Visionair Luc Deleu: ‘Wij, mensen, zitten allemaal in hetzelfde schuitje en zijn gedoemd tot universele solidariteit’

'Ook steden moeten in een context worden geplaatst, en die context kan alleen de aarde zijn.' © getty

Architect-stedenbouwkundige Luc Deleu noemt zichzelf een ‘orbanist’. In 1980 formuleerde hij zijn Orbanistisch manifest, over samenleven in de stad van morgen op de planeet van de toekomst. Zijn aanbevelingen klinken nog altijd futuristisch-utopisch.

Waarin verschilt een orbanist van een urbanist?

Luc Deleu: In de schaalgrootte. Stedenbouwkunde is grotendeels uitgevonden door de modernisten. Le Corbusier was een van de eersten die begrepen dat architectuur in een context staat, in een stedelijk geheel. Ook Renaat Braem was een pionier, hij zag urbanisme als een bron van vrijheid. Ik ben een stap verder gegaan. Ook steden moeten in een context worden geplaatst, en die context kan alleen de aarde zijn.

Urbi et orbi dus, ‘voor de stad en voor de wereld’. Hoe kwam u daarbij?

Deleu: Ik ben opgegroeid in de jaren zestig, met de race naar de maan tussen Amerikanen en Russen. De allereerste door de mens gemaakte foto van de aarde, afkomstig van de bemanning van de Apollo 8, heeft me van mijn sokken geblazen. De aarde leek in niets op de steriele bol uit de aardrijkskundeles. Het was een dynamisch hemellichaam, met een indrukwekkend wolkendek dat zich nooit eerder op die manier had geopenbaard. Dat inzicht heeft me op het spoor gebracht van Richard Buckminster Fuller, de beroemde Amerikaanse uitvinder en architect die het begrip ‘Spaceship Earth‘ heeft gepopulariseerd. Zo raakte ik ervan overtuigd dat wij, mensen, allemaal in hetzelfde schuitje zitten en dat we gedoemd zijn tot universele solidariteit.

Een van uw orbanistische voorstellen was: vervang sierbomen in de stad door fruitbomen. Blijft dat een goed idee?

Als de mensheid wil overleven, moeten we afstappen van dat allesoverheersende marktdenken.

Deleu: Jazeker. Wat een verspilling toch om de schaarse openbare ruimte in de stad met sierbomen op te vullen. Waarom geen even mooie bomen die ook nuttig zijn voor de stadsbewoners? Natuurlijk ken ik het bezwaar: fruit mag niet gratis zijn. We leven in een maatschappij waar alles door een mercantiele bril wordt bekeken. Ik ben er al heel lang van overtuigd: als de mensheid wil overleven, moeten we afstappen van dat allesoverheersende marktdenken.

Intussen zou ik mijn voorstel wel anders formuleren. Fruitbomen zijn niet erg praktisch in een stad, want afvallende vruchten rotten en veroorzaken smurrie. Laten we notenbomen planten, die hebben alleen voordelen.

Stedelijke compostvelden, boomgaarden, bijenkorven en veehouderijen horen bij de orbanistische utopie. U pleitte al voor stadslandbouw voordat het woord bestond. Bent u tevreden dat die ideeën stilaan worden uitgevoerd?

Deleu: Er zijn interessante ontwikkelingen, zoals de experimenten met verticale landbouw. Toch gaat het allemaal niet ver genoeg en blijft het te marktgedreven. Ik zie landbouw als een volwaardige component van de stedelijke maatschappij. Ik denk dan niet aan klassieke boerderijen. Stedelijke voedselproductie moet een common worden, met plantages of weilanden op gemeenschappelijke gronden.

Zullen bewegende monumenten in de stad, een ander idee van u, ooit realiteit worden?

Deleu:(lacht) Dat idee heb ik afgeleid van een van mijn allereerste projecten, een wedstrijdoproep voor de campus van de Universiteit Antwerpen. Mijn idee: bouw met containers een universiteit op drie vliegdekschepen en stuur ze over de wereldzeeën. Zo verruim je de blik van de studenten en kunnen ze zich tot echte wereldburgers ontwikkelen.

Is dat idee in de prijzen gevallen?

Deleu: Nee, ook al omdat ik het buiten de competitie had ingestuurd. Mijn voorstellen vallen niet altijd letterlijk te nemen. Als kunstenaar doe ik niets liever dan zekerheden op losse schroeven zetten, en humor is daarbij mijn favoriete instrument. Dat neemt niet weg dat de intenties ernstig zijn. Met of zonder containers of vliegdekschepen, het kan geen kwaad om van studenten wereldburgers te maken.

U hebt het niet begrepen op dierentuinen. Waarom?

Deleu: Als kind vond ik een bezoek aan de Antwerpse Zoo altijd intriest. Wilde dieren horen niet in kooien te zitten, ze verdienen respect, net als mensen. Wie ze toch van dichtbij wil zien, kan een natuurhistorisch museum bezoeken of naar een van de vele prachtige natuurdocumentaires kijken. Voor mij mogen alle dierentuinen meteen dicht. In de plaats kunnen er koeien of schapen komen, dan is die stedelijke veestapel ook meteen een feit.

Hebt u nog een laatste idee voor een betere toekomst?

Deleu: Schaf alle publiciteit in de media af en hef zware belastingen op lichtreclame.

Dit interview vindt u ook in de special “100 ideeën voor een betere wereld”, waarin toekomstdenkers, wetenschappers en filosofen uitleggen hoe de mensheid er radicaal op zou kunnen vooruitgaan. De special kwam tot stand in samenwerking met Theater aan Zee en is te verkrijgen tijdens het festival (vanaf 31 juli), online of in de krantenkiosk (vanaf 11 juli). Het nummer telt 100 blz. en kost 9,95 euro.

Partner Content