Vandaag stemt de Kamer over de aanbevelingen van de bijzondere Covid-commissie. De N-VA is niet tevreden. ‘Actieve gegevensdeling, audits na een crisis, heldere communicatie, het betrekken van burgers als partners, een sterke betrokkenheid van het parlement, een transparant strategisch stockbeheer: is dat echt te veel gevraagd?’
Vijftig vergaderingen, meer dan veertig hoorzittingen en 135 aanbevelingen. Dat zijn de eindcijfers van de bijzondere COVID-commissie, het politieke overleg dat de federale aanpak van de pandemie onderzocht. Die pandemie loopt nu stilaan op zijn einde, maar liet een enorme ravage na: verloren dierbaren, een bevroren samenleving, een stilgevallen economische motor en uitgeputte zorgverleners.
De rariteit van het covid-19-virus en de beleidsmatige hulpeloosheid door een gebrek aan informatie leidde tot de oprichting van de Bijzondere Covid-commissie, waar zowel meerderheid als oppositie met een immens verantwoordelijkheidsgevoel naartoe trokken. Om over de partijgrenzen samen te werken en ons te confronteren met de politieke gaten in ons pandemiebeleid. Toen de N-VA echter voorstelde om het allemaal ineens goed te doen en er een onderzoekscommissie van te maken, vond men dat nu ook weer niet nodig. Het werd uiteindelijk een compromis tussen de twee: een bijzondere commissie. Mét in de statuten gebeiteld dat een omvorming naar een onderzoekscommissie altijd mogelijk zou blijven bij heibel.
Wij blijven een échte onderzoekscommissie vragen naar de federale covid-aanpak.
En wees maar zeker dat er heibel was. Zo werd er bijvoorbeeld altijd wel naar een excuus gezocht om bepaalde informatie niet te delen, ondanks het doel van de commissie om elk aspect van het crisisbeleid uit te kammen en te evalueren. De mortaliteits- en ligduurcijfers van de verschillende ziekenhuizen, bijvoorbeeld. Cijfers die gewoonweg openbaar zouden moeten zijn, werden in de Belgische Kamer simpelweg verzwegen uit irrationele en misschien zelfs gespeelde angst dat ze ‘verkeerd geïnterpreteerd’ zouden worden.
Ook documenten van het federaal geneesmiddelenagentschap (FAGG) met bijvoorbeeld de adviezen aan de minister over de vaccincontracten, kregen we niet te zien. Ah nee, want het FAGG argumenteerde dat enkel een onderzoekscommissie die kon opvragen. Je zou dan toch denken dat men in ruil voor nieuwe, waardevolle informatie die omvorming toch nog zou bewerkstellingen, maar niets was minder waar. Het betere Vivaldi-bochtenwerk werd ingezet en de oppositie werd monddood gemaakt.
Bizar? Dat vonden wij ook, en al helemaal toen we de belangrijkste overheidsorganen in deze crisis in vraag begonnen te stellen: het FAGG, Sciensano, de FOD Volksgezondheid. Elk van die instellingen kloeg namelijk over een nijpend personeelstekort tijdens de hoorzittingen. Om nog maar te zwijgen van de berichten over een hooggeplaatste FOD-topman die niet goed leek te functioneren in zijn job maar toch nog steeds enorme verantwoordelijkheden kreeg. Maar toen wij aanstuurden op een grondige doorlichting? Weinig enthousiasme bij de meerderheid. We mochten die hardwerkende mensen toch geen doorlichting door de maag splitsen?
Als het blijft bij de aanbevelingen die door de Vivaldi-zeef geraakt zijn, dan vrezen we dat dit land haar lessen niet zal trekken
En de laatste maar niet de geringste: de verantwoordelijkheid van voormalig minister van Gezondheid Maggie De Bock in het verhaal rond de mondmaskers en de vernietiging van de strategische stock. Dat die niet aangevuld was, kwamen we pas te weten toen de ganse wereld op zoek was naar medisch beschermingsmateriaal. De lijst van flaters op haar conto tijdens deze crisis is enorm, maar toch werd ze beloond met niet alleen het fractievoorzitterschap van de Open VLD, maar ook met een stem in het recente rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Grote beloningen voor een ex-minister die ooit in de pers verklaarde dat ze het nut van mondmaskers niet inzag.
Het toppunt van het hele traject waren toch wel de slotzittingen achter gesloten deuren, waarin het eindrapport werd geformuleerd. We kregen een reeks Vivaldi-aanbevelingen onder onze neus geschoven en moesten het daar maar mee doen. Dat mag je trouwens letterlijk nemen, want in de marge van de documenten stond ook effectief ‘Vivaldi’ geschreven.
Vijftig vergaderingen, veertig hoorzittingen en blijkbaar speciale meerderheidscommissies achter dubbel gesloten deuren, die onze punten van kritiek met de duim omhoog of omlaag beoordeelden. Want stel u voor dat er eentje tussen zat die de meerderheid zou schaden en ministers in moeilijkheden zouden brengen? De door premier Alexander De Croo (Open VLD) gepreekte politieke vernieuwing in actie.
Maar goed. Vandaag wordt er gestemd en ook wij steken opnieuw onze voet tussen de deur. We zullen de vraag naar een echte onderzoekscommissie niet loslaten en zullen via een resolutie de door Vivaldi afgekeurde maar broodnodige aanbevelingen opnieuw op tafel leggen. Actieve gegevensdeling, audits na een crisis, heldere communicatie, het betrekken van burgers als partners, een sterke betrokkenheid van het parlement, een transparant strategisch stockbeheer: is dat echt te veel gevraagd? We vermoeden dat het antwoord ons geloof in een regionale gezondheidszorg alleen maar zal versterken.
Kortom, als het blijft bij de aanbevelingen die door de Vivaldi-zeef geraakt zijn, dan vrezen we dat dit land haar lessen niet zal trekken uit deze pandemie en dat die waardevolle kritische blik op ons beleid samen met de coronamaatregelen verder zal verzwakken. Het is dus aan ons om de herinnering aan deze fouten levend te houden zodat we beter voorbereid zijn op de toekomst. Maar de vraag is of de luide stem van de oppositie de stilte van de meerderheidspartijen over politieke verantwoordelijkheid eindelijk zal doorbreken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier