeding voor het vele werk van gewetensvolle raadsleden die op de hoogte willen zijn en zich een gegronde mening willen vormen over de dossiers die hen worden voorgelegd.

Zijn er remedies? Ongetwijfeld. Sommigen pleiten, niet ten onrechte, om het aantal gemeenteraadsleden, naar analogie met het aantal provincieraadsleden, te verminderen. Dat pleidooi houdt uiteraard maar steek als het in combinatie is met een verbeterd ‘statuut’ van de gemeenteraadsleden. In die context moet er verder gedacht worden aan extra (financiële en administratieve) ondersteuning, nog meer kansen op bijscholing,… Bovendien is een specifieke regeling voor gemeenteraadsleden uit de grote steden nodig. Een deeltijdse wedde lijkt hierbij zeker niet uit den boze. Op die manier kan de gemeenteraadswerking versterkt worden t.a.v. het college. Het moet immers de bedoeling blijven dat de gemeenteraadsleden voldoende inhoudelijk ’tegengewicht’ kunnen bieden aan de leden van het college. ‘Democratische controle’ is anders een loos begrip.

De grotere verantwoordelijkheid van lokale bestuurders ging trouwens gepaard met een reglementeringswindhoos. Het is m.a.w. heel wat ingewikkelder geworden om een algemeen overzicht in de doolhof van technische en administratieve voorschriften te behouden. Aan de ‘reglementeringsdiarree’ moet er iets gedaan worden? Wie kan dit nog volgen?

Niettemin. Politici noch ambtenaren kunnen zich voor een eventueel gebrek aan “professionalisme” minder verschuilen achter de vroegere excuses. De uitvoerende lokale mandatarissen beschikken, terecht trouwens, over een niet onaardig statuut. Ze hebben nu bijvoorbeeld, in vergelijking met een goede tien jaar geleden, een volwaardige wedde. Bovendien hebben heel wat gemeenten geïnvesteerd in de versterking van de ambtelijke top.

Kunnen we nog steeds spreken van kerktorenpolitiek? Wat mij betreft niet. De gemeentehuizen kenden de voorbije jaren immers globaal een politieke en ambtelijke kwaliteitsinjectie. Het kan de inwoners alleen maar ten goede komen.

Herwig Reynaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content