Dirk Draulans

‘Mijn leven is mislukt’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Bijna dertig jaar van onverdroten wetenschapsverslaggeving, en nog begrijpen mensen niet waar het over gaat.

Onlangs publiceerde een Vlaamse krant een bericht over een publieke aanval van ‘zeven collega’s’ op klimaatexpert Jean-Pascal Van Ypersele van de UCL, die kandidaat is om voorzitter te worden van het IPCC, het klimaatveranderingspanel van de Verenigde Naties dat wetenschappelijk onderbouwd advies geeft over de globale klimaatopwarming. Het is een prestigieuze positie, te vergelijken met die van Jacques Rogge als voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité.

Van Ypersele heeft blijkbaar niet overal vrienden, wat begrijpelijk is, want de belangen die spelen in de transitie naar een klimaatvriendelijker maatschappij zijn groot. Binnen zijn universiteit wekt hij naijver op van een collega die het heeft over ‘groen fundamentalisme’ en een gebrek aan bereidheid om in debat te treden met mensen die er een andere mening op nahouden. De man, een scheikundige, mobiliseerde zes gelijkgezinden om een petitie te verspreiden, waarin aan onze regering gevraagd wordt om Van Yperseles kandidatuur niet te steunen.

En zowaar, een krant pakte uit met het bericht en gaf het dus enig gewicht, zonder te checken of de zeven gekwalificeerd waren om zich in het debat te mengen, en of hun verwijten aan het adres van Van Ypersele correct waren. Geen van de aanvallers is een klimaatwetenschapper – er zijn een filosoof en een econoom bij – en buiten de initiatiefnemer is er niemand van de UCL. De term ‘collega’s’ was dus misleidend. En kan iemand die als Van Ypersele tien jaar geleden een wetenschappelijk verslag voor Greenpeace schreef, daarom als een ‘groene fundamentalist’ worden gelabeld? Wetenschap die het groene gedachtengoed steunt, kan ook uitmuntend zijn.

‘Mijn leven is mislukt’

Ik begrijp dat Van Ypersele weigert om met ontkenners van de klimaatproblematiek in debat te gaan. Dat debat is gevoerd, jarenlang, door duizenden wetenschappers in de schoot van het IPCC en elders. De consensus dat er een probleem is, is zo groot dat de discussie een nieuwe richting is ingeslagen, namelijk wat er kan worden gedaan om het tij alsnog te keren. Je gaat als wetenschapper ook niet meer in debat met mensen die beweren dat de aarde plat is, of het middelpunt van het heelal.

Zelf heb ik als bioloog geen zin meer in zinloze discussies met creationisten die de evolutietheorie als onzin afdoen, wegens niet passend in de kraam van God. Je kunt je tijd niet blijven verliezen, hoewel ik af en toe geconfronteerd word met het gegeven dat de Steinerscholen creationisme laten onderwijzen in de biologielessen, en dat de evolutietheorie er als een ‘geloof’ wordt bestempeld – iets waar onze onderwijsadministratie zich eens over zou moeten buigen.

Vorige donderdag hoorde ik Annemie Peeters in haar radioprogramma een gesprek voeren over de noodzaak tot meer diversiteit in de journalistiek. Dat ging uiteraard hoofdzakelijk over allochtone vertegenwoordigers, maar ik meen dat hetzelfde gezegd kan worden over wetenschappers. Er zijn veel te weinig wetenschappers in de media. Jan Hautekiet liet in zijn radioprogramma een negationist aan het woord toen televisie-icoon Tom Lenaerts de Klimaatzaak kwam toelichten – de rechtszaak die hij samen met een aantal gelijkgezinden tegen Belgische politici wil aanspannen om hen tot grotere activiteit in de strijd tegen de klimaatopwarming te bewegen. Je voelde zo de oude journalistieke reflex van alle stemmen in het debat aan het woord te willen laten. Maar het debat is – eindelijk – afgerond en er moet dringend overgegaan worden tot de orde van de dag, en dat is maatregelen nemen. Als je echter onvoldoende vertrouwd bent met de wetenschap achter het klimaatverhaal weet je dat niet, en zien negationisten hun kans om toch weer een greintje twijfel te zaaien.

Annemie gaf in haar programma zelf een voorbeeld van tot wat een tekort aan wetenschappers in de media kan leiden. Tijdens een gesprek over de kwestie dat het Britse parlement een techniek goedkeurde waarmee een kind kan worden gemaakt met eigenschappen van twee vrouwen en een man, voelde je hoe aartsmoeilijk het voor niet-wetenschappers is om elementaire genetische concepten te vatten. Het maakte me mismoedig: bijna dertig jaar ononderbroken informeren over evolutie en genetica, via allerhande kanalen, en nog hebben zoveel mensen de essentie niet mee. Mijn leven lijkt op die manier wel mislukt.

Wetenschappers wegen te weinig op het maatschappelijk debat, waardoor dat gekaapt kan worden door mensen die met veel minder inzicht stellingen verkopen die gemakkelijk geslikt worden. Het is veel eenvoudiger om het woord ‘designerbaby’s’ te laten vallen dan uit te leggen dat de nieuwe techniek een manier betreft om een beperkt aantal vrouwen met een ernstig probleem in deeltjes van de cel die buiten de kern met de klassieke genetische informatie liggen, toch gezonde kinderen te laten krijgen. Dat een bijna verwaarloosbaar klein deeltje van het DNA van die kinderen niet van de officiële moeder afkomstig is, doet in feite niet ter zake.

De techniek kan zelfs niet als een stepping stone naar het sleutelen aan genen voor het maken van betere kinderen worden beschouwd, omdat het een heel ander verhaal betreft. Het is om moedeloos van te worden. De manier waarop wetenschap in de media gepresenteerd wordt, maakt zoveel mensen zo ongemakkelijk dat steeds meer wetenschappelijke vooruitgang onder vuur genomen wordt. Binnenkort mag er niets meer, tenzij onschuldige zaken als nagaan hoe vermeden kan worden dat eenden en pinguïns zich vergrijpen aan dode soortgenoten. Maar of dat de wereld vooruit zal helpen…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content