Guido Lauwaert
‘Wie een veldslag wil winnen, geeft niet eerst een persconferentie’
Minister van Financiën Johan Van Overtveldt waarschuwt al wie een groot vermogen heeft, dat ze hun kapitaal elders moeten parkeren, schrijft Guido Lauwaert.
Deze opinie moet binnen het uur geschreven zijn. Voor de middag wil ik de trein nemen naar Luxemburg, de enige stad ter wereld waar er meer rente dan lente is. De afspraak is al gemaakt. Als ik om twee uur arriveer is binnen de tien minuten alles geregeld wat mijn ‘bijzondere’ rekening betreft. De formulieren zijn voorgedrukt. ‘Er hoeft een handtekening hier gezet te worden, dáár, en op de laatste bladzijde helemaal onderaan, meneer Lauwaert.’ Het is de klassieke formulering van de loketbediende. Alleen de naam van de klant verschilt.
Veldslag
Het omgooien van mijn agenda heb ik te danken aan de federale minister van Centen & Procenten, Johan Van Overtveldt. Met veel bombarie heeft hij verkondigd dat hij een afspraak heeft met zijn collega van het Groot-Hertogdom. De hoogte, diepte, breedte van het aantal rekeningen van Belgische kapitalisten met een buitenverblijf in de grotten van het hertogdom zal hem een dezer overhandigd worden.
Van Overtveldt heeft het kond gemaakt alsof hij een veldslag heeft gewonnen die zelfs Napoleon en Hitler niet lukte: de verovering van Moskou. Maar als je een veldslag wil winnen ga je toch niet eerst de pers in een zaaltje persen en zeggen dat je morgen langs de rechterflank oprukt en een regiment achter de hand houdt om de vijand in de rug aan te vallen. O, maar hij is niet van de domste, net zomin dan ik dat ben. Ik begrijp heel goed wat hij eigenlijk met zijn geschal bedoelt. Het is een waarschuwing: ‘Groot-kapitalisten! Maak als de bliksem dat je je kapitaal elders parkeert! Over een week is het te laat. Is het kwaad geschied!’
Gulhartigen
De bekendmaking heeft uiteraard ook te maken met de ambities van de ministers. Na een carrière in de politiek een kwart of wat krukken bekomen in bank, beurzen en bedrijven. Als je dat wilt, en geen enkele politicus die dat niet wilt, op het waxinelichtje Siegfried Bracke na [hij heeft niet toevallig de troostprijs gekregen: de stoel van voorzitter van de Kamer], ga je niet voor dag en dauw grootkapitalisten uit hun bed blaffen. Je geeft hen ruim de tijd om een deftige oplossing te zoeken.
De bekendmaking van de overeenkomst tussen Van Overtveldt en zijn Luxemburgse collega is niet naar de zin van een aantal mensen die er warmpjes inzit. Het warmer hebben dan in een sauna op drift. Een aantal onder hen wil, ik herhaal, wil meer belastingen betalen, maar mag het niet! Zij krijgen de kans niet. De wet is nu eenmaal de wet, meneer, mevrouw. Dus geven zij een deel van hun winst aan goede doelen of besteden het aan de twaalf kunsten [of zijn er intussen als dubbel zoveel?]. Natuurlijk zijn er een aantal gierigaards, maar onderschat het aantal gulhartigen niet.
Plunderingen
Het is niet de fout van de rijken dat zij rijk zijn; het is de schuld van de politici. Wanbeleid is de oorzaak, wat de liberalen zullen bestrijden: zij noemen het geen wanbeleid maar loon naar werken. Dat klopt, maar dat loon naar werken moet beheerst worden door de politici, die het sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog vertikt hebben. En nu het water aan de lippen staat van de staatskas moet er driftig bespaard worden. In het wilde weg zoals blijkt.
Elke minister mag op eigen houtje met besparingenplannen uitpakken, zolang het de rijken niet raakt. Het is veel gemakkelijker de midden- en lagere stand aan te pakken. Die zagen en klagen wat, maar een massa zonder macht heeft geen kracht. Hun plunderingen zullen door Charles Michel met zijn gebeitelde glimlach goedgepraat worden. Hij heeft nu eenmaal Rechten gestudeerd. Daar kan je alle kanten mee uit, schuldig of onschuldig.
Vismarkt
Dat ik vanmiddag rond twee uur in mijn Luxemburgse bank moet zijn heeft ook zijn reden. Er is een hiërarchie voor de bankiers in het hertogdom. Welke? Die van de vismarkt. Je hebt de grijze garnaal op de eerste trede, iets hogerop de roze, nog hoger de scampi en helemaal bovenaan de gamba. Ik heb goed geboerd, dankzij mij gehaaid financieel beleid, maar werkzaam in de culturele sector geraak je, buiten de uitzonderingen die de regel bevestigen, niet boven de grijze garnaal. Dus moet ik om twee uur arriveren. Van drie tot vier zijn de roze welkom, van vier tot vijf de scampi’s en vanaf vijf uur de gamba’s die er na rolschaatsen op de kapitaalvloer nog een etentje in een sterrestaurant naar keuze bovenop krijgen, met als neusje van de zalm en meest nabije, de limousine van de bankier hoeft er niet voor gestart te worden, het is binnen loopafstand van elke bank, La cristallerie. Ook aan te raden is, ik spreek uit eigen ervaring, Toit pour toi.
Vraag het maar aan Johan Van Overtveldt. Die weet het al van een vorige carrière. Mijn voorkeur echter gaat naar La boucherie. Grand-mêre roert er in de pap à sa manière autour de sa cuisinière. Het restaurant heeft geen ster, maar men spreekt er vele talen. Zelfs Gents. Comme chez moi.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier