In de stad is het warmer dan op het platteland. Tijdens hittegolven kan het verschil oplopen tot liefst 12 °C.
Door de klimaatopwarming zullen we steeds meer hittegolven te verwerken krijgen. Die zullen bovendien ook vroeger in het jaar ontstaan. In Geophysical Research Letters worden de eigenschappen ontleed van de hittegolf die in juni 2017 heel West-Europa trof. Ze was het gevolg van fysische verschijnselen in de atmosfeer die doorgaans pas later in het jaar opduiken. Ze zou in die zin de voorbode zijn van wat ons in de nabije toekomst te wachten staat.
Het vakblad Earth’s Future analyseerde temperatuurstijgingen op diverse plaatsen in de wereld. De globale temperatuur steeg sinds 1975 met gemiddeld 0,15 tot 0,2 °C per tien jaar. Maar in steden steeg ze sneller. Moskou en Parijs behoren tot de recordhouders met een stijging van meer dan 0,8 °C per tien jaar.
Geograaf Hendrik Wouters van de KU Leuven en zijn collega’s rapporteerden eerder in Geophysical Research Letters dat steden als Brussel en Antwerpen vanaf 2040 meer dan 17 dagen per jaar zullen kreunen onder extreme temperaturen, terwijl er op het platteland slechts 7 hittegolfdagen zullen zijn. ’s Nachts ligt de temperatuur in een stad gemiddeld 1 tot 3 °C hoger dan op het platteland, maar tijdens hittegolven kan het verschil oplopen tot liefst 12 °C.
Recent onderzoek uit Physical Review Letters wees uit dat moderne steden met lange straten die loodrecht op elkaar lopen, zoals in Noord-Amerika, veel meer hitte vasthouden dan oudere steden die minder rechtlijnig georganiseerd zijn. Het verschil zou vooral te maken hebben met de mate waarin gebouwen hitte die ze overdag opgenomen hebben, ’s nachts weer afstaan. In steden kunnen echte hitte-eilanden ontstaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
